Openbaar Ministerie

Persberichten
Landelijk Parket, 7 december 2004

Vermoedelijk medeplichtige van Saddam Hoessein aangehouden

In opdracht van het Landelijk Parket heeft de Nationale Recherche maandag in Amsterdam een 62-jarige man aangehouden die wordt verdacht van betrokkenheid bij de door Saddam Hoessein gepleegde oorlogsmisdrijven en genocide.

De man wordt verdacht van de levering van duizenden tonnen grondstoffen voor chemische wapens tussen 1984 en 1988 aan het voormalige regime in Bagdad. De chemische wapens zijn door de regering van Irak ingezet in de oorlog met Iran en tegen de Koerdische bevolking in Noord-Irak. Het strafrechtelijk onderzoek door de Nationale Recherche in samenwerking met de FIOD-ECD wordt uitgevoerd op basis van de Wet Oorlogsstrafrecht en de Uitvoeringswet Genocideverdrag.

Het onderzoek bracht aan het licht dat de verdachte vermoedelijk rechtstreeks zaken deed met de autoriteiten in Irak. Hij maakte daarbij gebruik van financiële schijnconstructies om de betrokkenheid van zichzelf en Irak buiten het zicht te houden. De man bediende zich van een Panamese onderneming die in het Zwitserse Lugano was gevestigd.

De grondstoffen voor mosterdgas en zenuwgassen waren afkomstig uit Japan en de Verenigde Staten. Het onderzoek richt zich op 36 leveringen, waaronder een tweetal zendingen fabrieksmaterialen voor Irak. Volgens de Verenigde Naties is de Nederlander een van de grootste tussenhandelaren in de verwerving van chemische materialen door Irak.

In verband met de verboden export naar Irak stelde US Customs in Baltimore enkele jaren geleden al een strafrechtelijk onderzoek in. Uit het Amerikaanse onderzoek bleek dat de Nederlander betrokken was bij een viertal ladingen Thiodyglycol (TDG) die vanuit de Verenigde Staten naar Europa waren verscheept. Via de havens van Antwerpen en Aqaba in Jordanië bereikten de grondstoffen voor chemische wapens Irak.

Op verzoek van de Verenigde Staten werd de Nederlander op 26 januari 1989 aangehouden in Milaan. Maar nadat na twee maanden zijn uitleveringsdetentie was geschorst vluchtte de man naar Irak, waar hij verbleef tot de inval van de militaire coalitie in 2003. Daarna vertrok hij via Syrië naar Nederland.

Uit verschillende bronnen valt af te leiden dat de Nederlander op de hoogte was van de bestemming en het uiteindelijke doel van de door hem geleverde grondstoffen. Een van de bekendste aanvallen met chemische wapens is de vernietiging van het Koerdische stadje Halabja op 16 maart 1988. Tijdens deze aanval werden naar schatting 5000 mensen gedood. De aanval is een voorbeeld van Hoesseins politiek van systematische vernietiging van de Koerdische bevolking. Uit officiële Irakese documenten blijkt dat het regime van Hoessein met de operatie tegen de Koerden dit volk wilde vernietigen.

In het onderzoek is door het Landelijk Parket en de Nationale Recherche samengewerkt met de Verenigde Staten, Zwitserland, Italië, Duitsland, België en Jordanië. De Nationale Recherche spoorde getuigen op in Denemarken, het Verenigd Koninkrijk, Nederland en Jordanië die verklaringen hebben afgelegd over het gebruik van chemische wapens door Irak en de slachtoffers die daarbij zijn gevallen.

De verdachte is na zijn aanhouding in verzekering gesteld vanwege overtreding van de Wet Oorlogsstrafrecht en medeplichtigheid tot genocide. De man wordt later deze week voorgeleid aan de rechter-commissaris in Arnhem.

Voor informatie: Wim de Bruin