Persbericht Universiteit Utrecht
Wetenschapswinkel Letteren
25 oktober 2004
'Wat men ook zegt, zij fietsen toch'?
Onderzoek combineert fiets- en vrouwengeschiedenis
Waar komt de opoefiets vandaan? Wie waren de eerste Nederlandse wielrensters? Was Aletta Jacobs de enige fietsende Nederlandse feministe van de eerste golf? Tot voor kort was het heel lastig om hierop antwoord te krijgen want in boeken over vrouwen en fietsgeschiedenis is Nederland vaak afwezig. De Fietsersbond wilde toch graag antwoord op deze vragen en liet onderzoek doen door de Wetenschapswinkel Letteren. Annemarie Opmeer voerde het onderzoek uit en geeft in "Wat men ook zegt, zij fietsen toch"? met behulp van nieuwe informatie en nieuwe invalshoeken een overzichtelijk totaalbeeld van de vrouw op de fiets in de periode tussen 1880 en 1940.
De kern van het onderzoek is het onderdeel 'Fietsen door vrouwen'. Dit betekende eind negentiende eeuw vooral recreatief fietsen door welgesteldere vrouwen. Opmeer schetst hierin onder meer de verschillende betekenissen van fietsontwerpen, het vrouwvriendelijke beleid van de ANWB en de houding van de Nederlandse vrouw. Ook gaat zij in op de afwijkende rol van Nederlandse vrouwen in de fietssport. Nederland bleef namelijk in vergelijking met andere Europese landen ver achter wat wielrennende vrouwen betreft.
Kuisheidsvlinders
Opmeer besteedt in haar onderzoek ook aandacht aan de flinke tegenstand die er was tegen vrouwen op de fiets. Er zijn hierover, ook in Nederland, felle debatten gevoerd. Daarnaast komt de kwestie van de knellende vrouwenmode aan bod evenals de opkomst van de Reformkleding en het zogenaamde Bloomerkostuum, een van de eerste kostuums met een broek voor vrouwen. Ook de medische en ethische bezwaren ten aanzien van het fietsen worden besproken, evenals de oplossingen van Nederlandse vrouwen voor de problemen die het fietsen opleverde. Zo kon bijvoorbeeld het opwaaien van de rok ervoor zorgen dat de benen zichtbaar werden. Om dit te voorkomen waren er de zogenaamde rokkenloodjes of kuisheidvlinders. Deze loden figuurtjes in de vorm van vlinders hing men met een knijpmechanisme aan de zoom van de rok.
Aletta Jacobs
Aan de hand van feministische tijdschriften en materiaal van de Nationale Tentoonstelling van Vrouwenarbeid laat Opmeer zien wat de feministes van de eerste golf vonden van de fiets. De Nederlandse feministes van wie bekend is dat zij fietsten zijn hier bijeengebracht en worden besproken, zoals Aletta Jacobs en Frederika Uildriks. Aparte aandacht is er voor de opvattingen van de feministes over de vrouw in de sport, zeker tijdens de overgang naar het nieuwe, sportievere vrouwbeeld van de 'New Woman'. 'Dit onderzoek toont aan dat de uitvinding van de fiets heeft bijgedragen aan de emancipatie van vrouwen. Door de fiets kregen vrouwen meer bewegingsvrijheid', meent Anne van Voorthuizen van de Fietsersbond. De Fietsersbond behartigt sinds 1975 de belangen van alle fietsers in Nederland.
Bij de Wetenschapswinkel Letteren kunnen organisaties een onderzoek laten uitvoeren op het gebied van taal, cultuur, kunst of geschiedenis. Studenten voeren het onderzoek uit in het kader van hun studie. In de loop van het onderzoeksproces zorgt de wetenschapswinkel ervoor dat de onderzoeksvraag en de uitvoering van het onderzoek op elkaar zijn afgestemd. Annemarie Opmeer is afgestudeerd bij Taal en Cultuurstudies, 'Wat men ook zegt, zij fietsen toch? is haar afstudeerscriptie.
'Wat men ook zegt, zij fietsen toch'? De betekenis van de fiets op het gebied van sport, vervoer, recreatie en emancipatie voor de Nederlandse vrouw tot 1940.
Auteur: Annemarie Opmeer, begeleider: prof. dr. Berteke Waaldijk
Opdrachtgever: De Fietsersbond, ISBN: 90-76912-50-5, prijs: ^ 11, -
Uitgever (en bestelbaar via): Wetenschapswinkel Letteren, UU, (030) 2536171,
Voorlichter Johan Vlasblom (030) 253 4073,
Universiteit van Utrecht