Energieraad
PERSBERICHT
Datum: 7 december 2004
Oproep adviesraden: hogere prioriteit nodig voor duurzame
energiehuishouding
Onze energiehuishouding is niet duurzaam. De VROM-raad en de Energieraad achten
dit een ernstige bedreiging voor onze samenleving. Problemen als
klimaatverandering en de groeiende afhankelijkheid van olie en gas uit politiek
instabiele regio's moeten met hogere prioriteit worden aangepakt. De ombouw
(transitie) van ons energiesysteem naar een duurzaam systeem is complex en zal
decennialang duren, hiermee moet nú al worden begonnen via een versterkt
internationaal en nationaal beleid. De overheid is in dit vernieuwingsproces de
aangewezen partij om als regisseur leiding te geven aan het daarvoor benodigde
samenspel tussen bedrijfsleven, kennisinstellingen, maatschappelijke organisaties,
consumenten en haarzelf. Het gaat daarbij om gericht en gedurfd innoveren van het
energiesysteem vanuit een langetermijnvisie en om het scheppen van kansen voor
het Nederlandse bedrijfsleven. Dat is de kern van het gezamenlijke advies
"Energietransitie: klimaat voor nieuwe kansen" dat de raden op 6 december hebben
overhandigd aan minister Brinkhorst en staatssecretaris Van Geel.
Internationaal moet Nederland zich inzetten voor een betere samenwerking en
taakverdeling bij de ontwikkeling van nieuwe, duurzamere energietechnieken. Nationaal
moet Nederland vooral werken aan innovatieve oplossingen die aansluiten bij de sterke
punten en specifieke omstandigheden van ons land. Op die manier ontstaan kansen voor
ons bedrijfsleven om zich een goede positie te verwerven op de groeiende wereldmarkt voor
efficiëntere en duurzame energieproducten, zoals geavanceerde gastechnologie, moderne
biomassatoepassingen, ondergrondse opslag van CO2 en goedkopere zonnecellen.
Daarvoor is nodig dat scherpere keuzes worden gemaakt, want Nederland kan zijn talenten
en middelen nu eenmaal niet op alle fronten inzetten. De raden geven hiervoor criteria aan.
Het decennialange transitieproces vraagt om langdurig commitment van overheid,
bedrijfsleven en andere betrokken partijen en om consistentie van beleid. De politiek zal in
dit innovatiegedreven veranderingsproces beter moeten leren omgaan met de daaraan
verbonden onzekerheden en onvermijdelijke mislukkingen. Voor korte-termijn-opportunisme
of een `afrekencultuur' is in zo'n proces geen plaats.
Het ministerie van Economische Zaken heeft een goede start gemaakt met de
transitie naar een duurzame energiehuishouding, maar die aanpak moet worden
verbreed en geïntensiveerd. De verduurzaming van de energiehuishouding moet
veel meer doorwerken in andere beleidsterreinen zoals wonen, verkeer en vervoer
en land- en tuinbouw.
De raden doen hiertoe een aantal voorstellen, zoals:
- meer samenwerken met gelijkgestemde landen.
- instellen van een Energietransitiecommissie op hoog niveau voor de strategische
aansturing van het transitieproces.
- opzetten van een lange-termijn-financieringssysteem (Energietransitiefonds) waardoor de
beschikbare middelen voor energie-innovaties minder afhankelijk worden van politieke en
conjuncturele veranderingen.
- intensiveren van het energiebesparingstempo: Nederland moet terug naar een niveau van
2% besparing per jaar.
- scherper selecteren in onderzoek- en ontwikkelingsprogramma's. Energieopwekking met
fossiele brandstoffen in combinatie met ondergrondse CO2-opslag verdient meer
aandacht.