Den Haag, 25 oktober 2004
Vragen van de leden Douma en Smeets (beiden PvdA) aan de minister van Economische Zaken
over gevolgen van verkoop onder de kostprijs voor de levensvatbaarheid van veel levensmiddelendetailhandels
* Bent u bekend met het onderzoek van het Economisch Instituut voor het Midden- en Kleinbedrijf (EIM), dat in opdracht van het Vakcentrum werd uitgevoerd, over de gevolgen van verkoop onder de kostprijs voor de levensvatbaarheid van veel levensmiddelendetailhandels (Financieel Dagblad, 23 oktober 2004)?
* Onderschrijft u de feiten en conclusies zoals in dat rapport worden gegeven?
* Bent u met ons van mening dat gezonde concurrentie tussen levensmiddelendetailhandels nodig en gewenst is in het belang van de consument en een gezond bedrijfsleven?
* Ziet u in de tijdelijke verkoop onder de kostprijs een risico voor faillissementen van met name kleinere levensmiddelendetailhandels, zodat op termijn de lokale concurrentie wordt beperkt en de kosten voor de consument mogelijk zelfs stijgen?
* Ziet u hier een taak voor de NMa om erop toe te zien dat tijdelijke verkoop beneden de kostprijs niet wordt misbruikt voor beperking van de beoogde vrije mededinging?
* Bent u op de hoogte van het feit dat in enkele Europese landen, waaronder Frankrijk, wet- en regelgeving bestaat om deze vorm van prijsconcurrentie en beperking van de mededinging aan banden te leggen?
* Wat is uw opvatting over het voor Nederland gewenste beleid inzake deze vormen van concurrentie?