Onderwijsorganisaties overwegen oproep tot boycot invoering schakelklassen
Scholen buitenspel gezet door onderwijsminister
02.12.2004 Minister Van der Hoeven van OCW passeert de scholen bij het vormgeven van het onderwijsachterstandenbeleid. Zonder enig overleg met de onderwijsorganisaties maakt zij gemeenten, naast de regiefunctie die zij al hebben, ook inhoudelijk verantwoordelijk voor de op te richten schakelklassen. De gezamenlijke onderwijsorganisaties willen hierover alsnog overleg met de minister. Indien dit overleg er niet komt, overwegen de onderwijsorganisaties hun leden op te roepen niet mee te werken aan de uitvoering van de plannen van de minister. Dit staat in een open brief die vandaag naar de minster is verstuurd.
De minister wil bezuinigen op sommige onderdelen van het onderwijsachterstandenbeleid en extra geld beschikbaar stellen voor het inrichten van schakelklassen. Op de manier waarop zij dit wilde vormgeven kwam veel kritiek, zowel vanuit de politiek als ook vanuit het onderwijs zelf. Tijdens de begrotingsbehandeling heeft zij een deel van deze kritiek ter harte genomen, wat ook blijkt uit de schriftelijke verslaglegging. De nu gepubliceerde circulaire is echter geschreven vóór de begrotingsbehandeling en nadien nooit aangepast.
In de circulaire stelt de minister dat de gemeente verantwoordelijk is voor het indienen van een plan van aanpak, de selectiecriteria bepaalt op basis waarvan leerlingen in een schakelklas geplaatst worden, verantwoordelijk is voor de doelstellingen en de te bereiken resultaten én voor de realisatie van de doelstellingen. Hiermee zet ze het hele onderwijsveld, met al hun kennis en ervaring op het gebied van onderwijsachterstanden en de manier waarop dit het beste aangepakt kan worden, buiten spel. De school mag blijkbaar alleen nog maar uitvoeren wat een gemeenteambtenaar heeft bedacht. Met deze stellingname gaat de minster lijnrecht in tegen haar eigen beleidsvoornemen, namelijk meer autonomie voor het onderwijspersoneel.
Indien de gemeente niet voor een schakelklas kiest (wederom wordt deze keuze niet bij het onderwijs, maar bij de gemeenteambtenaar gelegd), dan kan gekozen worden voor een zogeheten verlengde schooldag. De betreffende leerlingen moeten dan 400 (!) uur per schooljaar extra naar school, ofwel iedere dag 2 uur. Voor de grootste doelgroep, kinderen van 4 tot 7 jaar, is dit een veel te grote extra belasting.
Wat verder opvalt in de circulaire is het feit dat de gemeenten het maken van een plan van aanpak moeten laten begeleiden door een van tevoren vastgestelde privé onderneming. Ze hebben hierbij de keuze uit slechts twee bedrijven.
Het gaat nu nog om een (groot) pilotproject. De gezamenlijke onderwijsorganisaties vrezen echter het ergste voor de definitieve invulling van de schakelklassen, als de minister nu al zo duidelijk het onderwijs passeert. Daarom roepen de onderwijsorganisaties de minster op te handelen naar haar eigen opmerking tijdens de begrotingsbehandeling: Om ervoor te zorgen dat middelen voor onderwijsachterstandenbeleid effectiever worden besteed, moet ervoor worden gezorgd dat partijen doen waar zij het beste in zijn . Dat zou namelijk betekenen dat scholen de verantwoordelijkheid krijgen die nu bij de gemeenten wordt gelegd.
Nadere informatie: Robert Sikkes, 030 2989 210 / 06 12967847(Algemene Onderwijsbond) of Kees van Kortenhof (onderwijsbond CNV) 079-3202040 0653204736
Algemene Onderwijsbond