Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer
Persbericht ministerraad
29 oktober 2004
WETSVOORSTEL STAD EN MILIEU NAAR TWEEDE KAMER
De ministerraad heeft op voorstel van staatssecretaris Van Geel van Volkshuisvesting, Ruimtelijke
Ordening en Milieubeheer ingestemd met het wetsvoorstel Interimwet stad-en-milieubenadering. Met
de Interimwet krijgen gemeenten meer mogelijkheden om woningbouw te realiseren en tegelijk de
kwaliteit van de leefomgeving optimaal te houden.
Het wetsvoorstel bevat voor gemeenten de mogelijkheid om af te wijken van bepaalde milieueisen,
zoals geluidsnormen of regels voor stank. Uiteraard is dit aan strikte voorwaarden gebonden. De
uitzonderingsmogelijkheden gelden voor zowel het stedelijk als het landelijk gebied. Gemeenten
moeten bijvoorbeeld eerst via een stappenbenadering aantonen dat de geplande woningbouw niet
onder de bestaande regels gerealiseerd kan worden. Als dit niet het geval blijkt, kan de gemeente
toestemming vragen bij de provincie om af te wijken van bepaalde milieueisen. Deze afwijking moet in
de woonwijk worden gecompenseerd met andere zaken die van belang zijn voor de leefkwaliteit. Het
wetsvoorstel bevat tevens een regeling voor de coördinatie van besluiten waardoor gemeenten het
ruimtelijk beleid sneller kunnen uitvoeren.
In een uitgebreide proefperiode is gebleken dat de uitzonderingsmogelijkheden een bijzondere
stimulans vormen voor gemeenten om woningbouwlocaties te ontwikkelen, die aanvankelijk onhaalbaar
werden geacht. Bovendien is gebleken dat deze locaties, eenmaal in ontwikkeling, uiteindelijk ook
zonder uitzonderingen gerealiseerd kunnen worden. In slechts een beperkt aantal gevallen is ook
daadwerkelijk afwijking noodzakelijk geweest om de gewenste woningbouw te realiseren.
De afwijking van milieuregels is gekoppeld aan de besluitvorming over het opstellen of herzien van een
bestemmingsplan. Dat voorkomt niet alleen dubbele procedures maar geeft tevens een extra stimulans
aan de samenhang tussen ruimtelijk en milieubeleid.
Het kabinet heeft zich naar aanleiding van het advies van de Raad van State nog eens beraden over de
noodzaak van het voorstel, en is daarbij tot de conclusie gekomen dat er een duidelijke praktische
behoefte bestaat aan een wettelijke regeling.
Gelijktijdig met de indiening van het wetsvoorstel bij de Tweede Kamer is het kabinetsstandpunt over
de tweede tussenevaluatie van Stad & Milieu aan het parlement toegezonden. In dit standpunt wordt op
hoofdlijnen verwezen naar het wetsvoorstel omdat de aanbevelingen van de Evaluatiecommissie met
name hierin zijn verwerkt.
Het wetsvoorstel voor de Interimwet stad-en-milieubenadering vormt het vervolg op de
Experimentenwet Stad en Milieu die tot 1 januari 2004 de mogelijkheid bood om af te wijken van
milieuregels.
RVD, 29.10.2004
Ministerie van Algemene Zaken