De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA Den Haag
ons kenmerk: VD. 2004/2933
datum: 26-10-2004
onderwerp: Kamervragen Ormel (CDA) inzake reiniging en ontsmetting van
veewagens TRC 2004/6948
Bijlagen:
Geachte Voorzitter,
1
Heeft u kennisgenomen van de zorg van het landbouwbedrijfsleven over
de versoepeling van de regelgeving rond reiniging en ontsmetting van
veewagens bij terugkeer uit het buitenland?
Ja, deze zorg is mij bekend. Het betreft echter geen versoepeling doch
slechts een aanpassing van regelgeving op basis van een bestaande
beleidslijn. De landenlijst waarvoor een tweede reiniging en
ontsmetting van veewagens bij terugkeer in Nederland verplicht is, is
aangepast. Die landen waar geen bestrijdingsplichtige dierziekten
onder gehouden dieren meer heerst zijn van deze lijst verwijderd, en
Slowakije, waar een uitbraak van klassieke varkenspest onder gehouden
varkens is gemeld, is toegevoegd.
2
Welke aanwijzingen heeft u dat de risico's van insleep van
dierziekten, met name tijdens een periode dat een dierziekte nog niet
is onderkend, dusdanig zijn afgenomen dat diertransport over lange
afstanden geen groot gevaar meer vormt voor de verspreiding van
dierziekten?
In Europese regelgeving is de verplichting opgenomen, dat veewagens in
het intracommunautaire handelsverkeer direct na lossing van het vee op
een erkende wasplaats gereinigd en ontsmet moeten worden. Dus alle
veewagens die in het intracommunautaire handelsverkeer worden
gebruikt, worden in de lidstaat van lossing gereinigd en ontsmet op
een erkende wasplaats. Dit systeem biedt onder normale omstandigheden,
wanneer er in de betreffende lidstaat geen bestrijdingsplichtige
dierziekte heerst, voldoende garanties om de insleep van deze ziekte
via lege veewagens te voorkomen.
Signalen uit de transportsector dat de beschikbaarheid van wasplaatsen
in sommige EU-lidstaten niet optimaal zou zijn, zijn voor mij
aanleiding geweest dit onderwerp in de eerstvolgende bijeenkomst van
het Scofah (regulier overleg van de Chief Veterinary Officers van alle
lidstaten) op de agenda te plaatsen.
Hierbij zal niet alleen de beschikbaarheid van wasplaatsen, maar ook
de handhaving van de voorschriften worden besproken.
3
Waarom overweegt u juist bij terugkeer uit het buitenland de
regelgeving rond de reiniging en ontsmetting te versoepelen in plaats
van de regelgeving rond reiniging en ontsmetting bij binnenlands,
regionaal verkeer? Acht u vermindering van de administratieve lasten
bij het regionale verkeer niet meer gewenst en minder risicovol?
De Europese regelgeving schrijft een tweede reiniging en ontsmetting
niet voor. De tweede reiniging is een zogenoemde vrijwaringsmaatregel.
Die kan alleen worden voorgeschreven indien er een risico van
insleep-dierziekte is, dus als er een concrete uitbraak is. Zodra het
risico is geweken, is het Europees-rechtelijk gezien niet mogelijk om
de tweede reiniging en ontsmetting te handhaven (dit zou een
handelsbelemmering inhouden). Maar ook uit veterinair oogpunt is daar
op dat moment geen aanleiding meer voor. Daarom wordt in Nederland de
extra reiniging en ontsmetting alleen verplicht gesteld indien
veewagens terugkeren uit landen waar een uitbraak is van een
bestrijdingsplichtige dierziekte op een veehouderijbedrijf. De recente
wijziging betreft dan ook geen versoepeling van regelgeving maar een
aanpassing die overeenkomstig deze beleidslijn tot stand is gekomen.
De vermindering van administratieve lasten was geen doelstelling van
deze wijziging.
Bij het streven om de administratieve lasten te verlichten moet per
geval worden afgewogen of de voorgenomen wijziging verantwoord is. Dit
geldt voor regels met betrekking tot de in- en uitvoer van vee, maar
ook voor de regelgeving over het nationale handelsverkeer.
4
Bent u bereid om de versoepeling van de reinigings- en
ontsmettingsregels bij binnenlands verkeer te overwegen en die bij
terugkeer uit het buitenland te heroverwegen? Zo neen, waarom niet?
Nederland kent voor het nationale handelsverkeer een sluitend en goed
werkend systeem voor de reiniging en ontsmetting van veewagens. Dit
systeem wordt breed gedragen door de sector. Fundamentele wijzigingen
van dit systeem worden niet overwogen. Wel wordt op korte termijn de
verplichting om na ieder vierde nationale transport van varkens, de
veewagen op een erkende wasplaats te reinigen en ontsmetten,
geschrapt. Deze wijziging wordt gesteund door het bedrijfsleven.
Verder zal de komende tijd worden bezien of andere wijzigingen binnen
deze nationale regelgeving kunnen worden doorgevoerd om daarmee de
administratieve lasten verder te verlichten, echter zonder dat daarbij
de basis van deze regelgeving 'alleen schone lege veewagens op de weg'
wordt aangetast.
De recente wijziging van de landenlijst, waarvoor een tweede reiniging
en ontsmetting van veewagens bij terugkeer in Nederland verplicht is,
zal ik niet heroverwegen (zie verder antwoord vraag 3).
De minister van Landbouw, Natuur
en Voedselkwaliteit,
dr. C.P. Veerman
Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit