Provincie Drenthe

Maatregelen hebben resultaat

Kwaliteit Drentse vennen aanzienlijk verbeterd

Assen, 29 oktober 2004
Persberichtnummer 04-162

Het lijkt goed te gaan met de vennen in Drenthe. Dat is de conclusie van een onderzoek naar de kwaliteit van achttien vennen, uitgevoerd in opdracht van de provincie in nauwe samenwerking met het Waterschap Reest en Wieden. Daaruit blijkt dat het sulfaatgehalte, een belangrijke graadmeter voor de kwaliteit, sterk is afgenomen. In de meeste vennen komen sinds een vorig onderzoek, ruim tien jaar geleden, ook weer meer planten- en algensoorten voor die kenmerkend zijn voor vennen. De meeste van de onderzochte vennen liggen in de Nationale Parken Dwingelderveld en Drents-Friese Wold. De resultaten van het onderzoek zijn vanmiddag in Echten gepresenteerd aan gedeputeerde Ali Edelenbosch (PvdA) en Marga Kool, dijkgraaf van het Waterschap Reest en Wieden.

Drenthe is met Noord-Brabant de provincie met de meeste vennen in Nederland. Rond 1980 wordt duidelijk dat het niet goed gaat met de natuur in en om de vennen. Een belangrijke oorzaak is de zure regen, maar ook vermesting en verdroging eisen hun tol. De teloorgang moet worden gekeerd. Beheersmaatregelen moeten negatieve invloeden, als verzuring, verdroging en vermesting tegengaan. De ingrepen lijken te werken. Onderzoek naar de kwaliteit van de vennen in Drenthe in 1991 toont aan, dat die in vergelijking met de weinig rooskleurige situatie van tien jaar eerder licht is verbeterd. Sindsdien is met landelijke en lokale maatregelen geprobeerd de oorspronkelijke natuurwaarden verder te herstellen.

En met succes. Het sulfaatgehalte is verder afgenomen, waardoor vijftien van de achttien onderzochte vennen zich voor dit aspect nu in de hoogste kwaliteitsklasse bevinden. Op grond van het aandeel kwetsbare en voor vennen karakteristieke planten- en algensoorten is de natuurwaarde nu in tien van de achttien vennen hoger dan in 1991. De natuurwaarde van acht vennen wordt als goed tot zeer goed beoordeeld; drie vennen scoren matig tot zeer matig. In enkele vennen komen algensoorten voor, die voor het laatst rond 1930 zijn gevonden. Op drie plaatsen is de opvallende plantensoort Drijvende Egelskop teruggekeerd. Verbetering van de kwaliteit van het regenwater, de toegenomen hoeveelheid neerslag en vernattingsmaatregelen hebben hiertoe vrijwel zeker bijgedragen.

Om de ecologische toestand van de Drentse vennen te bepalen, is vorig jaar de waterkwaliteit onderzocht op onder meer zuurgraad, sulfaatgehalte en voedingsstoffengehalte. Daarnaast zijn de water- en oeverplanten én de kiezel- en sieralgen geïnventariseerd. Bij de interpretatie van de gevonden gegevens is gebruik gemaakt van recent ontwikkelde beoordelingsmethoden voor het Nederlandse ven en van maatlatten voor de toetsing volgens de Europese Kaderrichtlijn Water.

Voor meer informatie kunt u contact opnemen met de Stafgroep Communicatie van de provincie, telefoonnummer (0592) 365265, faxnummer (0592) 357188
E-mail: communicatie@drenthe.nl