Vragen van de leden Kalsbeek, Van Heemst en Dijsselbloem (allen PvdA) aan de minister van Justitie, de minister voor Vreemdelingenzaken en Integratie en de staatssecretaris van VWS
over groepsverkrachtingen
1 Hebt u kennisgenomen van de publicatie het Nederlands Studiecentrum Criminaliteit en Rechtshandhaving waaruit blijkt dat minderjarige jongens in Nederland ten minste 200 groepsverkrachtingen of aanrandingen per jaar plegen?
2 Wat vindt u van het gegeven dat tweederde van de daders allochtone jongens zijn?
3 Weet u of de culturele achtergrond van daders een rol speelt bij het plegen van deze misdrijven? Bent u bereid dit zonodig nader te laten onderzoeken?
4 Op welke wijze denkt u het aantal groepsverkrachtingen of aanrandingen terug te dringen? Denkt u hierbij alleen aan strafrechtelijke vervolging van daders of ook aan preventief beleid?
5 Hoe heeft het onderzoek naar het aantal groepsaanrandingen plaats kunnen hebben terwijl in antwoord op eerdere vragen van deze leden, (TK, 348, 2003-2004) de Kamer als antwoord kreeg dat groepsaanranding niet als delict is opgenomen in het Wetboek van Strafrecht en derhalve ook niet als zodanig in politie- en justitiesystemen wordt geregistreerd en dat etniciteit niet wordt geregistreerd?
6 Acht u het tijd om bij seksuele voorlichting op scholen aandacht te besteden aan omgangsvormen tussen vrouwen en mannen in het algemeen en het vrouwbeeld onder islamitische jongens in het bijzonder? Bent u bereid uw eerdere, zéér terughoudende antwoorden op dit punt, te weten dat het aan een school zelf is in welke mate ze hieraan aandacht besteden, naar aanleiding van dit zeer verontrustende onderzoek opnieuw tegen het licht te houden?
Partij van de Arbeid