Wereld Natuur Fonds Nederland

Persbericht Wereld Natuur Fonds
1 december 2004

GEDREVEN PRINS LAAT STERK WNF NA

Het Wereld Natuur Fonds rouwt om de dood van zijn grondlegger en inspirator, Zijne Koninklijke Hoogheid Prins Bernhard der Nederlanden. Vanaf 1961 tot de laatste dagen van zijn leven zette de prins zich in voor de natuur. In die 43 jaar wist hij vele successen te boeken en laat hij een organisatie na die over de hele wereld op een eigentijdse manier werkt aan natuurbescherming.

Niek van Heijst, algemeen directeur van het Wereld Natuur Fonds: "Zonder de prins zou het Wereld Natuur Fonds zich nooit die sterke plek in onze samenleving hebben verworven die het nu heeft. Zijn visie, gedrevenheid en vastberadenheid hebben ervoor gezorgd dat natuurbescherming nationaal en internationaal op de kaart staat. Een van zijn eerste successen behaalde de prins in India, waar hij premier Indira Ghandi zover kreeg om de jacht op de Bengaalse tijger te verbieden. De prins stond in de jaren '70 aan de wieg van een van de meest strategische en succesvolle internationale verdragen om dieren en planten en hun leefgebieden te beschermen, het CITES-verdrag. Maar het meest bekend werd de prins met zijn actie voor de Afrikaanse olifant, zijn lievelingsdier. Hij slaagde er in Afrikaanse leiders in 1989 te overtuigen een eind te maken aan de jacht op olifanten. Ook speelde de prins een grote rol bij het internationale verbod op de handel in ivoor."

Prins Bernhard was de eerste president van de internationale WWF-organisatie vanaf de oprichting in 1961 tot 1976. Tot aan zijn dood bleef hij actief als president van het Nederlandse Wereld Natuur Fonds. Onder zijn inspirerende leiding groeide de organisatie uit tot 875.000 donateurs, waarvan 88.000 jeugdleden. Het WWF, waar het Wereld Natuur Fonds onderdeel van is, opereert in 90 landen en voert ruim 1.200 natuurbeschermingsprojecten uit over de hele wereld.

Niek van Heijst: "Prins Bernhard heeft met zijn doortastendheid erg veel weten te bereiken. Zo maakte hij president Kennedy erop attent dat Amerikaanse mariniers op Groenland uit verveling ijsberen waren gaan schieten. Een telefoontje van de president aan de commandant ter plaatse was voldoende dit te stoppen. Behalve doortastend was hij ook uitermate betrokken. Ik heb hem nog zeer recent bijgepraat over de projecten en campagnes die nu spelen".


---