Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap

logoocw

Aan de voorzitter van de Tweede Kamer

der Staten Generaal

Postbus 20018

2500 EA Den Haag

Den Haag Ons kenmerk 7 december 2004 ACB 2004 56968

Onderwerp Bijlage(n) Amendementen en moties voorgesteld in het 1. financieel overzicht Notaoverleg Cultuur van 22 november

Tijdens het Notaoverleg van 22 november 2004 over de Cultuurnota 2005-2008 heeft de Kamer een groot aantal amendementen en moties ingediend. Een aantal daarvan heeft als strekking aan cultuurinstellingen die een aanvraag hebben gedaan in het kader van de Cultuurnota, alsnog subsidie toe te kennen of de subsidie te verhogen. Een aantal amendementen en moties heeft betrekking op budgetten van andere departementen. Ik heb de Kamer toegezegd dat ik de verzoeken mee zou nemen naar het kabinet en dat ik vóór de stemmingen een schriftelijke reactie zou geven.

Het kabinet heeft de verzoeken van de Kamer waarvan de verschillende dekkingsvoorstellen ten laste komen van de budgetten van andere departementen goed bestudeerd en besproken. Het kabinet komt in alle gevallen tot de conclusie dat er geen andere mogelijkheden voor eventuele inwilliging van de verzoeken van de Kamer zijn dan binnen het budget dat beschikbaar is gekomen met de motie Verhagen c.s. Dit betekent dat het kabinet de amendementen en moties over middelen van Economische Zaken, Justitie, loterijmiddelen en fiscale middelen ontraadt.

Van de resterende wensen van de Kamer heb ik zorgvuldig afgewogen op welke punten ik de Kamer tegemoet kan komen, binnen het budget van de extra 10 miljoen euro. In mijn afwegingen over wensen over afzonderlijke instellingen is het advies van de Raad voor Cultuur een blijvende leidraad. Daarnaast houd ik mij aan mijn beleidsuitgangspunten voor herziening van de ondersteuningsstructuur uit mijn Beleidsbrief Meer dan de Som en de Cultuurnota. Instellingen met een negatief kwaliteitsoordeel kunnen dus niet alsnog in aanmerking komen voor een subsidietoekenning in het kader van de Cultuurnota. Ondersteunende instellingen krijgen de gelegenheid om voor 1 maart 2005 een beleidsplan in te dienen. Deze zullen worden beoordeeld op basis van de uitgangspunten die ik nog in december 2004 zal publiceren.
Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
Rijnstraat 50, Postbus 16375, 2500 BJ Den Haag T +31-70-412 3456 F +31-70-412 3450 W www.minocw.nl

blad 2/8

De reactie van het kabinet op alle ingediende amendementen en moties treft u hieronder aan. Bijlage 1 bevat een financieel overzicht.

Amendementen
11/105 ­ Dittrich ­ Compenseren korting cultuur (afdrachten kansspelen) Dit amendement wordt ontraden: bij de Algemene Financiële beschouwingen heeft de Kamer zich vastgelegd op het voorstel van het kabinet, hoe de budgettaire ruimte over de hoofdstukken wordt verdeeld. Eventuele wijzigingen van een begrotingshoofdstuk dienen dus binnen dat kader te geschieden. Overigens zijn de ontvangsten op de Financiënbegroting ook geheel ingezet ter dekking van het begrotingsbeeld; bij ontvangsten is nooit sprake van "vrije ruimte". Ook de kleine verhoging in 2006 is geheel in het budgettaire beeld verwerkt. De dekking van het amendement is daardoor ondeugdelijk.

66/101 ­ Leerdam ­ Versterken van cultuur en integratie Aan het amendement om middelen te bestemmen voor culturele producties voor interculturele ontmoeting ben ik met de invulling van de middelen van de motie Verhagen voor een deel al tegemoet gekomen. Daarnaast zullen alle fondsen op mijn verzoek een deel van hun budget aanwenden voor interculturele programma's. Ook in deze brief neem ik een aantal voorstellen uit dit amendement over. Ik kom daar hieronder op terug. Het onderdeel van het amendement om de middelen voor integratie vanuit de begroting van Justitie ter dekking aan te wenden wordt ontraden. Deze middelen zijn hard nodig om samen met de gemeenten de ambitieuze doelstelling t.a.v. het inburgeren van nieuw- en oudkomers te verwezenlijken. Dekking voor dit amendement uit artikel 13 op h VI is daarom niet voorhanden.

74/82/101 ­ Van der Vlies, Slob/Vergeer/Leerdam ­ Bijbels Museum Het amendement om het Bijbels Museum subsidie te verlenen neem ik deels over. Ik zal het museum voor twee jaar een subsidie verlenen. Als het museum erin slaagt binnen die twee jaar een visie te ontwikkelen die tegemoet komt aan de kritiek van de Raad voor Cultuur betreffende het interculturele beleid, verleen ik het museum ook subsidie in 2007 en 2008.

77 ­ Gerkens ­ Nationaal Pop Instituut
Dit amendement wordt ontraden: het Nationaal Pop Instituut is aangemerkt als ondersteunende instelling en zal als zodanig in staat worden gesteld voor 1 maart 2005 een nieuwe subsidieaanvraag in te dienen.

78/97 ­ Gerkens/Dittrich ­ Amsterdam Dance Event (ADE) Deze amendementen strekken ertoe een versterking van de programmering van ADE mogelijk te maken, onder verwijzing naar het advies van de Raad voor Cultuur die adviseert tot subsidiëring. Het raadsadvies is niet gevolgd omdat ADE onderdeel is van de activiteiten van Conamus, die ik reken tot de ondersteunende instellingen. Conamus krijgt de gelegenheid voor 1 maart 2005 een nieuwe aanvraag in te dienen. Ik kan de Kamer niettemin deels tegemoet komen. Ik ben bereid om ADE voor het jaar 2005 een projectsubsidie toe te kennen als pilot in het kader van het in 2005 verder te ontwikkelen beleid rond Cultuur en Economie.

blad 3/8

79 ­ Vergeer ­ Salon-, dans- en filmorkest Max Tak Dit amendement wordt ontraden: de Raad voor Cultuur heeft in zijn advies van 13 oktober 2004 over de motie Verhagen c.s. een bedrag van 100.000 per jaar geadviseerd voor Max Tak. Dit advies heb ik overgenomen. Om deze reden zie ik geen aanleiding extra subsidie te verlenen.

80/99/101 ­ Vergeer/Dittrich/Leerdam ­ Slagwerkgroepen Den Haag en Amsterdam Deze amendementen strekken ertoe de slagwerkensembles voor Nederland te behouden, onder verwijzing naar het positieve kwaliteitsoordeel van de Raad voor Cultuur. Ik kan de Kamer in deze wens tegemoet komen. Ik ben bereid om de Slagwerkgroep Den Haag en de Slagwerkgroep Amsterdam te subsidiëren. Het raadsadvies verzet zich hier niet tegen. Gezien de normering die binnen de muziek heeft plaatsgevonden ligt een subsidie van 49.000 per jaar voor de hand. Ik zal het Fonds voor Amateurkunst en Podiumkunsten mandateren uitvoering te geven aan de subsidierelatie, in overeenstemming met het arrangement voor vergelijkbare ensembles.

81 ­ Vergeer ­ Dogtroep
Dit amendement wordt ontraden: de subsidie van de Dogtroep is al verhoogd naar aanleiding van de motie Verhagen c.s. Om die reden zie ik geen aanleiding tot het nogmaals verhogen van de subsidie.

84 ­ Kraneveldt ­ Briza
Dit amendement wordt ontraden: het negatieve advies van de Raad voor Cultuur geeft mij geen enkele aanleiding voor het alsnog toekennen van subsidie.

85 ­ Kraneveldt ­ Handtheater
Dit amendement wordt ontraden: de subsidie van het Handtheater is al verhoogd naar aanleiding van de motie Verhagen c.s., waarmee de korting van het ministerie van VWS gecompenseerd wordt. Om die reden zie ik geen aanleiding de subsidie nogmaals te verhogen.

96 ­ Dittrich ­ Drie begeleidingsorkesten
Dit amendement strekt ertoe de kortingen op drie begeleidingsorkesten (Holland Symfonia, Nederlands Philharmonisch Orkest en Orkest van het Oosten) zoveel mogelijk ongedaan te maken. Ik ben bereid het amendement om 600.000 vrij te maken ten behoeve van een subsidieverhoging voor de drie orkesten over te nemen. Het raadsadvies is positief over de uitvoeringskwaliteit van deze orkesten.

98 ­ Dittrich ­ De Appel (Amsterdam)
Het amendement om de subsidie aan De Appel te verhogen neem ik over. Ik ben bereid de subsidie aan De Appel te verhogen met 70.000 ten behoeve van de internationale curatorentraining.

100 ­ Dittrich ­ IHLIA
Het amendement om de functie van het Internationaal Homo/Lesbisch Informatiecentrum en Archief (IHLIA) te behouden neem ik over in die zin dat ik de Raad voor Cultuur, die negatief over het presteren

blad 4/8

en de aanvraag van IHLIA oordeelde, wil vragen aan te geven hoe behoud en beheer van de unieke collectie mogelijk blijft. Ik zal de benodigde middelen vooralsnog reserveren.

106/101 ­ Dittrich/Leerdam ­ AIDA
Het amendement om de Stichting AIDA toch subsidie te verlenen neem ik gedeeltelijk over. Gevluchte kunstenaars leveren een belangrijke bijdrage aan de Nederlandse kunstwereld, zeker wanneer zij erin slagen te werken op het snijvlak van hun eigen achtergrond en de Nederlandse situatie. In dit opzicht speelt AIDA als steunorganisatie van gevluchte kunstenaars een belangrijke rol. Ik ben bereid AIDA een subsidie voor het jaar 2005 te verlenen ter hoogte van het subsidieniveau 2001-2004 van 35.960. Vanwege het feit dat AIDA is gecategoriseerd als ondersteunende instelling krijgt deze instelling, evenals de andere ondersteunende instellingen, subsidie voor één jaar met de mogelijkheid voor de jaren 2006-2008 subsidie aan te vragen.

108 ­ Van Vroonhoven-Kok ­ Instandhoudingsbeleid monumenten Dit amendement wordt ontraden. De nieuwe regeling gaat van start in 2006 en zal vanaf 2007 effectief zijn. Gedurende de overgangsperiode kunnen op basis van de BRIM subsidies worden verleend voor onderhoud en gedeeltelijk herstel. Tijdens de overgangsperiode kan daarnaast met hulp van subsidies uit de huidige regeling BRRM worden gerestaureerd. Na de overgangsperiode (2011) worden in principe alle subsidies, onderhoud, gedeeltelijk herstel en restauraties op grond van de nieuwe regeling BRIM verleend. Er is op dit moment zoals bekend nog een restauratieachterstand die voor het verstrijken van de overgangsperiode (2011) ingelopen moet zijn. Daarvoor is tot 2011 successievelijke inzet van extra middelen (181.5 miljoen) nodig in de eenmalige sfeer. Het kabinet heeft om die reden recent een tranche beschikbaar gesteld die op korte termijn nodig is. Met die tranche, de extra 20 miljoen uit de najaarsnota, kunnen de 11 lopende Kanjerrestauraties in 2005 worden voortgezet.

109 ­ Van Vroonhoven-Kok ­ Restauratie Opleidingsprojecten ROP Dit amendement wordt deels overgenomen.
In de periode 2001-2004 is een convenantafspraak met een aantal provincies gemaakt over gedeelde financiering van de ROP's. Tijdens de afgelopen convenantoverleggen heeft landsdeel Oost aangegeven deze afspraak te willen continueren. De overige provincies zagen hier geen aanleiding voor. Belangrijkste reden om de ROP's te financieren was om een tijdelijke impuls te geven aan het opleiden van voldoende geschoolde vakmensen om de monumenten te restaureren. Die impuls was bewust tijdelijk. Inmiddels hebben alle gemeenten in Overijssel (landsdeel Oost) het project zelf voortgezet. Zij ondertekenden onlangs met Bouwradius en de Stichting RIBO een convenant Restauratie Opleidingsprojecten. Ik ben bereid in overleg met de provincies na te gaan of er nog behoefte is aan een aanjaagfunctie voor dit doel. Ik zal hiervoor een bedrag van 150.000 reserveren.

110 ­ Van Vroonhoven Kok/Kraneveldt ­ Amateur-muziekkorpsen, - koren en - orkesten Het amendement om 300.000 vrij te maken voor de inzet van professionele componisten ten behoeve van de amateurmuziek neem ik gedeeltelijk over. Unisono ontvangt al geruime tijd middelen via het Fonds voor Amateurkunst en Podiumkunsten (FAPK) ten behoeve van compositieopdrachten. Ik zal het

blad 5/8

FAPK ruimte geven om hier nog eens 150.000 extra aan te kunnen besteden. Ik zal dit bedrag oormerken voor het verstrekken van opdrachten aan componisten ten behoeve van de amateur-muziek en voor het breder bekend maken van het nieuwe Nederlandse repertoire via bijvoorbeeld media. Besteding van de middelen zal door het FAPK gebeuren in overleg met het amateurveld.

111/101 ­ Rijpstra/Leerdam ­ CaDance
Dit amendement zal ik overnemen. Ik ben bereid in aanvulling op de subsidie van de gemeente Den Haag een subsidie van 50.000 toe te kennen.

112- Rijpstra ­ Het Nationaal Rijtuigmuseum
Dit amendement zal ik gedeeltelijk overnemen. Ik zal in overleg treden met de provincie Groningen om de collectie, die deels rijkscollectie is, niet teloor te laten gaan. Ik ben bereid een bedrag van 50.000 per jaar voor het behoud van de collectie te reserveren.

113 ­ Rijpstra - Fotografie Noorderlicht
Dit amendement wordt ontraden: in het kader van het convenant met het Noorden heeft Fotografie Noorderlicht een subsidie van 50.000 toegekend gekregen waarmee de instelling boven het huidige subsidieniveau uitkomt. Om die reden zie ik geen aanleiding voor het nogmaals verhogen van de subsidie.

114 ­ Rijpstra ­ Tryater
Dit amendement wordt ontraden: Tryater heeft een subsidietoekenning ontvangen op het huidige niveau. De Raad voor Cultuur is van mening dat mede gezien de substantiële verhoging van de rijkssubsidie vier jaar geleden het nu aan de lokale overheden is om extra wensen van Tryater mogelijk te maken. Dit advies is gevolgd; in het convenantoverleg met het Noorden is afgesproken dat de provincie Friesland de subsidie zou verhogen.

115/101 ­ Rijpstra/Leerdam - Noord Nederlands Toneel Het amendement om de subsidie aan het Noord Nederlands Toneel te verhogen met 250.000 neem ik over, zij het voor een bedrag van 175.000. Het Noord Nederlands Toneel wordt met de huidige toekenning op het huidig subsidieniveau gesubsidieerd. Het extra bedrag is bedoeld als tegemoetkoming in de kosten voor het instandhouden van het door de Raad voor Cultuur geroemde NNT-systeem, het jongerenproject en de investering in jong talent.

Moties
116 ­ Leerdam ­ voorstel invulling amendementen
Met deze motie verzoekt de Kamer de regering om vóór 15 december 2004 een voorstel te doen om het geld van de amendementen Leerdam in te vullen. Met de brief naar aanleiding van de motie Verhagen c.s. zijn subsidies voor de distributie voor de kwetsbare film, het Handtheater, de letterenfondsen, Max Tak salon-, dans- en filmorkest en Delta toegekend. Zoals blijkt uit de reactie op de bovenstaande amendementen wordt ook (deels) tegemoet gekomen aan wensen met betrekking tot AIDA, Het Nationaal Rijtuigmuseum, Noord Nederlands Toneel, CaDance en de beide Slagwerkgroepen.

blad 6/8

Ten aanzien van RAZ kan worden gemeld dat in het kader van de convenantbesprekingen met Landsdeel Zuid een reservering is opgenomen voor een dansvoorziening voor het zuiden. Daarnaast heeft Theaterfestival Boulevard Den Bosch een verhoging ten opzichte van het raadsadvies gekregen. In relatie tot Delphine zal ik het FAPK vragen te onderzoeken wat een goede aanpak is om in het culturele voorzieningenniveau ruimte te behouden specifiek voor vrouwelijke theatermakers, hier ook de rol van productiehuizen en werkplaatsen bij te betrekken en hiervoor 50.000 te reserveren.

117 ­ Van Vroonhoven-Kok, Kraneveldt, Rijpstra, Van der Vlies, Slob, Halsema Deze motie draagt de regering op de resterende middelen in de loop van 2005 beschikbaar te stellen, zodat genoemde restauraties (kanjermonumenten) kunnen worden afgerond. Deze motie wordt ontraden. Het kabinet heeft bij de Najaarsnota 20 miljoen beschikbaar gesteld voor de zogenaamde Kanjerregeling. Bij zijn besluit heeft het kabinet tegelijkertijd opgemerkt dat bij de volgende begrotingsbesprekingen zal worden bezien of de overige financiële middelen die ten behoeve van de Kanjerregeling benodigd zijn, ter beschikking kunnen worden gesteld.

119 ­ Vergeer
Deze motie verzoekt de regering Forum de toegekende subsidie voor 2005 voor de gehele cultuurnotaperiode te verschaffen en dit te dekken vanuit de middelen voor Cultuur en Economie. Deze motie wordt ontraden. Forum is aangemerkt als een ondersteunende instelling, heeft een beschikking ontvangen voor één jaar en kan opnieuw een beleidsplan indienen voor de periode 2006-2008.

120 ­ Vergeer, Leerdam, Kraneveldt, Halsema
Met deze motie wordt de regering verzocht advies te vragen aan de Raad voor Cultuur over de mogelijke bijdrage die uit het jaarlijkse filmstimuleringsbudget van 20 miljoen euro geleverd kan worden aan distributie, educatie en vertoning.
Het budget dat het kabinet heeft vrijgemaakt voor het filmstimuleringsbeleid is een fiscaal budget ter hoogte van 20 miljoen euro. Hiervan wordt in 2005 5 miljoen ingezet voor de `Regeling voor Publieksfilms' die nodig is om de fiscale regeling te laten functioneren (zoals in de brief aan de Kamer d.d. 19-11-04 met het kenmerk Sc-04-46 is meegedeeld). Dit budget kan dus niet voor andere doeleinden worden ingezet.
Wel heeft het kabinet naar aanleiding van de motie Verhagen c.s. 160.000 extra ingezet voor een distributieregeling voor de kwetsbare film die door het Nederlands Fonds voor de Film wordt ontwikkeld en vanaf 2005 wordt uitgevoerd. In de Cultuurnota was al 115.000 beschikbaar gesteld voor distributie van de kinderfilm. Ik ben bereid naar aanleiding van deze motie het bedrag voor distributie van kwetsbare films alsnog structureel te verhogen met 35.000. Hiermee komt het budget op het door de raad geadviseerde bedrag.
Cinekid krijgt met de brief naar aanleiding van de motie Verhagen c.s. een subsidieverhoging van 75.000, waarmee deze instelling in de huidige cultuurnota in totaal 190.000 meer subsidie wordt toegekend ten opzichte van de vorige cultuurnota. Ik zal daarnaast op incidentele basis nog extra middelen voor projecten van Cinekid beschikbaar stellen in het kader van Cultuur en School. Hiermee meen ik voldoende tegemoet te zijn gekomen aan de wensen die de Kamer met deze motie heeft kenbaar gemaakt.

blad 7/8

121 - Vergeer, Leerdam, Halsema
Deze motie verzoekt de regering buiten de cultuurnota middelen beschikbaar te stellen om de medewerkers van het Zuiderzeemuseum een pensioenvoorziening te kunnen bieden. Deze motie wordt ontraden. Er zijn geen middelen beschikbaar voor dit doel.

122- Halsema
Deze motie verzoekt de regering de 2.5 miljoen euro in overeenstemming met de motie Verhagen c.s. aan te wenden voor het kunstbeleid en verzoekt de regering tevens een bedrag van 5.5 miljoen euro van de begroting van het ministerie van Economische Zaken en bestemd voor de TAOM-regeling (Technische Assistentie Opkomende Markten) te reserveren voor Cultuur en Economie. Deze motie wordt ontraden. Het reserveren van een bedrag van de begroting van het ministerie van Economische Zaken voor 'cultuur en economie', waar motie nr. 122 van het lid Halsema om verzoekt, is op dit moment niet aan orde. Het kabinet zal na onderzoek van onder andere het CPB de kamer in najaar 2005 rapporteren over de economische betekenis van cultuur. Het kabinet zal dan voorstellen doen voor de besteding van een impuls uit het cultuurbudget die ten goede zal komen aan kunsten en erfgoed.

123 ­ Halsema ­ effectrapportage arbeidsmarkt
Met deze motie wordt de Regering verzocht een effectrapportage op te stellen over de wijze waarop het kabinetsbeleid in brede zin de arbeidsmarkt- en inkomenspositie van kunstenaars beïnvloedt, deze rapportage aan de kamer te zenden en tevens te betrekken bij de beleidsnotitie Cultuur en Economie. Het kabinet zal dit verzoek meenemen bij de voorbereiding en uitwerking van het beleid Cultuur en Economie.

Ruimte voor nieuw beleid
Het kabinet wil zich inzetten voor een cultuurbeleid dat niet alleen zekerheid biedt aan de gesubsidieerde instellingen, maar ook nieuwe ontwikkelingen mogelijk maakt. Daarom hecht ik zeer aan ruimte en middelen voor Cultuur en Economie. Ik kan de Kamer daarbij verzekeren dat de beleidsinzet op dit gebied ten goede zal komen aan de kunsten en het erfgoed. Sterker nog: hij heeft tot doel nieuwe investeringen voor cultuur te genereren, ook uit particuliere bron. Het nieuwe beleid wordt vormgegeven in overleg met de bewindslieden van Economische Zaken. Ook culturele instellingen houden zich immers bezig met innoveren, exporteren en investeren, zodat het goed is de aansluiting ervan op het generieke economische instrumentarium te verbeteren. Zoals een bloeiende cultuursector goed is voor onze economie, zo draagt een sterk cultureel ondernemerschap bij aan een dynamische cultuursector.
Uitgangspunten van het beleid zijn: allianties met bestuurlijke partners en marktpartijen en geen structurele maatregelen. In overleg met Economische Zaken zal ik onderzoeken welke instrumenten kunnen worden ingezet, zoals ­ in antwoord op de Kamer ­matching grants. De gereserveerde middelen dienen als basis om pilots te ontwikkelen, samenwerkingsverbanden aan te gaan. Het gehele pakket zal het kabinet zoals aangekondigd uitgebreid behandelen in het najaar van 2005, in de nota Cultuur en Economie.

blad 8/8

Samenvattend
Met deze brief geeft het kabinet in reactie op dringende verzoeken van de Kamer ten aanzien van een flink aantal cultuurinstellingen alsnog een toekenning, verhoging of reservering. Het Bijbels Museum, Het Nationaal Rijtuigmuseum en IHLIA krijgen een herkansing. Het Amsterdam Dance Event en AIDA krijgen voor één jaar subsidie. De beide slagwerkgroepen Amsterdam en Den Haag en CaDance ontvangen alsnog subsidie. De subsidiekorting van drie orkesten wordt vrijwel ongedaan gemaakt. Het Noord Nederlands Toneel en De Appel ontvangen een subsidieverhoging. En tot slot is het budget bij het FAPK verhoogd voor amateurkunst.

Financiële dekking
Ik heb voor de financiële dekking middelen gevonden uit een aantal posten in mijn brief van 2 november 2004 over de inzet van de door de Kamer beschikbaar gestelde extra 10 miljoen euro. Het budget dat is aangemerkt voor Algemeen Cultuur en bestemd is om in te spelen op actuele ontwikkelingen, is hiermee in zijn geheel besteed. Daarnaast heb ik dekking moeten halen uit het budget Cultuur en Economie, dat hiermee is teruggebracht van 500.000 in 2005 tot ruim 200.000 euro in 2005, van 2.5 miljoen in 2006 en volgende jaren tot 1.4 miljoen in 2006 en 1.9 miljoen in 2007 en 2008. Ik heb 250.000 ten laste gebracht van het FAPK. Tot slot heb ik een verschuiving in het budget voor frictiekosten toegepast, omdat het budget deels ook benodigd zal zijn in 2006. De totale omvang van het budget blijft hetzelfde.
Hiermee heeft het kabinet zijn uiterste best gedaan om waar mogelijk tegemoet te komen aan de door de Kamer ingediende amendementen en moties, voor een bedrag van totaal 1.737.960.

Tot besluit
Zodra de Kamer heeft ingestemd met het begrotingsartikel Cultuur, zal ik de beschikkingen aan de betreffende instellingen doen toekomen.
Ik vertrouw erop dat het kabinet met deze invulling in voldoende mate is tegemoetgekomen aan de wensen van de Kamer, en dat de besluitvorming over de Cultuurnota 2005-2008 spoedig succesvol kan worden afgerond.

De staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

(mr. Medy C. van der Laan)