van het lid Karimi over de mensenrechten in Iran
Beantwoording kamervragen van het lid Karimi over de mensenrechten in
Iran
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Binnenhof 4
Den Haag
Directie Noord-Afrika en Midden-Oosten
Afdeling Golfstaten
Bezuidenhoutseweg 67
Postbus 20061
2500 EB Den Haag
Datum
3 december 2004
Behandeld
A.P. Wegerif
Kenmerk
DAM-652/04
Telefoon
070 348 5838
Blad
1/5
Fax
070 348 6639
Bijlage(n)
ap.wegerif@minbuza.nl
Betreft
Beantwoording vragen van het lid Karimi over de mensenrechten in Iran
Graag bied ik u hierbij de antwoorden aan op de schriftelijke vragen
gesteld door het lid Karimi over de mensenrechten in Iran. Deze vragen
werden ingezonden op 8 november 2004 met kenmerk 2040502930.
De Minister van Buitenlandse Zaken,
Dr. B.R. Bot
Antwoord van de heer Bot, minister van Buitenlandse Zaken, op vragen
van het lid Karimi over de mensenrechten in Iran.
Vraag 1
Herinnert u zich uw antwoorden op mijn Kamervragen van 16 september
2004, in het bijzonder uw antwoord op vraag 2, over de arrestaties van
journalisten en andere mensenrechtenactivisten in Iran?
Antwoord
Ja
Vraag 2
Heeft de Nederlandse ambassade namens de EU gepleit voor de vrijlating
van de tot dan toe gearresteerde (internet)journalisten, onder wie
Hanif Mazroui, Babak Ghafouri Azar, Shahram Rafie Zadeh, Ghorishi en
Mehdi Darayati?
Vraag 3
Bent u op de hoogte van het feit dat tot nu toe geen van de genoemde
personen is vrijgelaten?
Vraag 4
Bent u op de hoogte van de recente arrestaties van de journalisten en
medewerkers van NGO's Omid Memarian, Fereshteh Ghazi en Mahbubeh
Abbasgholizadeh?
Vraag 5
Welke acties bent u van plan te ondernemen richting de Iraanse
regering, die zich tot nu toe weinig aantrekt van de internationale
kritiek op de toenemende Iraanse repressie van de media?
Vraag 7
Bent u bereid de Iraanse regering te wijzen op de negatieve
consequenties die een verdere verslechtering van de
mensenrechtensituatie in Iran zal hebben voor de relatie tussen de EU
en Iran?
Vraag 9
Bent u bereid de Iraanse regering er op te wijzen dat zij haar
internationale verplichtingen, te weten de regels van een eerlijke
rechtsgang en de toegang van advocaten tot de gevangenen, dient te
respecteren? Zo neen, waarom niet?
Antwoord
De Nederlandse ambassadeur heeft op 24 november jl. met zijn collega
van het Verenigd Koninkrijk namens de EU een demarche uitgevoerd om te
protesteren en zorg uit te spreken over een aantal
mensenrechtenkwesties, waaronder de arrestatie van (internet-)
journalisten en -technici alsmede van NGO-medewerkers. Daarbij zijn de
in de vraag genoemde personen vermeld, waarvan overigens inmiddels een
aantal is vrijgelaten. Een persverklaring terzake in het Engels gaat u
hierbij toe.
De uitgevoerde demarche is andermaal bewijs van de grote waarde die de
EU hecht aan de naleving van de mensenrechten. Iran weet welke
belangrijke rol dit speelt in zijn betrekkingen met de EU.
Vraag 6
Bent u bereid bij het aanstaande bezoek (volgende week) 2) van de EU
Trojka aan Iran de onmiddellijke vrijlating van de onrechtmatig
gearresteerde journalisten te bepleiten?
Vraag 8
Bent u bereid met klem bij de Iraanse regering te pleiten voor een
ontmoeting tussen de EU Trojka en deze politieke gevangenen? Zo neen,
waarom niet?
Antwoord
Naar aanleiding van de door Nederland als EU-voorzitter uitgevoerde
evaluatie van de EU-Iran dialoog kondigde de RAZEB op 11 oktober jl.
het voornemen aan op korte termijn een EU troika missie naar Teheran
te sturen om de resultaten van deze evaluatie met de Iraanse
autoriteiten te bespreken. Gezien dit beperkte, door de RAZEB
gedefinieerde mandaat is ervoor gekozen om de zorgen die u in uw
vragen noemt, op andere wijze aan de orde te stellen (zie de
beantwoording van de vragen 2 t/m 5, 7 en 9 alsmede vraag 12).
Vraag 10
Hoe beoordeelt u, in het licht van de door Iran ondertekende c.q.
geratificeerde internationale verdragen, in het bijzonder over de
mensenrechten, het handelen van de Iraanse justitie, met name van de
openbare aanklager in Teheran, de heer Mortazawi? Welke mogelijkheden
ziet u om concrete maatregelen te nemen, zoals een visumbeperking
tegen de heer Mortazawi, die persoonlijk verantwoordelijk is voor het
sluiten van kranten en het arresteren van journalisten en medewerkers
van websites en NGO's?
Antwoord
Het is duidelijk dat Nederland en de EU kritiek hebben op de Iraanse
rechtsgang, waarbij uiteraard de openbare aanklager een belangrijke
rol vervult. De EU is regelmatig met de Iraanse autoriteiten in
gesprek over verbetering van de naleving van de mensenrechten en de
rechtsgang. Daarmee verdragen de in de vragen genoemde maatregelen
zich slecht.
Vraag 11
Welke stappen heeft u in uw hoedanigheid van EU-Voorzitter bij de
Iraanse autoriteiten ondernomen om te verhinderen dat Zhila Izadi, het
dertienjarige ter dood veroordeelde meisje uit Mahabad, wordt
gestenigd? Is de EU Trojka bereid met klem haar onmiddellijke
vrijlating te bepleiten?
Antwoord
Uit verschillende contacten van de Nederlandse ambassadeur in Teheran
is gebleken dat van steniging van Zhila Izadi geen sprake is. Zij zou
in een tehuis zijn opgenomen.
Vraag 12
Bent u bereid deze vragen te beantwoorden voor het vertrek van de EU
Trojka naar Iran volgende week?
Antwoord
Het bezoek heeft tot op heden nog geen plaats kunnen vinden, aangezien
Iran de missie niet zonder meer wilde ontvangen.
1) Aanhangsel-Handelingen nr. 198, vergaderjaar 2004-2005
2) Uw mededeling tijdens het begrotingsoverleg van 1 november 2004
Ministerie van Buitenlandse Zaken