---
Kamervragen en antwoorden
---
Antwoord op vragen van het lid Van Baalen over een aanslag op Nederlandse militairen
29-10-2004 13:54:00
Hierbij zend ik u, mede namens de minister van Buitenlandse Zaken, de antwoorden op de schriftelijke vragen van het lid Van Baalen over een aanslag op Nederlandse militairen in Ar-Rumaythah, Zuid-Irak. Deze vragen werden ingezonden op 11 oktober jl. onder kenmerk 2040501520.
DE MINISTER VAN DEFENSIE
H.G.J. Kamp
1. Heeft u kennisgenomen van het bericht over de aanslag op Nederlandse militairen aan de rand van Ar Rumaythah op donderdag 7 oktober 2004, zoals vermeld op de internet-krant van De Telegraaf?
Ja.
2. Kunt u aangeven wat de precieze omstandigheden rondom deze aanval waren? Gaat het om hetzelfde deel van de stad als bij de aanslag van 14 augustus jl.? Zijn er aanwijzingen dat de dezelfde daders hierbij betrokken waren? Is het wederom waarschijnlijk dat de daders van buiten al-Muthanna afkomstig waren?
Tijdens een verplaatsing van de basis in Rumaythah naar de basis in Samawah reed op 7 oktober jl. een Nederlands konvooi over een van de twee gebruikelijke routes de stad Rumaythah uit. Tijdens het passeren van het vierde voertuig van het konvooi kwam een aan de kant van de weg verstopt geïmproviseerd explosief tot ontploffing. Hierbij werd dit voertuig, een tankauto, zwaar beschadigd en werd de bijrijder getroffen door scherven in arm en kuit. Een ander voertuig werd licht beschadigd. De locatie van het incident was niet dezelfde als die van de aanvallen in de nacht van 14 op 15 augustus jongstleden. Op dit moment zijn er geen aanwijzingen over de identiteit van de daders.
3. Hoe was het in dit concrete geval gesteld met de informatievoorziening van de Nederlandse militairen? Waren reeds inspanningen verricht om in Ar Rumaythah weer een eigen Nederlandse informatiepositie te verwerven? Waren er aanwijzingen dat opnieuw een aanslag in deze stad op handen was? Zo ja, waren terzake inlichtingen door de lokale Iraakse autoriteiten aan de Nederlandse troepen verstrekt?
Er was informatie die duidde op mogelijke aanslagen met geïmproviseerde explosieven. Ook de Iraakse autoriteiten hebben hierover inlichtingen verstrekt. De inspanningen van het Nederlandse bataljon zijn voortdurend gericht op de versterking van de eigen inlichtingenpositie, ook in Rumaythah.
4. Hoe ontwikkelt zich de relatie met de lokale bevolking en de inlichtingenpositie van het Nederlandse contingent sinds de aanslag van 14 augustus jl.? Zijn er sindsdien duidelijke resultaten geboekt met betrekking tot de verbetering van de inlichtingenpositie?
In de provincie al-Muthanna wordt in het algemeen goed samengewerkt met de lokale autoriteiten en instanties. Ook de contacten met de bevolking zijn over het algemeen positief en zij leiden tot versterking van de inlichtingenpositie van het detachement. De spanningen in Najaf in augustus en in het bijzonder de aanslag van 14 augustus jl. in Rumaythah hebben hun weerslag gehad op de samenwerking met de Iraakse politie. Na de vreedzame oplossing van het conflict in Najaf is de situatie in al-Muthanna weer enigszins gestabiliseerd.
5. Vormt deze nieuwe aanslag een extra prikkel om de Iraakse autoriteiten in al-Muthanna onder druk te zetten om extremisten aan te pakken?
De Nederlandse bataljonscommandant wijst in contacten met de diverse Iraakse veiligheidsfunctionarissen regelmatig op hun verantwoordelijkheden voor het creëren en handhaven van stabiliteit en veiligheid. Onlangs hebben de minister van Defensie en de chef Defensiestaf tijdens hun bezoeken de eigen verantwoordelijkheid van de Irakezen bij het helpen opsporen van daders van aanslagen e.d. nadrukkelijk onder de aandacht van hun Iraakse gesprekspartners gebracht.
Nieuws Nieuwsberichten