Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit

Minister Veerman stelt aanpassingen landbouwbeleid vast


1 december 2004 - Minister Veerman van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV) heeft vandaag de Regeling GLB-inkomenssteun bekend gemaakt. Daarin zijn aanpassingen van het Europese landbouwbeleid en nationale keuzes daarbinnen vastgelegd. De wijzigingen gaan deels per 1 januari 2005, deels per 1 januari 2006 in. De kern van de aanpassing van het Europese landbouwbeleid is dat subsidies niet langer zijn gekoppeld aan de productie van de agrariër. De hervorming draagt daardoor bij aan een meer duurzame landbouw die kan concurreren op de wereldmarkt.

Al vanaf 2005 worden 'randvoorwaarden' gesteld aan de financiële steun aan boeren. Alleen als men voldoet aan precies omschreven normen en eisen voor kwaliteit, milieu, dierenwelzijn, natuur, zorg voor het platteland e.d. komt men in aanmerking voor de volledige Europese inkomenssteun. Als bij controles wordt vastgesteld dat een bepaalde eis of norm niet wordt nageleefd, leidt dat tot een korting op de totale uitkering. De hoogte van die korting hangt af van de ernst van de overtreding. Het pakket randvoorwaarden wordt in fasen van toepassing. In de meeste gevallen gaat het overigens om zaken die ook nu al verplicht zijn. Nieuw is dat overtreding nu niet alleen leidt tot een proces-verbaal, maar ook tot een korting van de inkomenssteun.

Ook worden vanaf 2005 de betalingen aan bedrijven verlaagd. In 2005 met 3%, in 2006 met 4% en vanaf 2007 met 5%. De opbrengst van die zogenoemde 'modulatie' wordt gebruikt voor ontwikkeling van het platteland. Daarnaast zorgt een mechanisme dat 'financiële discipline' heet ervoor dat de Europese landbouwbegroting niet wordt overschreden.

De 'ontkoppeling' van de subsidies van de productie wordt op 1 januari 2006 ingevoerd. De productie of het aantal gehouden dieren zijn dan niet meer bepalend voor de hoogte van de steun. Dit om overproductie tegen te gaan.

Agrariërs krijgen voortaan één zogenoemde bedrijfstoeslag die geldt voor het hele bedrijf en die gebaseerd is op de verleende subsidies in de periode 2000-2002. Voor een aantal gewassen geldt de ontkoppeling niet: de subsidie voor de teelt van energiegewassen, eiwithoudende gewassen en noten blijft ook in de toekomst gekoppeld aan de daadwerkelijke productie. De slachtpremie voor volwassen runderen en kalveren blijft voorlopig nog gekoppeld aan de productie, net als de steun voor de productie van zaaizaad van vlas. De subsidie voor zetmeelaardappelen blijft voor 60% gekoppeld.

Zie voor meer informatie over de wijzigingen dossier Gemeenschappelijk landbouwbeleid en Het LNV-Loket.