29 738
Wijziging van de Werkloosheidswet en enige andere wetten, in verband met afschaffing
van de kortdurende uitkering en aanscherping van de wekeneis
NOTA VAN WIJZIGING
Het voorstel van wet wordt als volgt gewijzigd:
1
Het opschrift komt te luiden:
Wijziging van de Werkloosheidswet en enige andere wetten in verband met aanscherping
van de wekeneis
2
Artikel I komt te luiden:
Artikel I. Wijziging van de Werkloosheidswet
De Werkloosheidswet wordt als volgt gewijzigd:
A
Artikel 17, onderdeel a, komt te luiden:
a. in 52 weken onmiddellijk voorafgaande aan de eerste dag van werkloosheid in ten minste
39 weken als werknemer arbeid heeft verricht;.
B
Artikel 17a wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid wordt "39" vervangen door: 52.
2. In het tweede en vierde lid wordt "26" vervangen door: 39.
3. Het derde lid komt te luiden:
3. Bij algemene maatregel van bestuur kan voor bepaalde groepen werknemers het in artikel
17, onderdeel a, bedoelde aantal van 39 weken of van 52 weken lager worden gesteld.
C
Aan Hoofdstuk XB wordt een artikel waarvan de nummering aansluit op het laatste artikel
van dat hoofdstuk toegevoegd, luidende:
De artikelen 17, onderdeel a, en 17a en de daarop berustende bepalingen, zoals die luidden op
de dag voor inwerkingtreding van de Wet van (datum) tot wijziging van de Werkloosheidswet
en enige andere wetten in verband met
aanscherping van de wekeneis (Stb. ...), blijven van toepassing op een recht op uitkering
waarvan de eerste werkloosheidsdag is gelegen voor die dag.
3
Artikel II wordt als volgt gewijzigd:
a. Onderdeel A vervalt.
b. Onderdeel D komt te luiden:
D
Artikel 63 komt te luiden:
Artikel 63
Voor de toepassing van artikel 9, vierde lid, wordt, indien artikel 130h van de
Werkloosheidswet op de in dat lid bedoelde uitkering van toepassing was, voor "artikel 47
van de Werkloosheidswet" gelezen: artikel 52 van de Werkloosheidswet, zoals dat artikel
luidde op 31 december 2003.
4
De artikelen III, V en VI vervallen.
5
Artikel IV komt te luiden:
Artikel IV. Wijziging van de Invoeringswet stelselherziening sociale zekerheid
De Invoeringswet stelselherziening sociale zekerheid wordt als volgt gewijzigd:
A
In artikel 12, tweede lid, wordt "39" vervangen door: 52.
B
Na artikel 78 wordt een artikel ingevoegd, luidende:
Artikel 78a
Artikel 12, tweede lid, zoals dat luidde op de dag voor inwerkingtreding van de Wet van
(datum) tot wijziging van de Werkloosheidswet en enige andere wetten in verband met
aanscherping van de wekeneis (Stb. ...), blijft van toepassing op een recht op uitkering
waarvan de eerste werkloosheidsdag is gelegen voor die dag.
6
Artikel VII komt te luiden:
Artikel VII. Wijziging van de Wet kinderopvang
In artikel 6, eerste lid, onderdeel h, van de Wet kinderopvang wordt "artikel 29, derde lid"
vervangen door: artikel 29, tweede lid.
Toelichting
1. Algemeen
In de conceptverklaring van het kabinet van 8 november 2004 in reactie op het
conceptakkoord tussen in de Stichting van de Arbeid vertegenwoordigde centrale organisaties
van werkgevers en werknemers, is opgenomen dat het kabinet de behandeling van het
wetsvoorstel inzake de afschaffing van de kortdurende uitkering aanhoudt tot 1 april 2005.
De Sociaal Economische Raad (SER) levert voor 1 april het advies over de
toekomstbestendigheid van de WW. Een SER-advies dat (volgens ramingen van het Centraal
Planbureau (CPB)) vormt geeft aan eenzelfde volumereductie in de Werkloosheidswet (WW)
als de kabinetsvoornemens zal voor het kabinet zeer zwaarwegend zijn.
De behandeling van de door het kabinet voorgestelde wijziging in de referte-eisen WW wordt
voortgezet. Definitieve besluitvorming over de invoering wordt genomen mede in het licht
van het SER-advies. Het staat de SER vrij om, op dezelfde wijze als ten aanzien van de
kortdurende uitkering, vóór 1 april 2005 alternatieven aan te dragen.
Naar aanleiding van het bovenstaande worden in deze nota van wijziging alle bepalingen die
betrekking hebben op het afschaffen van de kortdurende uitkering uit het wetsvoorstel
gehaald.
2. Financiële gevolgen
In de memorie van toelichting is vermeld dat uit onderzoek kan geconcludeerd worden dat
aanscherping van de wekeneis van de huidige 26 uit 39 weken naar 39 uit 52 weken leidt tot
een instroomreductie in de WW van 9%. Dit betreft de instroomreductie in zowel de
kortdurende uitkering als de loongerelateerde uitkering. Uitgesplitst in uitkeringssoort
resulteert de aanscherping in een instroomreductie van 15% bij de kortdurende uitkering, en
van 8% bij de loongerelateerde uitkering. In de memorie van toelichting is alleen het effect
van het aanscherpen van de wekeneis op de instroom in de loongerelateerde uitkering
besproken. Omdat voorgesteld werd de kortdurende uitkering af te schaffen was het effect van
het aanscherpen van de wekeneis op de kortdurende uitkering niet relevant.
In onderstaande tabel is nu ook het effect van het aanscherpen van de (verlaagde) wekeneis
voor kortdurende uitkeringen opgenomen.
De aanscherping van de wekeneis zal leiden tot een volumereductie die oploopt van 7.000
uitkeringsjaren in 2005, naar 18.000 uitkeringsjaren in 2007, tot 21.000 uitkeringsjaren
structureel (zie tabel 1). Dit levert een bruto besparing (uitkeringslasten WW, TW en
uitvoeringskosten en TW) op van 120 mln euro in 2005 tot 393 mln euro structureel.
Nu het voorstel is beperkt tot het aanscherpen van de wekeneis daalt het directe effect op de
uitvoeringskosten tot 22 mln.
Volume-effecten WW aanscherpen wekeneis per 1-4- 2005:
2005 2006 2007 2008 Structureel
(* 1.000 uitkeringsjaren)
Aanscherpen reguliere wekeneis -7 -13 -17 -19 -19
Aanscherpen verlaagde wekeneis 0 -1 -1 -1 -2
Bruto volumereductie -7 -14 -18 -20 -21
Doorstroom FWI 3 6 7 8 8
Totaal netto-reductie -4 -8 -11 -12 -13
Financiële effecten aanscherpen wekeneis per 1-4-2005:
2005 2006 2007 2008 Structureel
(* 1 miljoen)
Aanscherpen reguliere wekeneis -116 -237 -310 -353 -362
Aanscherpen verlaagde wekeneis -5 -11 -17 -22 -31
Totaal brutobesparing -120 -248 -327 -376 -393
(inclusief uitvoeringskosten en TW)
Doorstroom FWI 32 65 84 96 100
Totaal netto-besparing -89 -183 -243 -280 -293
De Minister van Sociale Zaken
en Werkgelegenheid,
A.J. de Geus
Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid