Het weer nader verklaard
Wintertijd
De "wintertijd" is eigenlijk de gewone tijd en duurt vijf maanden. De Ministerraad heeft besloten dat de zomertijd in elk geval tot en met 2006 ingaat in het laatste weekeinde van maart en eindigt in het laatste weekeinde van oktober. De klok gaat dan een uur terug van 3 uur naar 2 uur.
Bij overgang naar wintertijd schuift de daglichtperiode een uur op waardoor het 's ochtends eerder licht en 's avonds eerder donker wordt. Het weer stoort zich uiteraard niet aan de verandering van de tijd, zodat ook de gemiddelde dagelijkse gang van weersverschijnselen een uur naar voren schuift. Zo wordt de hoogste temperatuur van de dag meestal enkele uren na het middaguur bereikt. In de winter valt het warmste moment gemiddeld tussen 15 en 16 uur, maar omdat de invloed van de zon 's winters kleiner is dan 's zomers kan het warmste moment van de dag ook op een heel ander tijdstip vallen. Hartje winter wordt de hoogste temperatuur bij stormachtig weer soms midden in de nacht gemeten.
In Nederland is het onderscheid tussen zomer- en wintertijd in 1977 opnieuw ingevoerd: ook van 1916 tot 1945 was de zomertijd van kracht. Tot begin de 20e eeuw had vrijwel elke plaats in ons land zijn eigen tijd, omdat voor de tijdbepaling werd uitgegaan van de hoogste stand van de zon. Omdat de zon in het oosten opkomt en in het westen ondergaat werd de hoogste zonnestand in het oosten van ons land een kwartier eerder bereikt dan in het westen van het land.
De komst van de spoorwegen maakte invoering van een landelijke standaardtijd noodzakelijk. Van 1909 tot 16 mei 1940 kende Nederland de "Amsterdamse tijd", die 20 minuten voorliep op de West-Europese tijd (Greenwich Mean Time) en 40 minuten achter op de Midden-Europese Tijd. Dus 12:00 uur in Nederland was 11:40 in Londen en 12:40 in Berlijn.Overgang naar de huidige Middeneuropese Tijd vond plaats op 16 mei 1940: op bevel van de Duitse bezetters werd de klok toen één uur en 40 minuten vooruit gezet. Die zomertijd duurde ook gedurende de winters van 1941 en 1942. Pas in november 1942 werd de klok weer één uur teruggezet. In de jaren 1943-1945 gold alleen 's zomers de zomertijd, maar in 1946 werd deze voor een periode van ruim dertig jaar geheel afgeschaft. Voor de tijdrekening die we nu kennen is de aarde verdeeld in 24 zones, waarin een standaardtijd geldt. Als maatstaf (universele tijd) wordt de tijd van Greenwich in Engeland genomen. Nederland en het grootste deel van Europa liggen in de zone ten oosten daarvan, waarin het een uur later is dan in Greenwich, de Middeneuropese Tijd.
Met dank aan Rob van Gent, Universiteit Utrecht (zie ook zijn website wettelijke tijdregeling in Nederland) en Frank Schreutelkamp, Sterrenwacht Sonnenborgh in Utrecht.
Koninklijk Nederlands Meteorologisch Instituut