Brandweeronderzoek en voorstellen cva
De afgelopen dagen is er in diverse media aandacht besteed aan de
belastbaarheid en gezondheid van brandweerpersoneel. Aanleiding voor
deze berichtgeving was het uitlekken van de resultaten van een
onderzoek dat in opdracht van vakbonden en werkgevers in de
gemeentelijke sector is uitgevoerd. In de berichtgeving werd ook
ingegaan op de voorstellen van de werkgevers om het Functioneel
Leeftijdsontslag (FLO) te hervormen. Het College voor Arbeidszaken
(CvA), de werkgeversvereniging van Nederlandse gemeenten, merkt dat de
berichtgeving voor onrust zorgt en vragen oproept bij de
beroepsbrandweer en de vrijwilligers. Daarom wordt hier ingegaan op de
(voorlopige) resultaten van het onderzoek en de voorstellen van de
werkgevers om de FLO te hervormen.
Onderzoek
Een aantal maanden geleden hebben de vakbonden en de werkgevers in de
gemeentelijke sector gezamenlijk opdracht gegeven voor een onderzoek
naar de gezondheidkundige onderbouwing van (vervroegde)
uitdiensttreding op basis van leeftijd bij brandweerpersoneel.
Aanleiding hiervoor is de invoering van de Wet gelijke behandeling op
grond van leeftijd bij arbeid. Deze wet verbiedt iedere vorm van
leeftijdsdiscriminatie bij arbeid. Alleen als er een goede reden voor
is (een objectieve rechtvaardigingsgrond), is onderscheid naar
leeftijd toegestaan. De bonden en werkgevers hebben het Coronel
Instituut, verbonden aan de Universiteit van Amsterdam, gevraagd te
onderzoeken of er voor de gestelde leeftijdsgrens van 55 jaar bij
brandweerpersoneel zon objectieve rechtvaardigingsgrond bestaat.
Onderzocht is of er een leeftijd is waarop brandweermensen het vak
niet meer op een verantwoorde wijze kunnen uitvoeren. Verantwoord ten
opzichte van de gezondheid en veiligheid van het brandweerpersoneel
zelf en ten opzichte van de kwaliteit van de hulpverlening.
Het Coronel Instituut heeft een conceptrapport toegezonden aan de
bonden en werkgevers maar deze hebben de resultaten nog niet
besproken. ABVAKABO FNV heeft tevens aangegeven nog extra informatie
te zullen leveren ten behoeve van het rapport. Het rapport is dus nog
niet vastgesteld door de opdrachtgevers. Buiten het CvA om is het
rapport uitgelekt naar de Telegraaf. Deze krant heeft hierover een
artikel geplaatst waardoor er veel onduidelijkheid is ontstaan. Het
CvA heeft om die reden het concept-rapport naar buiten gebracht.
Voorlopige conclusies Coronelonderzoek
De belangrijkste conclusies van het onderzoek zijn:
* Het blijkt dat de leeftijd die tot nu geldt, 55 jaar, in 1968 is
ingevoerd op basis van een aanbeveling van een door de overheid
ingestelde commissie. Hieraan lag geen wetenschappelijk onderzoek
ten grondslag. Het Coronel Instituut onderzocht of het beroep in
de tussenliggende 35 jaar zwaarder of lichter is geworden. Het
blijkt dat het werk in sommige opzichten lichter is geworden, door
beter materiaal e.d., maar in andere opzichten zwaarder,
bijvoorbeeld door toename van het aantal uitrukken en intensiever
contact met slachtoffers.
* Het onderzoek van het Coronel Instituut bevestigt dat het
brandweerberoep zwaar is. Dit geldt zowel voor de fysieke als voor
de psychische en mentale belasting. Het brandweerwerk kenmerkt
zich met name door zware belasting tijdens piekmomenten: de
fysieke, psychische en mentale belasting vindt plaats in relatief
korte perioden, maar kan zo zwaar zijn dat een herstelperiode
nodig is om de gezondheid van de brandweerman te beschermen.
* Hoewel het werk zwaar is, is de gemiddelde brandweerman fitter en
gezonder dan vroeger. Mensen worden strikter geselecteerd op hun
belastbaarheid en sporten is een verplicht onderdeel van het werk.
Brandweermensen zijn dus over het algemeen goed in staat om het
zware werk uit te voeren. Wel blijkt dat de capaciteit om te
herstellen van de zware inspanningen afneemt met de leeftijd. De
leeftijd waarop deze afname begint te tellen verschilt per
individu. Bij sommige mensen neemt de herstelcapaciteit al na het
veertigste levensjaar af, bij anderen op een later tijdstip. Er is
dus geen leeftijd te noemen waarop alle brandweermensen het vak
nog op een verantwoorde (gezonde en veilige) manier kunnen
uitoefenen.
Arbowetgeving
De resultaten van het onderzoek zijn voor het CvA reden de huidige
FLO-regeling te willen hervormen. De regeling is immers in strijd met
de wetgeving, omdat er geen objectieve rechtvaardiging bestaat om een
leeftijdgrens te hanteren. Overigens is dit niet de enige reden waarom
werkgevers de FLO-regeling willen herzien.
De arbowetgeving verplicht werkgevers bij de organisatie van het werk
de veiligheid en gezondheid van werknemers in acht te nemen en hen te
behoeden voor risicos op dat gebied. Uit het rapport blijkt dat het
fysiek en psychisch zware werk voor bepaalde brandweermensen op den
duur ongezond is. Werkgevers willen en kunnen de resultaten van het
rapport niet negeren, zij hebben een verplichting zorg te dragen voor
de gezondheid en veiligheid van werknemer en burger.
Voorstellen werkgevers
De werkgevers hebben mede om bovengenoemde redenen voorstellen gedaan
aan de bonden voor nieuw beleid voor psychisch en fysiek zwaardere
beroepen. Belangrijk uitgangspunt in de voorstellen is dat de huidige
wijze van keuring aan de onderzoeksresultaten wordt aangepast.
Vanzelfsprekend geldt dit zowel voor de beroepsbrandweer als voor de
vrijwilligers bij de brandweer. Op dit moment verschilt de wijze van
keuring per brandweerkorps. Werkgevers willen toe naar één systeem van
keuren dat rekening houdt met de functiespecifieke eisen, de
geschiktheid van de medewerker op dit moment, maar ook met de
geschiktheid en de ontwikkeling van de gezondheid van de medewerker in
de toekomst.
De uitkomst van de keuring kan voor vrijwilligers en beroepspersoneel
verschillen omdat de inzet tussen deze groepen (en dus ook het effect
op de herstelcapaciteit) sterk verschilt.
Indien de bonden en werkgevers overeenstemming bereiken over de nieuwe
wijze van keuring is de verwachting dat de loopbaan binnen het
brandweerkorps niet kan duren tot de pensioengerechtigde leeftijd.
Gedurende zijn loopbaan bij de brandweer zal de medewerker zich gaan
oriënteren op een loopbaan na de brandweer. Deze loopbaan kan zich
voortzetten binnen de brandweerorganisatie, maar ook daarbuiten. De
werkgever zal de huidige medewerkers bij dit proces begeleiden en
heeft hierbij de plicht om te zorgen voor vervangend werk, binnen of
buiten de gemeente. Voorkomen moet worden dat medewerkers na een
loopbaan bij de brandweer in WAO of WW terechtkomen.
Het CvA stelt voor om nieuw personeel voortaan niet meer in dienst te
nemen met het perspectief van een leven bij de brandweer. Dat is
immers, gelet op de resultaten van dit onderzoek, niet reëel. Een
oplossing hiervoor zou zijn om medewerkers voor een bepaalde tijd in
dienst te nemen. In een eerste voorzet voor de discussie over dit
nieuwe model heeft het CvA een periode van 15 jaar genoemd.
Achtergrond hiervan is dat op basis van de resultaten van het
onderzoek verwacht mag worden dat een medewerker niet zijn gehele
arbeidsleven bij de brandweer zal werken. Werkgevers zullen daarom met
de medewerkers toewerken naar een andere functie. Medewerkers zullen
al overstappen naar een andere functie vóór het moment dat het werk
bij de brandweer te zwaar wordt. Werkgevers willen medewerkers ervoor
behoeden dat zij te lang doorwerken in een functie waardoor zij op
latere leeftijd moeilijker kunnen overstappen naar ander werk.
Vanzelfsprekend is zon model niet direct in te voeren. Het zal gepaard
moeten gaan met een ingrijpende aanpassing van opleidingstrajecten en
personeelsbeleid.
Vrijwilligers
Dit voorgestelde model voor de beroepsbrandweer hoeft niet één op één
te gelden voor vrijwilligers. Voor hen geldt immers dat het
brandweervak niet hun hoofdbetrekking is. Zij kunnen in beginsel bij
de brandweer werken zolang hun gezondheid/inzetbaarheid dit toelaat.
Voor hen is immers geen verandering in hun loopbaan nodig op het
moment dat zij niet meer inzetbaar zouden zijn.
Vervolg
De voorstellen van het CvA voor nieuw seniorenbeleid zijn ingebracht
in het CAO-overleg. Werkgevers hebben de bonden gevraagd mee te denken
over nieuw beleid bij de brandweerkorpsen. Het CvA zal hierover ook
overleg voeren met het brandweermanagement.
In de ogen van het CvA zal het overleg onder andere leiden tot een
nieuwe structuur voor de keuring van het brandweerpersoneel. Hierbij
staat de gezondheid en veiligheid van brandweerpersoneel (zowel
beroeps als vrijwilligers) en burgers voorop. Het nieuwe beleid zal
mogelijk ook gevolgen hebben voor de structuur van opleiding en
training bij de brandweer. De vormgeving hiervan kan worden ontwikkeld
in het CvA-BZK project Kwaliteitsborging brandweerpersoneel.
Concept brandweer onderzoek, (pdf, 1.43 MB)
geactualiseerd op: 29 oktober 2004
Vereniging Nederlandse Gemeenten