Toespraak van minister van Verkeer en Waterstaat, Karla Peijs, op de
Ministeriële Conferentie over Verkeersveiligheid bij de start van de vierde
werksessie over Veilige voertuigen op dinsdag 26 oktobe
(Alleen de uitgesproken tekst geldt)
Beste collega's, dames en heren,
Laat ik maar met de deur in huis vallen en deze vierde sessie met een
stelling beginnen: Zonder een forse Europese inzet op meer en betere
voertuigtechnologie halen we onze ambities op het terrein van
verkeersveiligheid nooit!
Ik hoor straks tijdens de discussie graag uw visie hierop.
Maar laat ik u uitleggen waarom ik hier zo stellig over ben.
Mijn ambitie is namelijk om het aantal verkeersdoden in Nederland
terug te dringen tot maximaal 640 per jaar in 2020. Dat is per
reizigerskilometer bijna een halvering vergeleken met de huidige
cijfers van 2003.
Zonder een forse innovatieslag - en dat kan alleen in Europees verband
- zal het aantal verkeersdoden in 2020 in Nederland circa 200 hoger
liggen dan mijn streven van 640.
En daarom vind ik het onderwerp van deze werksessie zo belangrijk.
Voor landen die een relatief hoge `veiligheidsscore' hebben, zijn
grote stappen in de reductie van verkeersslachtoffers nog moeilijk te
maken. Wat makkelijk te doen is, zoals wetgeving tegen drinken en
rijden, is al gedaan.
Maar vervolgens berusten en niks doen is geen optie, alleen al omdat
de groei van de mobiliteit zonder nieuwe maatregelen leidt tot minder
verkeersveiligheid.
Elke verkeersdode is er één te veel.
Het is dus onze plicht om naar nieuwe wegen te zoeken en met
technologische vernieuwingen is er nog een wereld te winnen.
Let wel: voertuiginnovaties zijn geen doel op zich, maar een enabling
technology.
Vanzelfsprekend ligt het voortouw bij de industrie.
Maar de industrie staat er niet alleen voor. Andere partijen moeten
ook hun bijdragen leveren.
We moeten het samen doen.
Goede voorbeelden van een vruchtbare samenwerking zijn ERTRAC en
eSafety.
Uiteraard moeten de Europese overheden ook hun eigen
verantwoordelijkheid nemen.
De Europese overheden moeten de juiste kaders en voorwaarden scheppen
voor een gezond onderzoeks- en ondernemersklimaat waarin innovaties
kunnen gedijen.
De crux is natuurlijk hoe we al die mooie innovaties `vermarkten'.
Daar kunnen overheden ook een belangrijke stimulans aan geven.
En wel op verschillende manieren
De overheid moet samen met het bedrijfsleven optrekken in het
onderzoek naar de oorzaken van ongevallen en bezien welke
technologische oplossingen er zijn;
de overheid moet haar rol als wegbeheerder slim invullen; slimme
voertuigen vragen namelijk om slimme wegen.
Verkeersinformatie, voertuig-weg communicatie en inschakeling van
hulpdiensten via e-Call moeten bijvoorbeeld `compatible' zijn met
slimme voertuigen;
de overheid heeft een voortrekkersrol in het genereren van
bewustwording onder weggebruikers en bedrijfsleven door het opzetten
van demonstraties en pilots; en tot slot
de overheid moet consumenten stimuleren veilige auto's te kopen.
Het zeer succesvolle programma EuroNCAP is daar een goed voorbeeld
van.
Uiteraard sorteren innovaties pas effect als ze daadwerkelijk worden
toegepast. Slimme autogordels en kinderzitjes moeten in de praktijk
natuurlijk wel gebruikt worden.
Daarom zal technologie te allen tijde hand in hand moeten gaan met
gedragsbeïnvloeding door middel van voorlichting en educatie.
Een goed voorbeeld daarvan is de Nederlandse campagne voor het gebruik
van kindergordels op de achterbank.
Die is een groot succes, niet in het minst door het bijbehorende
gadget genaamd Goochem het gordeldier. Goochem betekent slim in het
Nederlands. En gordeldier kan je vertalen als `veiligheidsgordeldier'.
De campagne is, met steun van de EU, inmiddels door tien andere
Europese landen geadopteerd.
Ik heb Goochem inmiddels aan u laten uitdelen. Vergeet u hem vooral
niet mee te nemen, voor uw kinderen of kleinkinderen.
Zoals ik al zei, de industrie heeft een belangrijke taak.
Ik stel het dan ook heel erg op prijs dat Mr Hodac vandaag een
presentatie verzorgt namens de Europese autofabrikanten.
Ik ben erg benieuwd naar zijn bijdrage.
En dat geldt uiteraard ook voor de bijdrage van de heer
Schulte-Braucks van de Europese Commissie.
Tot slot, dames en heren, het thema voertuigveiligheid ligt mij zeer
na aan het hart.
Ik hoop dan ook op een open en zeer vruchtbare discussie.
Dank u!
En dan wil ik nu graag het woord geven aan de heer Richard Schulte
Braucks.
Ministerie van Verkeer en Waterstaat