Nieuws
27 okt 2004 - 'Arrest Hoge Raad mag niet leiden
tot beperking hypotheekrenteaftrek'
Huiseigenaren die geld lenen voor de verbouwing van hun woning, mogen de
rente pas van de belasting aftrekken als ze uitgaven hebben gedaan. Nu
mogen ze de hypotheekrente nog aftrekken vanaf het moment dat ze de
lening afsluiten. Dat blijkt uit een arrest van de Hoge Raad, Nederlands
hoogste rechter. VVD-Kamerlid Dezentjé-Hamming heeft hierover Kamervragen
gesteld aan de staatssecretaris van Financien. De liberale wil weten of
deze uitspraak leidt tot hogere uitvoeringskosten bij de Belastingdienst
en meer administratieve lasten bij belastingplichtigen. De VVD-fractie
vindt dat dit arrest niet mag leiden tot een feitelijke beperking van de
hypotheekrenteaftrek. Dit kabinet heeft overigens geen plannen om de
aftrek te beperken.
Schriftelijke vragen van het lid Ineke Dezentjé Hamming (VVD) aan de
Staatssecretaris van Financiën inzake de uitspraak van de Hoge Raad over
de hypotheekrenteaftrek.
1. Wat is de reactie van de Staatssecretaris op het arrest van de Hoge
Raad nr. 39.082 van 22 oktober 2004?
2. Werd in het beleid van de belastingdienst tot op heden betekenis
toegekend aan het tijdstip waarop kosten waren gemaakt, indien vaststond
dat geld geleend was voor onderhoud of verbetering van een eigen woning?
3. Welk standpunt heeft de Staatssecretaris ten aanzien van deze kwestie
ingenomen in de procedure die leidde tot het arrest van 22 oktober 2004?
4. Was de beslissing van de Hoge Raad voor de betrokkenen redelijkerwijs
te voorzien, mede gelet op de afwijkende conclusie van het Gerechtshof en
de Advocaat-Generaal?
5. Deelt u de mening van de VVD fractie dat dit arrest niet mag leiden
tot een feitelijke beperking van de hypotheekrenteaftrek?
6. Leidt het arrest tot hogere uitvoeringskosten bij de Belastingdienst?
7. Leidt het arrest tot hogere administratieve lasten bij
belastingplichtigen die de verbouwingskosten middels een
hypotheek(verhoging) financieren?
8. Welke aanpassingen voorziet de Staatssecretaris in de huidige
uitvoering door deze beslissing van de Hoge Raad? En op welke termijn?
9. Kan hij aangeven hoe hij denkt te voorkomen dat de Belastingdienst én
belastingplichtigen met complexe administratieve handelingen
geconfronteerd worden?
10. Wordt daarbij het belang van de belastingplichtigen vóór die van de
Belastingdienst geplaatst ten einde te voorkomen dat de belastingaangifte
complexer wordt dan hij al is?
11. Is de Staatssecretaris bereid, mede ten behoeve van de praktische
uitvoerbaarheid, om de wet zodanig te wijzigen dat expliciet wordt
bepaald dat voor de aftrekbaarheid van rente geen betekenis toekomt aan
het tijdstip waarop kosten voor onderhoud of verbouwing van ene eigen
woning worden gemaakt, mits voor het overige aan alle voorwaarden voor
aftrek is voldaan?
12. Zo niet, is hij dan bereid om een dergelijke wetswijziging door te
voeren voor gevallen waarin de uitgaven zijn gedaan binnen een bepaalde
periode (bv. een jaar) na het afsluiten van de lening?
13. Heeft het arrest gevolgen voor belastingplichtigen die voor 22
oktober 2004 hun hypotheek hebben verhoogd, bijvoorbeeld t.b.v. een
verbouwing? Bestaat het risico dat door deze uitspraak vele
belastingplichtigen met terugwerkende kracht een correctie kunnen
verwachten?
14. Bent u bereid om belastingplichtigen in ieder geval voor het verleden
tegemoet te komen, omdat zij er in redelijkheid niet op voorbereid
hoefden te zijn dat de rente over de periode voor het maken van de
verbouwingskosten niet aftrekbaar zou zijn, en zij de zaken anders hadden
kunnen regelen indien zij daar wel rekening mee hadden gehouden?
27 oktober 2004
VVD