NTMO
NTMO op WRR-rapport: Bewijzen van goede dienstverlening
PERSBERICHT
1 december 2004
Reactie Netwerk Toekomst Maatschappelijke Onderneming (NTMO) op
WRR-rapport 'Bewijzen van goede dienstverlening'.
Werk aan de winkel voor het kabinet. De bestuurlijke relaties rondom
maatschappelijke dienstverleners in de volkshuisvesting,
gezondheidszorg en onderwijs zijn dringend aan vernieuwing toe. De
controle is een doel op zich geworden waarmee de kwaliteit van de
dienstverlening niet of nauwelijks meer is gediend. Het kabinet moet
de professionele dienstverlenende ondernemingen meer speelruimte
bieden en afzien van de stapeling van verantwoordingsstructuren.
Dat is de boodschap van de Wetenschappelijke Raad voor het
Regeringsbeleid (WRR) in het advies 'Bewijzen van goede
dienstverlening', zoals woensdag 1 december 2004 gepresenteerd.
Eerder ontving het kabinet een advies van Hans de Boer ('Public
Governance en Maatschappelijk Ondernemerschap')en spoedig zal ook de
Sociaal Economische Raad (SER) de dringende boodschap tot vernieuwing
afgeven.
Ruimte voor maatschappelijk ondernemen
Het Netwerk Toekomst Maatschappelijke Onderneming (NTMO) maakt zich
hard voor deze vernieuwing. De maatschappelijke onderneming moet 'de
goede dingen doen' en 'de dingen goed doen'. En dat kan beter, aldus
de samenwerkende brancheverenigingen uit wonen, zorg en onderwijs.
Gezamenlijk pleiten zij voor meer ruimte voor maatschappelijk
ondernemen, zodat ruimte ontstaat voor innovatie en klantgericht
werken. Dat vraagt van de sectoren zelf dat we de zaken op orde hebben
en zeker weten dat we de juiste dingen doen. De gezamenlijke
branchecode, in januari 2003 door het NTMO gepresenteerd, legt
hiervoor de basis.
Extern toezicht moet aanvullend zijn op intern toezicht, aldus de WRR.
De voorstellen tot vernieuwing van toezicht bieden veel
aanknopingspunten voor de NTMO-partners. Zo kiest de WRR bijvoorbeeld
terecht voor onafhankelijkheid en kwaliteit van intern toezicht, boven
'de verplichting tot bindende voordrachten'.
De kritische buitenwereld binnenhalen
De WRR kiest voor het organiseren van actieve en betrokken
tegenspelers om een evenwichtige belangenafweging tot stand te
brengen. Voor het NTMO is een zorgvuldige relatie met belang- c.q.
stakeholders een cruciale vereiste voor een maatschappelijke
onderneming. Zij spelen een nadrukkelijke rol bij strategie, aanbod en
kwaliteitsbeoordeling. De cliënten en hun organisaties zijn in dit
verband van buitengewoon belang; daarnaast doen ook andere
belanghebbenden hier hun invloed gelden.
De WRR schetst een nieuw perspectief voor het geheel van 'checks and
balances' waaraan de maatschappelijke ondernemingen onderworpen zijn.
De systematiek, die de WRR daarbij voor ogen heeft, is primair gericht
op het stimuleren van vernieuwing en verbetering. De branches van
maatschappelijke dienstverleners, die samenwerken in het NTMO, stemmen
van harte in met dit uitgangspunt.
Voor meer informatie over dit bericht kunt u terecht bij
persvoorlichter Erna Bosschart op 06 - 53 40 99 67.
Maatschappelijke ondernemingen zijn onder meer actief op de terreinen
van zorg, onderwijs en wonen. Het NTMO (Netwerk Toekomst
Maatschappelijke Onderneming) is het netwerk waarbinnen enkele
brancheorganisaties uit deze sectoren samenwerken rond de thematiek
van 'maatschappelijk ondernemen'Het NTMO streeft naar een herijking
van de relatie tussen de maatschappelijke ondernemingen en de
rijksoverheid, zodanig dat meer financiële en beleidsmatige ruimte
ontstaat voor maatschappelijk ondernemen. Deze nieuwe beoogde
werkrelatie met de overheid vraagt om wederzijds vertrouwen.
In het NTMO werken de volgende organisaties samen:
Aedes (Vereniging voor woningcorporaties), Arcares (Brancheorganisatie
verpleging en verzorging), LVT (Landelijke Vereniging voor Tuiszorg),
Bve Raad (Brancheorganisatie van onderwijsinstellingen in het
middelbaar beroepsonderwijs en de volwasseneneducatie), HBO-raad
(Vereniging van hogescholen) en NVZ ( Vereniging van ziekenhuizen).
01 dec 04 11:02