AEL
Arabisch Europese Liga
Razzias en het telefoontje van Minister Kamp
(Wednesday 27 October 2004 1:10:59 am)
bloemen voor Erik O.
Op 17 september 2001 stelde toenmalig Minister-President Wim Kok dat
de aanslagen op het WTC en Washington een oorlogsverklaring aan
onze democratie, aan het hele vrije Westen. Daarmee was Wim Kok de
eerste die, volledig in lijn met de strategie van Bush, de
binnenlandse problematiek van de Verenigde Staten in Europa
importeerde.
De fastfood-mentaliteit van de regering-Bush onthoudt de VS van
diepgaande zelfkritiek. Daarom exporteert de VS de negatieve
consequenties van haar buitenlandse wanbeleid naar de rest van de
wereld. Inmiddels is Europa deelgenoot in en betrokken bij de oorlog
tegen terrorisme.
Jaap De Hoop Scheffer (CDA) legde destijds de verklaring van de
Minister-President als volgt uit: Het gaat daarbij niet alleen om een
aanslag op mensen en gebouwen. Het raakt onze fundamentele waarden.
Waarden die verdedigd moeten worden: vrijheid, gerechtigheid,
naastenliefde, respect. Ook godsdienstvrijheid. ... De VS en Europa
vormen een waardengemeenschap, gebaseerd op eeuwen Joods/Christelijk
gedachtengoed, aangevuld met de humanistische traditie. Tegelijkertijd
zijn zowel aan gene als aan deze zijde van de oceaan die samenlevingen
in hoog tempo veelkleuriger geworden. Onze cultuur wordt daardoor
beïnvloed, normen kunnen veranderen, maar de waarden blijven vast en
van alle tijden. Achter deze woorden van selectieve tolerantie
schuilde een boodschap van disrespect en arrogantie jegens de
Arabische en Islamitische gemeenschappen: in de VS pleitte hij voor
een invasie in Irak. Kort nadat Nederland de VS militaire steun
toezegde voor de invasie in Irak werd De Hoop Scheffer benoemd tot
secretaris-generaal van de NAVO.
Sinds 17 september 2001 is de regelgeving voor met name Justitie en
politie drastisch veranderd, in het bijzonder ten aanzien van de
verhouding met allochtone gemeenschappen. In juni 2004 sprak voormalig
VVD-leider Hans Dijkstal in een interview met het Algemeen Dagblad
openhartig over zijn waarneming dat de politiek haat zaait jegens
allochtonen en hen stelselmatig criminaliseert. Dijkstal was de eerste
politicus die de schijnheilige stilte in autochtoon Nederland doorbrak
door te stellen dat het fundamenteel fout is om het minderhedenbeleid
van Binnenlandse Zaken onder te brengen bij Justitie. Het standpunt
van Dijkstal werd met verontwaardiging ontvangen en kreeg nauwelijks
bijval. Ook in Groningen, waar kort daarvoor burgemeester Jacques
Wallage zich nog had uitgesproken tegen het etnocentrisme, bleef het
stil. De weeskinderen van fascist en volksheld Pim Fortuyn willen nu
eenmaal nieuwe politiek: etnisch-nationalisme.
Minister Verdonk: getraind om uit te sluiten
Minister Verdonk (VVD) voor Vreemdelingenzaken en Integratie studeerde
sociologie, waarbij zij zich specialiseerde in organisatiesociologie
en criminologie. Vanaf dat moment heeft ze haar carrière ontwikkeld
bij Justitie, meer specifiek binnen het Gevangiswezen. Zij bekleedde
onder andere managementfuncties bij Justitiële Jeugd- en
TBS-inrichtingen. Van 1996 tot 1999 was zij directeur Staatsveiligheid
bij de Binnenlandse Veiligheidsdienst, tegenwoordig bekend als de
AIVD. Haar volledige carrièrepad richtte zich primair op de
uitsluiting van mensen in de samenleving en pas in tweede instantie op
harmonie en integratie. Dat juist zij verantwoordelijk is gesteld voor
het minderhedenbeleid spreekt boekdelen over de huidige politieke
sfeer. Dat dit minderhedenbeleid, dat oorspronkelijk werd beschouwd
als een kwestie van Binnenlandse Zaken, tegenwoordig onder Justitie
valt maakt eens te meer de positie van minderheden in Nederland
duidelijk.
De afgelopen jaren heeft die positie een sterker contrast gekregen
door tal van zogenaamde proefballonnen, waarbij allochtonen als
afzonderlijke groep onder het justitiële vergrootglas werden bekeken.
Herhaaldelijk werd gesuggereerd aparte strafmaten in te voeren voor
allochtonen, om zo de straf beter te laten aansluiten bij de beleving
van allochtonen. Immers, een allochtoon is minder gevoelig dan een
autochtoon, redeneren sommige politici. Achter een rookgordijn van
proefballonnen en ordinair geschreeuw van onder andere de LPF en de
VVD gingen beleidsmakers aan de slag. Met concurrerende ijver werd
gezocht naar wegen om de hysterie onder de bevolking om te zetten in
stemmen op hun partij. Angst als gevolg van het voortdurend
exploiteren van hysterie voor electoraal voordeel heeft ertoe geleid
dat allochtone gemeenschappen in de praktijk worden beschouwd als een
probleem dat vraagt om een aparte behandeling. Een behandeling waarbij
versterkte controle wordt uitgevoerd, assimilatie wordt afgedwongen en
geheime diensten een belangrijke rol spelen. Nu Minister Verdonk het
integratievraagstuk steeds openlijker verbindt met geweld en
staatsveiligheid, zelfs terrorisme, heeft de term Apartheid haar roots
hervonden.
150 potentiële terroristen
Kort nadat op 11 maart 2004 in Madrid een aanslag werd gepleegd, greep
Minister Donner (CDA) van Justitie zijn kans. Donner maakte bekend dat
ca. 150 potentiële terroristen waren geïdentificeerd en moeten worden
geobserveerd. Onduidelijk was wat dit indrukwekkende getal betekende.
Hoeveel potentiële terroristen waren er bijvoorbeeld in de jaren 80
toen de Radicaal Anti-Racistische Actie met succes aanslagen pleegde
op het Ministerie van Justitie?
In april 2004 stuurde Minister Donner van Justitie een wetsvoorstel
naar de ministerraad dat 'afgeschermde getuigenverhoren' mogelijk
maakt. Volgens hetzelfde wetsvoorstel zou het bewijsrecht zodanig
worden aangepast dat ambtsberichten van de AIVD de status krijgen van
een volwaardig schriftelijk stuk waaraan de rechter zonder beperkingen
bewijskracht kan toekennen. In dezelfde periode waarin bovengenoemd
wetsvoorstel werd ingediend, beraadde het kabinet zich erop om ,, de
grondslag voor verdenkingen van mensen'' te verbreden. In andere
woorden, meer mensen zullen verdacht worden van terrorisme dan
voorheen. En meer verdachten leidt tot meer angst.
Extremistisch beleid
De afgelopen maanden werd duidelijk wat het onderdrukkende - want
justitiële minderhedenbeleid op de lange termijn teweegbrengt:
onschuldige mensen worden opgepakt, verhoord, angst aan gejaagd en
vervolgd. AIVD informatie wordt zonder controle aangewend om razzias
te legitimeren. Mensen verdwijnen en worden een of twee dagen later
weer op straat gezet. Nederland is bang en daarom is dit
veiligheidsbeleid topprioriteit geworden. In een land waar 60% van de
autochtonen zich bedreigd voelt door moslims lijdt het geen twijfel
welke trends dit veiligheidsbeleid teweeg zal brengen. Zelfs de meest
naïeve burger zou zich moeten afvragen wat het is dat Nederland heeft
gedaan, dat een dergelijke angst rechtvaardigt. Er moeten welhaast
oorlogsmisdadigers op overheidsniveau opereren om zon diepe angst voor
de eigen schaduw te ontwikkelen. Is dat het Nederland dat haar burgers
veiligheid kan bieden? Veiligheid als topprioriteit met preventieve
acties tegen immigrantenburgers. Het zijn maatregelen om de
extremistische aard van het buitenland-beleid te verhullen en
uiteindelijk te legitimeren.
Rechtstaat?
De AEL neemt het standpunt in dat alle verdachten onschuldig zijn tot
het tegendeel bewezen is. Dit principe is een kernpunt van de
rechtstaat en beschermt burgers tegen willekeur van de overheid. Nu
dit principe overboord is gegooid en verdachten bij voorbaat schuldig
worden verklaard, kan de moslimgemeenschap zich op het allerergste
voorbereiden. De invallen die in Utrecht, Roosendaal, Rotterdam en
andere grote steden worden uitgevoerd zijn geen incidenten meer, maar
zijn uitingen van een structureel beleid om de moslimbevolking te
intimideren. Het deel van de aanhoudingen waarover in de media
gerapporteerd is, beslaat slechts een fractie van het totaal aantal
aanhoudingen dat inmiddels heeft plaatsgevonden. Met regelmaat
verschenen berichten over aanhoudingen op de voorpagina van landelijke
nieuwsbladen. De verdachten werden in vrijwel alle gevallen ook weer
vrijgelaten, omdat er geen gronden zijn om hen langer vast te houden.
De verdachten waarvan bekend is dat zij op dit moment nog gevangen
worden gehouden op verdenking van terreur, zijn een 17-jarige
Rotterdammer en een 37-jarige medewerker van de AIVD. Ook alle
verdachten die tijdens het buitenproportionele machtsvertoon in
Utrecht werden aangehouden zijn inmiddels vrijgelaten, inclusief het
30-jarige familielid waarvan de aanhouding openbaar werd gemaakt om
alsnog het massale karakter van de inval te rechtvaardigen. Het OM
heeft bij herhaling verklaard dat het aanbieden van excuses aan het
getraumatiseerde gezin niet gepast is. Minister Donner (CDA) van
Justitie: "Er was een verdenking en daarom is de woning
binnengetreden. De inval is volgens het boekje gegaan." Vervolgens
liet Donner een extra onderzoek instellen om na te gaan of de schade
aan de woning door het gezin zelf was aangebracht. De boodschap is
duidelijk.
De aanhouding van Erik O. en het daarop volgende proces verliep
anders. Deze marinier maakte deel uit van de Nederlandse
bezettingsmacht in Irak en werd verdacht van het schieten op een
ongewapende Iraakse burger op 27 december 2003. De Irakees kwam
daarbij om het leven. Erik O. werd tenlaste gelegd dat hij de
dienstvoorschriften zou hebben overschreden (strafbaar gesteld in het
Wetboek van Militair Strafrecht, 136 WMsr). Subsidiair werd hem dood
door schuld verweten. Al vanaf het begin werd Erik O. openlijk
gesteund door zowel politieke als militaire prominenten. Ook de steun
van oud-veteranen, die ook niet voor hun misdaden tijdens de
politionele akties in Indonesia zijn veroordeeld, kreeg aandacht in de
media. De uitspraak in het proces vond plaats op maandag 18 oktober
2004: vrijspraak. Vooraf, tijdens en na afloop spraken politiek
leiders en hoge militairen openlijk hun steun uit aan de marinier en
hekelden het optreden van het OM. Advocaat Knoops liet namens de
marinier weten dat hij onder de indruk was van de massale steun van
Defensie en de bevolking. Kamp kondigde vanuit Irak aan dat hij Erik
O. dezelfde dag nog zou bellen om hem te feliciteren. Erik O. werd bij
het gerechtsgebouw met bloemen begroet door collega-mariniers.
Na drie jaar veiligheidsbeleid onder de noemer van
terrorismebestrijding maakt men nog steeds gebruik van een
internationaal alibi in een poging om het onderdrukkende beleid
legitimatie te geven. Ondanks zich voortdurend uitbreidende
opsporingsbevoegdheden en maatregelen waarbij de burgerrechten van
moslims steeds verder worden genihiliseerd, ontbreken de resultaten
die dat beleid op nationaal niveau een legitieme betekenis geven.
Serieuze aanhoudingen of zelfs harde aanwijzingen die een verband
houden met mogelijke dreigingen van terrorisme blijven uit. De impact
op de politiek en het sociaal-maatschappelijk leven is echter
onuitwisbaar. Er lijkt zich een onomkeerbare trend te hebben ingezet.
Vooringenomen geschreeuw en ongefundeerde angst heeft via het
'veiligheidsbeleid' zijn weg gevonden naar fundamentele onderdelen van
de samenleving. De AEL signaleert dat o.a. politieagenten en
onderwijzers met een racistisch wereldbeeld zich steeds minder geremd
voelen. Betrouwbare bronnen binnen het Amsterdamse politiekorps en
diverse onderwijsinstellingen bevestigen dit.
Meld incidenten!
De AEL roept alle moslims op om zich aan te sluiten bij
belangenorganisaties, om zo een sterkere band op te bouwen met de
gemeenschap. De AEL roept ook op om iedereen die geconfronteerd wordt
met razzias en intimidaties, zich bij ons te melden. Dat kan via het
online incident-formulier van onze anti-discriminatie afdeling of
telefonisch. De AEL kan slachtoffers doorverwijzen voor professionele
juridische hulp of zelf ondersteuning bieden bij het voeren van
juridische procedures.