Ministerie van Buitenlandse Zaken

van het lid Karimi over onderzoekers van het IAEA

Beantwoording kamervragen van het lid Karimi over onderzoekers van het IAEA

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Binnenhof 4

Den Haag

Afdeling Nucleaire Zaken en Non-proliferatie
Directie Veiligheidsbeleid
Bezuidenhoutseweg 67
Postbus 20061
2500 EB Den Haag

Datum

29 oktober 2004

Behandeld

Clem Capel

Kenmerk

DVB/NN-467/04

Telefoon

070-3487322

Blad


1/4

Fax

070-3485684

Bijlage(n)

E-Mail

Ch.capel@minbuza.nl

Betreft

Beantwoording vragen van het lid Karimi over onderzoekers van het IAEA

Graag bied ik u hierbij de antwoorden aan op de schriftelijke vragen gesteld door het lid Karimi over onderzoekers van het IAEA.Deze vragen werden ingezonden op 14 oktober 2004 met kenmerk 2040501720.

De Minister van Buitenlandse Zaken

Dr. B.R. Bot

Antwoord van de heer Bot, minister van Buitenlandse Zaken, op vragen van het lid Karimi (Groenlinks) over onderzoekers van het IAEA.

Vraag 1
Hoe beoordeelt u het feit dat de Pakistaanse autoriteiten onderzoekers van het Internationaal Atoomenergie Agentschap (IAEA) de toegang tot de atoomgeleerde Abdul Qadeer Khan ontzegd hebben? 1) Wat is de reden voor deze weigering?

Vraag 2
Hoe verloopt de samenwerking tussen Pakistan en het IAEA in het onderzoek naar de smokkel in atoomgeheimen?

Antwoord
De Pakistaanse autoriteiten hebben op 1 oktober jl. medegedeeld dat het IAEA geen toegang tot A.Q. Khan zal worden verleend. Als reden wordt opgegeven dat men volledig vertrouwen heeft in het eigen opsporingsapparaat.

Pakistan heeft toegezegd met de internationale gemeenschap te zullen samenwerken bij het bedoelde onderzoek, maar tegelijkertijd aangegeven dat internationale inspecties niet welkom zijn. Pakistan is daartoe ook niet verplicht op grond van internationale juridische verplichtingen.

Vraag 3
Heeft de Pakistaanse president, Musharraf, in het kader van zijn bezoek aan Nederland de Nederlandse regering geïnformeerd over de proliferatieactiviteiten van Abdul Qadeer Khan? Zo ja, kunt u de Kamer over deze informatie berichten?

Antwoord
President Musharraf heeft in het kader van zijn bezoek aan Nederland de Nederlandse regering niet nader geïnformeerd over de proliferatieactiviteiten van Abdul Qadeer Khan.

Wel heeft President Musharraf beschreven welke maatregelen Pakistan inmiddels heeft genomen om herhaling te voorkomen, ondermeer door tenuitvoerlegging van het recent door het Pakistaanse parlement goedgekeurde regime voor exportcontroles.

Vraag 4
Bent u nog steeds van mening dat Abdul Qadeer Khan volledig buiten medeweten van topregeringsfunctionarissen om heeft gehandeld, nu de Pakistaanse autoriteiten onderzoekers van het IAEA verbieden met Abdul Qadeer Khan te spreken? Zo ja, kunt u uw standpunt toelichten?

Antwoord
Het zou goed zijn indien de Pakistaanse regering inspecteurs van het IAEA toegang zouden verlenen tot Abdul Qadeer Khan, zodat meer duidelijkheid kan ontstaan en de verdenkingen, mochten zij onterecht zijn, kunnen worden weggenomen.

Vraag 5
Bent u bereid, mede in het kader van het Nederlandse EU voorzitterschap, druk uit te oefenen op de Pakistaanse autoriteiten opdat de IAEA onderzoekers toegang krijgen tot Abdul Qadeer Khan? Zo neen, waarom niet? Zo ja, kunt u de Kamer zo snel mogelijk inlichten over de resultaten van dit overleg?

Antwoord
Nederland heeft nationaal en in EU-verklaringen in Wenen bij herhaling krachtige oproepen gedaan aan derde landen om het IAEA alle medewerking te verlenen bij zijn onderzoeken, laatstelijk als Voorzitter op 20 september jl. Het zal deze lijn voortzetten, in eerste instantie bij de eerstvolgende bijeenkomst van de Bestuursraad van het IAEA in november a.s.


1) NRC Handelsblad, 1 oktober jl.