Maatregelen rijk bemoeilijken fatsoenlijk inburgeringsbeleid
De VNG heeft twijfels bij de haalbaarheid van een algemene
inburgeringsplicht. Bij gemeenten zijn niet van alle groepen oudkomers
gegevens bekend. Hierdoor wordt toetsing en sanctionering door
gemeenten onmogelijk. Indien de algemene inburgeringsplicht wordt
ingevoerd kunnen gemeenten geen verantwoordelijkheid nemen voor de
uitvoering en zal de handhaving en eventuele sanctionering elders
neergelegd moeten worden. De VNG heeft eind september hierover een
brief aan minister Verdonk geschreven.
Daarbij maken maatregelen van het ministerie van Justitie het voor
gemeenten moeilijk een fatsoenlijk inburgeringsbeleid te voeren. De
VNG heeft de Tweede Kamer op 20 oktober j.l. per brief verzocht niet
in te stemmen met de door de minister van Justitie voorgestelde
bezuinigingen op het gemeentelijk inburgeringbeleid en erop aan te
dringen de budgetten voor 2005 op dezelfde wijze als in 2004 te
verdelen.
Het kabinet baseert de bezuinigingen gedeeltelijk op de te verwachte
effecten van nog niet bestaand beleid. Het gaat hier om de invoering
van een eigen bijdrage, invoering van een inburgeringstoets in het
land van herkomst en verhoging van de leeftijd- en inkomensgrens bij
huwelijksmigratie. De VNG heeft hierdoor twijfels over de
toereikendheid van de rijksbijdrage om de taken van de Wet Inburgering
Nieuwkomers (WIN) uit te kunnen voeren.
De VNG is onaangenaam verrast door het voornemen de
financieringssystematiek voor de WIN per 1 januari 2005 te wijzigen.
Eerder was aangekondigd dat dit samen zou vallen met de invoering van
een eventueel nieuw inburgeringstelsel. Deze wijziging in de
financiering maakt het voor gemeenten onmogelijk de inkoop van
inburgeringscursussen voor 2005 tijdig te regelen en veroorzaakt
zodoende verdere vertraging. Besluiten dienen gebaseerd te zijn op de
geldende wetgeving en niet vooruit te lopen op mogelijke
stelselwijzigingen. De VNG dringt er dan ook op aan de budgetten voor
2005 op dezelfde wijze als in 2004 te verdelen.
* Brief aan minister Verdonk
* Brief aan de Tweede Kamer
geactualiseerd op: 26 oktober 2004