Ministerie van Justitie

Persbericht

Kabinet verbiedt organisaties op terrorismelijsten 7 december 2004

Het kabinet pakt internationaal terrorisme krachtiger aan. Organisaties die op terrorismelijsten staan van de Europese Unie mogen in Nederland niet meer actief zijn, en deelneming aan de activiteiten van zon organisatie wordt strafbaar. Dit geldt onder meer voor de PKK, Hamas, Stichting Al-Aqsa Nederland, Al-Takfir en de NPA (New Peoples Army).

Andere buitenlandse organisaties kunnen door de rechter in strijd met de openbare orde worden verklaard. Een en ander staat in een wetsvoorstel van minister Donner, mede namens minister Bot, waarmee de ministerraad heeft ingestemd. Het kabinet vergroot daarmee de civiel- en strafrechtelijke mogelijkheden om internationaal terrorisme te bestrijden.

Reeds nu geldt dat van organisaties die op EU-terrorismelijsten staan de bankrekeningen worden bevroren. Daarmee zijn hun financiële activiteiten aan banden gelegd. Het voorstel van het kabinet houdt in dat een dergelijke organisatie ook niet meer op andere wijze in Nederland actief mag zijn. Bijvoorbeeld nieuwe leden werven of bestuurders benoemen. Voor een verbod is het in de ogen van het kabinet voldoende als een organisatie voorkomt op een EU-terrorismelijst. Voor plaatsing op die lijst(en) is doorslaggevend dat een terroristische daad is gepleegd, een poging is gedaan of een bijdrage is geleverd. De Europese Unie stelt de lijsten bij unanimiteit vast. Daarnaast neemt de EU de terrorismelijst van het VN-sanctiecomité over, waarop organisaties staan die gelieerd zijn aan Taliban/Al Qaida. Een verbod betekent geen ontbinding van de terroristische organisatie maar wel dat voortzetting van de activiteiten strafbaar is. Daarop staat een gevangenisstraf van een jaar.

De andere regeling in het wetsvoorstel maakt het mogelijk op te treden tegen buitenlandse organisaties die onrechtmatige activiteiten verrichten in Nederland. Voordat deze organisaties kunnen worden aangepakt, moet de civiele rechter eerst verklaren dat gehandeld is in strijd met de openbare orde. Het OM dient een verzoek in voor die verklaring. De rechter beoordeelt het maatschappelijk doel en de werkzaamheden van zon organisatie, en bepaalt vervolgens of ze in strijd zijn met de openbare orde. De maatregel is bedoeld om op te treden tegen instanties die niet op de EU-terrorismelijsten voorkomen.

Het gevolg van de verklaring van de rechter is dat de in Nederland aanwezige goederen aan een zogeheten procedure van vereffening worden onderworpen, zodat de zaak ook financieel kan worden afgesloten. De organisatie heeft daarna in Nederland geen vermogen meer. De activiteiten van de buitenlandse rechtspersoon in Nederland worden zo daadwerkelijk beëindigd. Degene die de regel overtreedt door de werkzaamheden voort te zetten, hangt eveneens een jaar gevangenisstraf boven het hoofd.

Zie voor de meest recente ontwikkelingen European External Relations