Kamerstuk, 26-10-2004
Homo-emancipatiebeleid op scholen
De Voorzitter van de Tweede Kamer
der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA DEN HAAG
DLB-2526703
26 oktober 2004
Tijdens het overleg over de Voortgangsrapportage
homo-emancipatiebeleid 2001-2004 (27017, nr 7) van 12 oktober jl.
heeft de coordinerend bewindspersoon voor het homo-emancipatiebeleid,
de staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, toegezegd u
samen met de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
schriftelijk te informeren over de achtergronden van de recente
verspreiding onder scholen van het homojongerenblad Expreszo. Kort
wordt stilgestaan bij de voorlichting op scholen en de taak van
onderwijsinstellingen inzake homo-emancipatie en vervolgens bij de
financiering, verspreiding en reacties op het blad Expreszo.
Scholen zijn primair verantwoordelijk voor een veilig schoolklimaat.
Het ministerie van Onderwijs ondersteunt scholen daarbij. In de brief
van de minister van Onderwijs `Plan van aanpak veiligheid in het
onderwijs en de opvang van risicojongeren' , 19 mei 2004, zijn voor
dat doel enkele maatregelen opgenomen met daarbij behorende middelen.
Deze maatregelen zijn erop gericht de algehele veiligheid en
tolerantie binnen scholen te bevorderen. Homotolerantie maakt daarvan
deel uit. Het is van groot belang dat scholen daar aandacht aan
besteden. De Inspectie van het Onderwijs ziet daarop toe.
Via de middelen voor veiligheid en tolerantie wil OCW scholen in staat
stellen om een toegesneden aanpak te ontwikkelen die past bij hun
situatie. In het licht van de besturingsfilosofie van OCW en in het
kader van deregulering wil OCW binnen deze middelen niet komen tot
oormerking. Scholen mogen zelf bepalen hoe zij invulling geven aan
homo-emancipatie. Het feit dat het project gesubsidieerd wordt, wil
niet zeggen dat scholen ook verplicht zijn dat materiaal te gebruiken.
De situatie met betrekking tot homotolerantie en daarmee dus ook de
aanpak verschilt per school.
De minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap heeft in 2003 een
subsidie verstrekt aan het COC Nederland voor het project Pink Quest.
Deze eenmalige bijdrage was EUR 50.000 groot. Doel van de subsidie was
de bespreekbaarheid van het onderwerp homoseksualiteit een extra
impuls te geven. In dat kader is ook het magazine van Expreszo
ontwikkeld.
Naast de bijdrage van het ministerie van OCW heeft het project Pink
Quest ook bijdragen ontvangen van het VSB-fonds (EUR 35.000), het
ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (EUR 19.000) en de
Nationale Jeugdraad (EUR 28.000).
De verspreiding van het magazine is gebeurd via de organisatie `Pauze
Media'. Alle scholen die via Pauze Media het scholierenblad Pauze
ontvangen, hebben ook exemplaren van de betreffende editie van
Expreszo ontvangen. Expreszo is zonder aanbiedingsbrief verstuurd
waardoor het voor scholen onduidelijk was wat de opzet en het doel van
het blad was.
Van de circa 500 middelbare scholen hebben ongeveer dertig scholen het
blad geweigerd of teruggestuurd, om uiteenlopende redenen. In veel
gevallen werd aangegeven dat het taalgebruik en de vormgeving niet
geapprecieerd werd of dat scholen op hun eigen manier aandacht
besteden aan het onderwerp. Scholen van verschillende signatuur zijn
vertegenwoordigd in de groep scholen die het blad hebben
teruggestuurd. Er zijn echter ook positieve reacties binnengekomen en
verzoeken van scholen die meer exemplaren willen ontvangen. De
uitgever van het homojongerenblad Expreszo beziet de mogelijkheden
voor een extra oplage van de betreffende editie, waarin de omstreden
tolerantietest wordt aangepast.
De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
Maria J.A. van der Hoeven
De Staatssecretaris van Volksgezondheid,
Welzijn en Sport,
drs. Clémence Ross-van Dorp
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport