Ingezonden persbericht


Antenne 2003:
Applaus, kritiek en advies

Jellinek Preventie vroeg zo'n tien mensen (uit politiek, wetenschap, GGZ, GG&GD, straathoekwerk en politie)
· wat zij de drie opmerkelijkste uitkomsten van Antenne 2003 vinden;
· welke drie bijbehorende - activiteiten prioriteit moeten krijgen;
· hoe respondenten kunnen bijdragen aan het succes van die activiteiten. Uiteindelijk konden zes mensen op tijd antwoorden. Hier volgt een samenvatting van hun antwoorden.

Opvallendste uitkomsten:

· 'Mooi werk, die Antenne. Opvalt, dat alcohol en tabak eigenlijk veel meer schade aanrichten dan de rest bij elkaar en dat al die justitiële aandacht voor drugs zo'n verspilling lijkt.
· Wat ook uit de kwalitatieve data blijkt is dat mensen meestal zelf, op basis van eigen ervaringen en ervaringen van anderen, besluiten om hun gedrag aan te passen. En niet vanwege het illegaal maken van drugs' (prof. dr. Gerjo Kok, hoogleraar psychologische theoriëen van gedragsverandering, Universiteit van Maastricht).


· 'Complimenten over Antenne 2003! Cocaïnegebruik lijkt verder toe te nemen. Dit is niet zonder risico. Het veroorzaakt een kille, soms agressieve sfeer en gaat vaak gepaard met stevig alcoholgebruik. Cocaïnegebruik lijkt minder dan andere drugs een voorbijgaand verschijnsel in de levensloop.
· Ook speed staat weer in de belangstelling, 'ontvlambaarheid' van gebruikers levert risico's op voor anderen.
· Sommigen melden dat de sfeer in de clubs nuchterder wordt en er minder drugs worden gebruikt en men er verstandiger mee om lijkt te gaan. Strengere fouillering zou mede debet zijn. Deze trend duidelijk signaleren en er positief over zijn.' (PvdA-raadslid dr. Peter Klerks).

Over het onderzoek onder clubgebruikers, waarbij Antenne gebruik maakt van 'site sampling', zo representatief mogelijk opgebouwde steekproeven per plek: 'In hoeverre is dit representatief? De respons is laag, en nog lager onder jongeren en laag opgeleiden. De vergelijkingen tussen de jaren - de auteurs zeggen het ook - gaat mank omdat in 2003 houseparty's niet zijn meegenomen. Misschien hadden ze deze keer ook buiten beschouwing gelaten moeten worden. Met deze reserves drie opvallende punten:
· Alcohol blijft speerpunt, ook bij jongeren.
· Veranderingen over de tijd gemeten lijken gering.
· Cocaïne blijft middel van belang.' (dr. Arnoud Verhoeff, hoofd Epidemiologie, Documentatie & Gezondheidsbevordering, EDG/GG&GD Amsterdam).

Met dezelfde reserves over representativiteit:

· 'Mij valt op dat de omvang van de groep weinig lijkt te veranderen in de loop der tijd. Hoe groot is de turnover, hoe groot is de in- en uitstroom?
· Opvallend is dat de nieuwkomers over het algemeen goed geïnformeerd zijn.
· Alcohol blijft het belangrijkste middel.' (dr. Frans Pijpers, hoofd Jeugdgezondheidszorg, GG&GD Amsterdam.

'Streetcornerwork' werkt niet in het clubcircuit.

· Opvalt dat er veel en gevarieerd gebruikt wordt in die clubcircuits.
· Verschuiving naar natuurlijker stimulantia (p. 129).
· Veel belangstelling voor illegale party's, dat heeft tot ongelukken geleid'. (Ide Kelderman, directeur St. Streetcornerwork).


· 'Opvallend is de algemene dalende trend in gebruik onder zowel uitgaanders als scholieren, die lijkt te wijzen op een 'nieuwe nuchterheid'.
· Internet is een belangrijke informatiebron voor vragenstellers, met name voor algemene vragen en vragen over eigen gebruik. Toch maakt internet de telefoon als informatiebron niet overbodig, vooral voor vragen over gebruik in de omgeving.
· Ruim een kwart van de uitgaanders geeft aan in het afgelopen jaar ziek te zijn geworden van middelengebruik tijdens het uitgaan.' (dr. Wim Gorissen, hoofd Preventie en Innovatie GGZ de Meren).

Te prioriteren activiteiten & mogelijke bijdragen aan het succes daarvan:
· 'Zet vooral in op harm reduction en op lange termijn op het legaliseren van drugs.
· Goed samenwerken met onderzoek.

· Beleidsverandering voorbewerken door expert meetings, gerichte publicaties, studiedagen.' (prof. dr. Gerjo Kok, hoogleraar psychologische theoriëen van gedragsverandering, Universiteit van Maastricht).


· 'Jellinek moet zich toeleggen op haar core business: gedegen hulpverlening aan mensen die zich melden met problematisch gebruik.
· Aanpak van alcoholmisbruik moet prioriteit krijgen, want alcohol veroorzaakt in de samenleving nog altijd veel meer problemen dan enige andere drug.
· Druggebruik onder horecapersoneel levert risico's op van te agressief optreden en ruzies. Het ondermijnt het vermogen om 'nuchter' te functioneren en situaties juist in te schatten. En dat, terwijl deze groep juist een belangrijke rol moet spelen bij het in goede banen leiden van het uitgaansleven.
· Vanuit de gemeenteraad kan voor de beschreven ontwikkelingen aandacht worden gevraagd. De PvdA zal zich hiervoor blijven inzetten en ik ben in onze fractie daarvoor aanspreekbaar. De Antenne-onderzoeken vormen een bruikbare informatiebron, die voorkomt dat beleid wordt gebaseerd op achterhaalde inzichten of vooroordelen.' (PvdA-raadslid dr. Peter Klerks).


· 'Er lijkt een gebrek aan voorlichting / preventie activiteiten gericht op cocaïne. Daarbij gebruik maken van opkomende norm van nuchterheid.
· Vanuit afdeling EDG/GG&GD zijn geen activiteiten gericht op deze doelgroep. Jellinek kan bestaand programma (Unity) aanpassen of programma ontwikkelen en invoeren dat gericht is op cokegebruik.' (dr. Arnoud Verhoeff, hoofd Epidemiologie, Documentatie & Gezondheidsbevordering, EDG/GG&GD Amsterdam).

'Je kan drie dingen doen: 1.Accepteren dat er altijd een zekere omvang van het probleem zal blijven bestaan, 2.Naast het huidige pakket van maatregelen andere inzetten en 3.de huidige activiteiten intensiveren.
· Accepteren ligt het meest voor de hand, er zijn teveel andere belangen gemoeid.
· Wel zou alternatieve tijdbesteding gevonden moeten worden.
· Vanuit JGZ/GG&GD hebben wij nu geen activiteiten gericht op deze doelgroep.
· Verminderen van problematisch gebruik vergt een brede en intensieve 'community approach' (aanpak met participatie vanuit de gemeenschap, jhb).' (dr. Frans Pijpers, hoofd Jeugdgezondheidszorg, JGZ/GG&GD Amsterdam.)


· 'Besteedt bij zowel clubpersoneel als bezoekers aandacht aan "Eerste Hulp Bij onwel worden na het innemen van Drugs".
· Wijs op de risico's van illegale party's.
· Bij het ontbreken van een bijsluiter, zou een campagne gericht op het geven van gebruiksadviezen door dealers geen luxe zijn.
· Misschien een cursus geven aan mensen uit de eigen kring van gebruikers of aan veldwerkers over het geloofwaardig verstrekken van informatie'. (Ide Kelderman, directeur St. Streetcornerwork).


· 'Voorlichting geven over de relatie tussen cannabis en psychosen, zeker bij jongeren bij wie psychotische stoornissen in de familie voorkomen. Wetenschappelijk komen er steeds meer aanwijzingen.
· Ga vooral door met de Vraagbaakfunctie, zowel op internet als telefonisch. Dit blijft een belangrijke aanvulling op de algemene voorlichting.
· Ga na waar niet-westerse uitgaanders uitgaan. Blijkbaar is er met de huidige methoden geen goed zicht op deze groep.
· Zet samenwerking tussen wetenschappelijk onderzoek in psychiatrie en verslavingszorg voort.
· Verspreidt de aldus verkregen kennis onder voorlichters in GGZ en verslavingszorg ('evidence based' werken).
· Sluit GGZ-preventie en verslavingspreventie steeds goed aan, vooral in het gebied van de 'geïndiceerde preventie': gericht op jongeren met lichte problematiek, te licht om in behandeling te nemen. Voorbeeld: Jellinekprojecten gericht op gebruikende schooluitvallers en GGZ-project voor jongeren met eerste justitiecontact bij De Meren.

Tip voor de lezer: vergelijk deze opmerkingen en adviezen met het hoofdstuk 'Verantwoording en Activiteiten' in Antenne 2003, waarin Jellinek Preventie uitlegt welke conclusies zij trekt voor haar werkzaamheden in de komende tijd. Over het algemeen genomen steunen bovenstaande adviezen de eerdere keuzes of voornemens van Jellinek Preventie.

Janhuib Blans
hoofd Jellinek Preventie
preventie@jellinek.nl