Persbericht, 29-10-2004
Derde gezondheidsonderzoek getroffenen vuurwerkramp
Twee groepen getroffen bewoners van de vuurwerkramp in Enschede zeggen nog lichamelijke en psychische gezondheidsklachten te hebben. Dit zijn de bewoners van wie het huis ernstig beschadigd is en de allochtone getroffenen van de vuurwerkramp. De gezondheid van de ingezette reddingswerkers is bijna geheel hersteld. Getroffenen die vier jaar na de ramp nog klachten hebben, geven aan dat deze klachten vaak langdurig zijn. Dit zijn de belangrijkste conclusies uit het derde gezondheidsonderzoek dat in het begin van 2004 in opdracht van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) is uitgevoerd door het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) en het Instituut voor Psychotrauma (IvP) in nauwe samenwerking met de GGD Regio Twente. Om een goede vergelijking te kunnen maken tussen de groepen getroffenen en niet-getroffenen is ook bij een vergelijkbare groep inwoners van Tilburg het onderzoek herhaald.
Op 13 mei 2000 vond de vuurwerkramp in Enschede plaats. Om de gevolgen van deze ramp in kaart te brengen werd in opdracht van het Ministerie van VWS direct een groot gezondheidsonderzoek gestart. Onderdeel van dit gezondheidsonderzoek is het invullen van een uitgebreide vragenlijst. Op deze manier werden de getroffenen al twee keer eerder geënquêteerd; 3 weken en 18 maanden na de ramp. In het begin van 2004 zijn de deelnemers aan dit onderzoek voor de derde keer gevraagd naar hun gezondheid en het gebruik van de zorg. Aan het derde onderzoek hebben ruim 2500 getroffenen deelgenomen: bewoners die door de vuurwerkramp waren getroffen, reddingswerkers en passanten.
Het blijkt dat de gezondheidsklachten onder getroffenen tussen het tweede en derde gezondheidsonderzoek minder sterk zijn gedaald dan in de eerste 18 maanden na de ramp. Het blijkt bovendien dat de meeste getroffenen die nu nog gezondheidsklachten melden, de bewoners van wie het huis ernstig beschadigd is en allochtonen, dezelfde klachten ook al bij de eerdere twee onderzoeken hebben gemeld. Klachten die veel voorkomen zijn slaapproblemen en neerslachtigheid. Over het algemeen genomen is de gezondheidsbeleving van de minder zwaar getroffen autochtone bewoners positiever. Zij hebben nog wel iets meer klachten dan mensen die de ramp niet hebben meegemaakt, maar dit verschil is niet meer zo groot. De gezondheid van de reddingswerkers wijkt nauwelijks meer af van collega's die niet bij deze ramp zijn ingezet.
Het derde gezondheidsonderzoek is het laatste grootschalige onderzoek dat in opdracht van het Ministerie van VWS onder de getroffenen van de vuurwerkramp is uitgevoerd. Het past in de reeks van onderzoeken die vanaf mei 2000 in het kader van het project Gezondheidsmonitoring Getroffenen Vuurwerkramp Enschede (kortweg GGVE) zijn gehouden. Eind 2005 bieden de resultaten van alle onderzoeken een goed overzicht van mogelijke gevolgen van de vuurwerkramp in voor de volksgezondheid.
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport