College Bescherming Persoonsgegevens


26 oktober 2004

CBP en OPTA: samenwerking bij aanpak SPAM

Het CBP en de OPTA (Onafhankelijke Post en Telecommunicatie Autoriteit) gaan samenwerken bij het aanpakken van spam. Op 19 oktober hebben de beide voorzitters van deze toezichthouders, respectievelijk J. Kohnstamm en J. Arnbak, afspraken over samenwerking ondertekend. De afspraken hebben betrekking op het spamverbod, zoals dat sinds 19 mei 2004 in Nederland van kracht is. Beide colleges zullen elkaar informeren en bijstaan en beide colleges zullen diverse begrippen uit de Wet bescherming persoonsgegevens en de Telecommunicatiewet consistent uitleggen.

Behalve het spamverbod zijn in het nieuwe hoofdstuk 11 van de Telecommunicatiewet meer onderwerpen geregeld die betrekking hebben op de bescherming van de persoonlijke levenssfeer in de sector elektronische communicatie: nummeridentificatie, het gebruik van locatiegegevens, het doorgeven van nummers ten behoeve van telefoontjes naar alarmcentrales en de uitwisseling van persoonsgegevens voor telefoongidsen. Mede gezien de overlappende bevoegheden achten de OPTA en het CBP het wenselijk ook ten aanzien van deze onderwerpen samen te werken. Het voornemen is een algemeen samenwerkingsprotocol vast te stellen. De nu ondertekende werkafspraken over spam zullen hiervan uiteindelijk onderdeel uitmaken.

Tijdens de behandeling van de nieuwe Telecommunicatiewet in het parlement is naar voren gebracht dat beide colleges tot afspraken zouden moeten komen over samenwerking. De Minister van Economische Zaken heeft toegezegd dat beide colleges afspraken zullen maken op het gebied van spambestrijding. Voor een dergelijke samenwerking bestaat geen wettelijke plicht.

De tekst van de samenwerkingsafspraken is gepubliceerd in de Staatscourant (nummer 205, 25 oktober 2004) en op de websites van beide toezichthouders.
Over de OPTA
Het college van de Onafhankelijke Post en Telecommunicatie Autoriteit (OPTA) is belast met het toezicht op de Telecommunicatiewet (Tw). Recent zijn nieuwe bepalingen in de Telecommunicatiewet van kracht geworden. Daarbij is in hoofdstuk 11 van de Tw een aantal bepalingen opgenomen die betrekking hebben op de bescherming van de persoonlijke levenssfeer binnen de sector elektronische communicatie.

Over het CBP
Het College bescherming persoonsgegevens (CBP) houdt -onder de Wet bescherming persoonsgegevens (WBP)- toezicht op de naleving van wetten die het gebruik van persoonsgegevens regelen. Bij het CBP moet het gebruik van persoonsgegevens worden gemeld, tenzij hiervoor een vrijstelling geldt.

Het CBP adviseert de regering en organisaties over de bescherming van persoonsgegevens en onderwerpen die daarmee samenhangen. Het CBP toetst gedragscodes en bemiddelt in geschillen tussen burgers en gebruikers van persoonsgegevens. Op eigen initiatief of op verzoek van een belanghebbende kan het CBP onderzoeken of de manier waarop persoonsgegevens in een bepaalde situatie zijn gebruikt, in overeenstemming is met de wet en daaraan zonodig gevolgen verbinden. Voor in gebreke blijven bij de melding kan een boete worden opgelegd. Bij overtreding van de wet of daarop gebaseerde regelingen kan het CBP overgaan tot bestuursdwang of een dwangsom opleggen.