Kamerstuk, 2-12-2004
Reactie op bevindingen Pont
De Voorzitter van de Tweede Kamer
der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA DEN HAAG
DBO/ADV-2539166
2 december 2004
In opdracht van de Inspecteur-Generaal heeft de heer H.A.P.M. Pont,
bijgestaan door de heer J.N. van Lunteren en mevrouw H. Hillmann, bij
de Inspectie voor de Gezondheidszorg onderzoek gedaan naar de klachten
over intimidatie van medewerkers door leidinggevenden.
Tijdens het AO over de brief over de kerntaken van de IGZ op 6 oktober
jl. heb ik u toegezegd u te informeren over de reactie van de
Inspecteur-Generaal op de rapportage van de heer Pont. Ik heb
kennisgenomen van de reactie van de Inspecteur-Generaal. Hierbij bied
ik u deze reactie aan.
Ik heb de Inspecteur-Generaal verzocht bij de, door mij overigens
onderschreven, aanpak naast de gewenste doortastendheid ook de nodige
zorgvuldigheid te betrachten. De geschetste aanpak biedt daarvoor de
nodige aanknopingspunten. Het is gewenst dat op de genoemde onderdelen
van de aanpak nu op korte termijn zichtbare en merkbare vooruitgang
wordt geboekt. Dat betekent onder meer dat de voorgenomen aanpassingen
van de organisatiestructuur snel moeten worden doorgezet en ook dat
een adequate concretisering en uitvoering plaatsvinden van de
voornemens betreffende het personeelsbeleid. Van groot belang daarbij
is ook dat voorzieningen worden getroffen om de duidelijkheid van het
personeelsbeleid te vergroten. Goed overleg met de ondernemingsraad
van de IGZ is bij dit alles, zoals ook door de Inspecteur-Generaal is
aangegeven, van groot belang.
De Minister van Volksgezondheid,
Welzijn en Sport,
H. Hoogervorst
Brief
Brief van de IGZ over rapport Commissie Pont
Brief, 2-12-2004
Rapport
Commissie Pont
Rapport, 29-11-2004
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport