Ingezonden persbericht


PERSBERICHT

Doelmatigheid ambulante behandeling onderzocht

Behandeling van angst en depressie kan korter

Utrecht, 27 oktober 2004. De ambulante behandeling van mensen met een angst- of stemmingsstoornis kan het best beginnen met een kortdurende standaardbehandeling. Een langere behandelduur en meer sessies blijken niet tot een beter resultaat te leiden. Ook kan de tijd die nu wordt gestopt in een uitgebreide intake beter worden besteed aan de kleine groep patiënten bij de wie de kortdurende standaardbehandeling niet werkt en die intensieve behandeling nodig heeft. Dat blijkt uit een onderzoek van het Erasmus Medisch Centrum en het Trimbos-instituut naar de doelmatigheid van de ambulante behandeling van mensen met angststoornissen en depressies.

Angst- en stemmingsstoornissen komen in Nederland veel voor en opvallend vaak gelijktijdig. Ongeveer een op de tien mannen en een op de vijf vrouwen maakt minstens één maal in het leven een depressie door. En 20% van alle Nederlanders krijgt in zijn of haar leven te maken met een angststoornis. Het zijn de meest voorkomende stoornissen bij mensen die zich aanmelden voor ambulante hulp. De cliënt kan hiervoor met veel verschillende soorten gesprekstherapie worden behandeld. Bij de meeste GGZ-instellingen krijgen cliënten eerst een vrij uitgebreide intake, waarna een multidisciplinair team op basis van alle verzamelde informatie een specifieke therapie kiest voor de cliënt. Deze manier van werken wordt matched care (maatwerk) genoemd, omdat er gezocht wordt naar een precieze match tussen patiënt en therapie.

'Matched care' of 'stepped care'

In het onderzoek van Erasmus MC en Trimbos-instituut is de gangbare matched care vergeleken met een zg. stepped care benadering, waarbij alle cliënten in eerste instantie een korte standaardbehandeling kregen. Pas als deze behandeling onvoldoende effect had, werd overgestapt naar een meer intensieve aanpak. In het stepped care aanbod werden twee korte 'standaardbehandelingen' onderzocht: de Kortdurende Behandeling en de Cognitieve Gedragstherapie. De Kortdurende Behandeling (het 5-gesprekken model) is in Nederland ontwikkeld, vooral in reactie op de wachtlijstproblematiek. Tegenwoordig krijgt circa 20% van alle cliënten in de ambulante GGZ een dergelijke behandeling aangeboden. De doelmatigheid was nog niet eerder onderzocht.

De meeste cliënten bleken meer dan één probleem te hebben, dikwijls zowel een depressie als een angststoornis tegelijk (41%). Over het algemeen herstelden de patiënten goed bij alle drie de vormen van behandeling. Na 1 jaar was bij ongeveer de helft van alle deelnemers de depressie en/of angststoornis verdwenen en na anderhalf tot twee jaar bij tweederde van de cliënten. Wel bleek dat binnen de ambulante GGZ de Kortdurende Behandeling goedkoper en even effectief is als de gangbare zorg (matched care) en Cognitieve Gedragstherapie.

Aanbevelingen

De belangrijkste aanbeveling van het onderzoek is om in de ambulante GGZ andere vormen van indicatiestelling en zorgtoewijzing te ontwikkelen. De tijd die nu besteed wordt aan het bij binnenkomst uitgebreid diagnosticeren en indiceren van mensen met angst of depressie veroorzaakt nodeloze kosten, die niet gerechtvaardigd worden door een beter resultaat. Het geld, c.q. de tijd van behandelaars kan beter anders worden ingezet, bijvoorbeeld voor de behandeling van cliënten die niet bleken op te knappen tijdens de onderzoeksperiode (ongeveer eenderde).

De resultaten van het onderzoek naar de doelmatigheid van ambulante behandeling zullen begin 2005 tijdens een speciale expertmeeting worden voorgelegd aan het veld. Tevens zullen de resultaten vanuit verschillende invalshoeken in detail worden gepubliceerd in (inter)nationale wetenschappelijke tijdschriften

Het onderzoek is, met financiële steun van ZonMw en de Stichting Bevordering Wetenschappelijk Onderwijs Geestelijke Gezondheidszorg, tussen 2000 en 2003 uitgevoerd door Prof.dr. Marianne Donker, Dr. Annemieke van Straten, en Dr. Leona Hakkaart, in opdracht van het Erasmus Medisch Centrum en het Trimbos-instituut. Het onderzoek vond plaats in zeven instellingen voor de geestelijke gezondheidszorg, verspreid over twaalf locaties. Iets meer dan zevenhonderd cliënten met een (of meer) angststoornissen en/of een (of meer) stemmingsstoornissen werden vlak na de intake geïnterviewd en vervolgens iedere drie maanden, tot 1½ à 2 jaar na het eerste interview.

Voor meer informatie bel
Henk Maurits 030-2971138 of Harald Wychgel (030-2971116), voorlichters van het Trimbos-instituut.