Nieuws
28 okt 2004 - Helderheid gewenst over
gemeentelijke vervoerbedrijven in de grote steden
In het Financieel Dagblad van 12 oktober staat een artikel over de
openbaar vervoerbedrijven in Amsterdam, Rotterdam, Utrecht en Den Haag.
In het artikel komt naar voren dat al deze steden bezig zijn met het
verzelfstandigen van deze diensten. Dit behelst dat er na de
verzelfstandiging sprake moet zijn van openbare aanbesteding. Minister
Peijs van Verkeer wil dit in 2009 zien gebeuren, maar de grote steden
willen uitstel tot 2017.
Naar aanleiding van het FD-artikel heeft VVD-Tweede-Kamerlid Pieter
Hofstra vragen gesteld aan de minister. Hofstra wil opheldering over de
gang van zaken.
Vragen van het Lid Hofstra (VVD) over de gemeentelijke vervoerbedrijven
van de G4
1. Heeft u kennis genomen van het artikel 'Ook de RET moet goedkoper en
beter' in het Financieele Dagblad van 12 oktober 2004?
2. Is het juist dat Rotterdam u heeft verzocht tot 2017 vrijgesteld te
worden van aanbestedingen voor het openbaar vervoerbedrijf ondanks dat de
wet hier het jaar 2007 noemt? Verwacht u dat andere steden met een gelijk
verzoek zullen komen?
3. Is het juist dat u Haaglanden reeds vergelijkbare toezeggingen heeft
gedaan? Kunt u aangeven welke beleidsmatige redenen hieraan ten grondslag
liggen en onder welke voorwaarden u voornemens bent aan vrijstellingen
als deze te koppelen zonder het in de wet genoemde marktvolume in 2007 te
gaan verkleinen. Onderschrijft u de mening van Rotterdamse beleidsmakers
dat railvervoer en busvervoer niet losgekoppeld mogen worden? Zo ja,
waarom? Zo nee, waarom niet?
4. Bent u van mening dat de gemeentelijke vervoerbedrijven in de vier
grote steden zich binnen de in de wet gestelde termijnen meer kunnen en
moeten inspannen teneinde beter te presteren op het gebied van kosten en
efficiëntie? Is privatiseren hier een oplossing? Kunt u een overzicht
geven van de toekomstperspectieven van de vier gemeentelijke
vervoerbedrijven met betrekking tot kostenopbouw, efficiëntie en
subsidiebeslag voor de periode 2005-2010?
5. Bent u bereid geen onomkeerbare maatregelen te treffen voor de vier
gemeentelijke stadsvervoerders voor dat de Kamer over de evaluatie van de
wet heeft kunnen debatteren?
6. Kunt u toezeggen dat bij de komende evaluatie van de wet alle aspecten
worden betrokken die voor 1 januari 2007 in de wet beschreven worden in
het kader van de aanbestedingen (artikelen 63, en 65 t/m 67)?
7. Bent u bereid deze vragen te beantwoorden voor 10 november '04 in
verband met het Algemeen Overleg over het openbaar vervoer op die datum?
VVD