Den Haag, 1 december 2004

Vagen van de leden Dijsselbloem (PvdA) en Visser (VVD) aan de minister voor Vreemdelingenzaken en Integratie

over tijdelijke verblijfsvergunningen voor geestelijke voorgangers

1 Aan hoeveel personen is er de afgelopen vier jaar een verblijfsvergunning voor bepaalde tijd verleend, onder een beperking, verband houdend met het verrichten van arbeid in loondienst als geestelijk voorganger of godsdienstleraar?

2 Wordt apart geregistreerd om welke religieuze gezindten het gaat? Aan hoeveel imams is er de afgelopen vier jaar een vergunning verleend, zoals bedoeld in

vraag 1?

3 Geldt voor de in vraag 1 bedoelde vergunning een speciale regeling? Of geldt de normale regeling inzake een verblijfsvergunning voor bepaalde tijd, zoals vermeld in de Vreemdelingenwet 2000 en het Vreemdelingenbesluit 2000?

4 Zijn er nog andere mogelijkheden voor geestelijke voorgangers, waaronder imams, en godsdienstleraren, om rechtmatig in Nederland te verblijven en hun beroep uit te oefenen? Zo ja, is bekend om hoeveel personen het gaat?

4 In hoeveel gevallen is een vergunning voor bepaalde tijd voor geestelijke voorgangers en godsdienstleraren, zoals bedoeld in vraag 1, ingetrokken? In hoeveel gevallen is een vergunning voor bepaalde tijd voor geestelijke voorgangers en godsdienstleraren omgezet in een vergunning voor onbepaalde tijd? In hoeveel gevallen is deze laatste vergunning voor de hier bedoelde personen ingetrokken?