kamervragen over over de bonnenstortvloed van de politie
Antwoorden op kamervragen over over de bonnenstortvloed van de politie
2 december 2004
Vragen van het lid Externe link De Wit (SP) aan de minister van
Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties over de `bonnenstortvloed'
van politie.
---
1. Vraag
Bent u bekend met de interne memo van de Dienst Waterpolitie dat er
meer bonnen moeten worden geschreven om de
prestatiecontracten te halen? 1)
1. Antwoord
Ja. Naar aanleiding van de berichten in de Telegraaf heb ik mij laten
informeren door het KLPD over dit memo.
2. Vraag
Kampen meer diensten met achterstanden ten opzichte van de
cijfermatige doelen? Zo ja, kunt u een beschrijving geven van de
problematiek?
2. Antwoord
Alle korpsen zijn voorspoedig bezig met het uitvoeren van de gemaakte
prestatieafspraken. Op het vlak van de boetes en transacties uit
staandehoudingen is de ontwikkeling positief. De doelstelling die de
minister van Justitie en ik landelijk hebben gesteld voor 2006 is
reeds in 2003 ruimschoots gehaald. In de eerste acht maanden van 2004
is deze positieve ontwikkeling doorgezet. De meeste korpsen laten nog
steeds een stijgende lijn zien. Korpsen hebben ieder voor zich de
prestatieafspraken doorvertaald binnen de organisatie. De sturing
binnen de politiekorpsen behoort tot de verantwoordelijkheid van de
korpsbeheerder en korpschef. In het kader van de prestatieafspraken
kijk ik naar het resultaat per korps en niet naar de resultaten van de
verschillende districten, eenheden en diensten. Ik heb er alle
vertrouwen in dat de korpsen in 2006 deze prestatieafspraak zullen
nakomen.
3. Vraag
Hoe oordeelt u over de situatie dat de politie geen aanleiding heeft
gezien om de hoeveelheid boetes te schrijven die u aan hen heeft
opgelegd in de convenanten? Vindt u dat de politie heeft gefaald in
haar taak of vertrouwt u de opvattingen
van de politie dat zij bonnen uitschrijft als dat moet?
3. Antwoord
Zoals blijkt uit het vorige antwoord is dit niet aan de orde.
4. Vraag
Deelt u de opvatting dat het uitschrijven van bonnen «omdat het moet»
om de prestatiecontracten te vervullen, bijdraagt aan de veiligheid?
Is het niet zo dat als de politie gedwongen veel tijd moet besteden
aan het uitdelen van boetes,
zij niet in staat is om andere taken uit te voeren die op dat moment
wél urgent zijn?
4. Antwoord
In het Veiligheidsprogramma heeft dit kabinet een aantal maatregelen
opgenomen om criminaliteit en overlast terug te dringen. Repressief
optreden is hier een onderdeel van. Dit optreden manifesteert zich
onder andere in het rechtstreeks door de politie aanspreken van de
burgers op overtredingen en het eventueel daarvoor schrijven van
bonnen. Dit is een kerntaak van de politie. Het bewaakt en herstelt de
norm en schept daarmee duidelijkheid wat wel en niet kan in onze
samenleving. Als zodanig levert dit optreden een bijdrage aan de
veiligheid in de publieke ruimte. Het gaat hierbij naar mijn mening
dus niet om het schrijven van bonnen `omdat het moet', maar omdat het
een bewuste beleidskeuze is. Het handhaven van de regelgeving is juist
één van de taken van de politie die aansluit bij problemen die door de
maatschappij als urgent worden ervaren.
5. Vraag
Denkt u dat de geloofwaardigheid van de handhaving wordt aangetast als
de politie op stel en sprong voor veel niet-noemenswaardige
overtredingen bonnen gaat uitschrijven? Wat gaat u doen om dit te
voorkomen?
5. Antwoord
Ik ben niet van mening dat er voor veel niet-noemenswaardige
overtredingen boetes worden uitgeschreven. Zie ook mijn antwoorden op
dit punt op de kamervragen van het lid De Wit over de mogelijke
gevolgen van het niet halen van het quotum van te schrijven bonnen
voor medewerkers van de politie (nr 2040502890, ingezonden 6 augustus
2004).
6. Vraag
Hoe oordeelt u over het rapport van het Sociaal Cultureel Planbureau2)
dat repressieve politieregimes worden gewantrouwd door de bevolking?
6. Antwoord
De Nederlandse politie zou ik niet willen bestempelen als een
`repressief politieregime'. Naast de repressieve taak heeft de politie
natuurlijk ook haar preventieve en dienstverlenende taken. Overigens
wordt in het door u genoemde onderzoek van het SCP Nederland niet
gekarakteriseerd als een repressief politieregime, in tegendeel zelfs.
Daarnaast wordt in het onderzoek aangegeven dat het verband tussen
repressiviteit en een laag vertrouwen niet zonder meer te leggen is en
afhankelijk kan zijn van vele factoren. Overigens wijs ik er op dat
uit de politiemonitor bevolking, die begin dit jaar is gehouden en aan
uw Kamer is aangeboden, blijkt dat burgers positiever zijn gaan
oordelen over de handhavende taak van de politie.
1) De Telegraaf, 2 november jl.
2) SCP, 16 september jl
Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties