Kamerstuk, 1-12-2004
DBC & particuliere ziektekosten
De Voorzitter van de Tweede Kamer
der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA DEN HAAG
MEVA-2538303
1 december 2004
Inleiding
Bij de begrotingsbehandeling heeft de Kamer gevraagd om een
schriftelijke toelichting op de effecten van de invoering van de DBC's
op:
o de kosten van de maatschappijpolis;
o de kosten van verzekerden die onder de WTZ vallen.
Vooraf wil ik opmerken dat ik als minister van VWS niet
verantwoordelijk ben voor de premiestelling door particuliere
verzekeraars. Verzekeraars maken hier een eigen afweging en de
spreiding in de premiestijgingen voor 2005 is dan ook aanzienIijk. Ik
ben wel verantwoordelijk voor de kostenontwikkeling en die is door mij
als volgt geraamd.
De loon- en prijsbijstelling en de volumegroei in de curesector
bedragen samen 4,2%. Daar tegenover staat een neerwaarts effect op de
uitgaven van ruim 2% vanwege het met de ziekenhuizen gesloten
convenant en het feit dat er in het verleden meer aan instellingen
betaald was dan nodig (de zogenaamde financieringsachterstanden, in
dit specifieke geval dus een financieringsvoorsprong). Per saldo is
derhalve - abstraherend van de invoering van de DBC's - sprake van een
initiële uitgavenstijging met circa 2%.
Wat gebeurt er als gevolg van de DBC's bij de maatschappijpolissen?
De verschuiving van de kosten tussen particuliere verzekerden speelt
een rol door invoering van de DBC's. Doordat de ziekenhuizen betaald
gaan worden via een ander bekostigingssysteem dat beter bij de
werkelijke kosten aansluit, verschuiven de uitgaven tussen
verzekerden. Dit geldt ook voor particulier verzekerden. Er komen
realistischere prijzen. In de huidige functiegerichte bekostiging is
`liggen in het ziekenhuis' relatief te duur geweest. Dit wordt nu met
DBC-bekostiging rechtgetrokken. De groep die relatief weinig dagen in
het ziekenhuis lag, maar wel verrichtingen liet uitvoeren wordt nu
duurder. Aangezien particuliere verzekeraars relatief veel jonge
verzekerden hebben die aan dit profiel voldoen, zal de DBC-invoering
tot een schadelastverschuiving leiden. Dit betekent dat, zo is
berekend door Prismant, de schadelast van particulieren met een
maatschappijpolis met 4% toeneemt.
Particuliere verzekeraars hebben vorig jaar bij de vaststelling van de
premie voor 2004 echter al rekening gehouden met de invoering van de
DBC's (ter grootte van 2%).
Wat gebeurt als gevolg van de DBC's bij de omslagbijdrage WTZ?
Tegenover het opwaarts effect op de kosten voor de maatschappijpolis
staat een neerwaarts effect op de kosten voor de WTZ. De invoering van
de DBC's betekent dat de kosten van oudere verzekerden dalen.
Aangezien particulier verzekerden van 65 jaar en ouder vrijwel
uitsluitend via de WTZ verzekerd zijn, treedt bij deze
verzekeringsvorm dus een kostendaling op door de DBC-invoering.
Daar staat echter het volgende tegenover. De DBC-systematiek
impliceert dat behandelingen die zijn gestart in 2005 maar doorlopen
in 2006, volledig ten laste komen van 2005, ook als de rekeningen in
2006 zijn verstuurd. De WTZ moet deze kosten dus dekken. De invoering
van de ZVW per 1 januari 2006 betekent echter dat particulier
verzekerden na 1 januari 2006 geen WTZ-omslagbijdrage meer betalen. Er
moet dus een voorziening via de omslagbijdrage 2005 worden opgebouwd.
Per saldo zal de WTZ-omslagbijdrage vrijwel ongewijzigd blijven. Deze
omslagbijdrage wordt door alle particulier verzekerden op een
maatschappijpolis betaald.
De Minister van Volksgezondheid,
Welzijn en Sport,
H. Hoogervorst
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport