VU Medisch Centrum

Zorg voor groeiend aantal ouderen ontoereikend

Eén op de vijf kwetsbare ouderen krijgt geen professionele, noch informele zorg (mantelzorg), terwijl zij die zorg wel degelijk hard nodig hebben. Tweedeling in de zorg wordt langzamerhand een feit. Dat zijn de meest schrijnende conclusies die vandaag getrokken werden, op het CVO-LASA congres "Ontoereikende (mantel)zorg voor ouderen: zorgmissers en zorgmijders" aan de Vrije Universiteit te Amsterdam. Aan de hand van wetenschappelijke inzichten werd dringend aandacht gevraagd voor dit ernstig onderschatte probleem dat niet alleen de oudere patiënt, maar ook diens naasten treft. De conclusies werden voorgelegd aan een panel met mevrouw J. van Leeuwen (lid Eerste Kamer), mevrouw G. van Heteren (lid Tweede Kamer), de heer G. van Otterloo (voorzitter Vereniging van Mantelzorgers LOT) en de heer J. van Eeden (bestuurder in de GGZ).

Omdat het totale aantal ouderen toeneemt, komen er weliswaar meer levenslustige en relatief gezonde ouderen, maar nog veel meer mensen met ziekten en beperkingen. Voor een grote groep ouderen geldt dat zij hun zorgbehoeften niet goed weten te formuleren, niet precies weten waar zij moeten aankloppen, en onvoldoende toegang hebben tot informatie en tot de feitelijke voorzieningen. Dat geldt met name voor ouderen die tóch al tot de meest kwetsbaren behoren.

Op het congres lieten wetenschappers met behulp van objectieve gegevens zien dat het zorg- en welzijnsaanbod niet voldoende aansluit bij de behoefte en de vraag van ouderen. Professor dr. Deeg, epidemioloog en directeur van LASA stelde vast dat:

· ongeveer 12% van de ouderen van 55-64 jaar en bijna 50% van de 75-85 jarigen 2 of meer chronische ziekten en/of beperkingen heeft.

· 34% van alle ouderen met beperkingen - ondanks die beperkingen - geen zorg krijgt en dat 26% van de ouderen met beperkingen (ofwel 41.000 ouderen tussen de 65 en de 85 jaar) zelfs na ziekenhuisopname nog steeds geen enkele zorg ontvangt.

· de zorg door een partner na ziekenhuisopname derhalve fors is toegenomen sinds 2000, terwijl de professionele zorg sterk is achteruit gegaan. Dat betekent een veel zwaardere belasting voor de
- doorgaans eveneens oude - partner.

· ouderen die geen partner hebben; een partner die geen zorg kan bieden, maar ook de ouderen die op of onder het minimum leven en dus ook geen particuliere hulp of zorg kunnen bekostigen, extra zorg en beleidsaandacht zouden moeten krijgen.

· 38% van de mannen en 50% van de vrouwen tussen 61-69 jaar op of onder het minimuminkomen leeft en dat de armoede toeneemt met de veroudering. Tussen 80-91 jaar leeft 50% van de mannen en 60% van de vrouwen op of onder het minimum. Dat is extra schrijnend omdat al jarenlang bekend is dat er een duidelijke relatie bestaat tussen beperkingen en armoede; die is het sterkst bij ouderen die langdurig (tenminste 6 jaar) in armoede verkeren.

· Arme ouderen doen minder beroep op specialistische zorg en vaker op de thuiszorg, maar juist daarvan is de eigen bijdrage omhoog gegaan.

In andere presentaties werd geconstateerd dat:

· 1% van de ouderen van 65 jaar dementie heeft en 40% van de 80-jarigen: investeringen in (intramurale) voorzieningen voor mensen met het dementieel syndroom zijn echter al sinds de jaren '90 door de overheid teruggedraaid.

· Ouderen willen het liefste zo lang mogelijk thuis blijven wonen en daar sterven (ook omdat zij de alternatieven weinig aantrekkelijk vinden), maar het merendeel wordt in de laatste fase overgeplaatst naar ziekenhuis en/of verpleeghuis.

· De diversiteit van ouderen is nog lang niet voldoende terug te vinden in het netwerk van voorzieningen; onderzoek wijst uit dat er een grote discrepantie bestaat tussen de wensen van ouderen en het feitelijke aanbod. Dat geldt in het bijzonder voor allochtone ouderen.

Een groeiende groep ouderen ontbeert dus de zorg die ze wel degelijk nodig hebben (zorgmissers). Onder hen een beperkt aantal zorgmijders - degenen die geen heil meer verwachten van `de zorg'. Het zijn echter vooral de gebrekkige en gebrekkig afgestemde voorzieningen (sociale zekerheden, wonen, welzijn en zorg) die zorgmissers en -mijders creëren.