Ministerie van Buitenlandse Zaken


- Aan de Voorzitter van de Tweede Kamerder Staten-Generaal

Binnenhof 4

Den Haag


- Directie Mensenrechten en Vredesopbouw

Bezuidenhoutseweg 67

2594 AC Den Haag


Datum


- oktober 2004

Auteur


- Saïd Fazili


Kenmerk


- DMV/VG-04/565

Telefoon


- +31 (0)70-3485337


Blad


- 1/2

Fax


- +31 (0)70-3484486


Bijlage(n)


- - said.fazili@minbuza.nl


Betreft


- Regeringsreactie AIV/CAVV advies Falende Staten


-
Hierbij informeer ik u, mede namens de minister van Defensie en de minister voor Ontwikkelingssamenwerking, over de stand van zaken aangaande de regeringsreactie op het advies van de Adviesraad Internationale Vraagstukken (AIV) en de Commissie van Advies inzake Volkenrechtelijke Vraagstukken (CAVV) over het onderwerp Falende Staten, dat uw Kamer op 16 augustus jl. is aangeboden (buza040255).

De regering onderkent de problematiek die in het advies wordt beschreven en spant zich reeds via diverse kanalen reeds in om deze problematiek aan te pakken. De AIV en CAVV geven in het advies tevens een interessante suggestie voor het oprichten van een nieuw VN-orgaan dat zich specifiek met de problematiek van de falende staten bezig zou moeten gaan houden. De regering bestudeert op dit moment het advies, inclusief het genoemde voorstel, maar is van mening dat een regeringsreactie rekening dient te houden met de op dit moment lopende internationale discussie over de hervorming van de VN.

Dit onderwerp wordt op dit moment besproken door het 'High Level Panel on Threats, Challenges and Change'. De regering acht het zinvol de bevindingen van hetPanel af te wachten alvorens een reactie op het advies te geven, opdat de aanbevelingen van het 'High Level Panel' kunnen worden meegenomen. Per brief van 1 juni 2004 bent u nader geïnformeerd over de ontwikkelingen inzake VN-hervormingen en de Nederlandse inzet op dit terrein (TK 24832, nr.5).

Na de officiële uitkomst van het advies van het Panel, verwacht december 2004, zal de regeringsreacties op het AIV/CAVV advies u zo spoedig mogelijk begin volgend jaar toekomen. Dit betekent dat de gebruikelijke reactietermijn van drie maanden zal worden overschreden.

De Minister van Buitenlandse Zaken,

Dr. B.R. Bot

===