Rotterdam, 21 oktober 2004
Rechtbank behandelt volgende week rijbewijsfraude
De rechtbank in Rotterdam behandelt maandag 25 oktober en dinsdag 26
oktober de zaak tegen zes mannen die ervan worden verdacht tegen
betaling mensen aan valse Nederlandse rijvaardigheidsbewijzen te
hebben geholpen. Onder de zes zijn drie (ex-)werknemers van het Bureau
Nader Onderzoek Rijvaardigheid (BNOR), een onderdeel van het Centraal
Bureau Rijvaardigheidsbewijzen (CBR).
Van de andere drie verdachten zijn twee eigenaar van rijscholen, in
respectievelijk Den Haag en Rotterdam. De derde is de zoon van een van
de twee rijschoolhouders.
Bij de betrokken rijscholen konden mensen met een (vaak ook vervalst)
buitenlands rijbewijs tegen betaling van rond de 1500 euro een
,,examen bij het BNOR regelen. Dat examen werd dan afgenomen door één
van de BNOR-medewerkers. De betrokken BNOR-medewerkers gaven na het
,,examen een vals rijvaardigheidsbewijs af, waarmee een overigens echt
Nederlands rijbewijs aangevraagd kon worden.
De zaak kwam in maart aan het licht, mede door het buitengewoon hoge
slagingspercentage van de betrokken BNOR-examinatoren. Sinds 2000 zijn
zo zeker 1000 Nederlandse rijbewijzen door de verdachten geregeld.
De mannen, variërend in leeftijd van 21 tot 59 jaar en woonachtig in
Capelle aan den IJssel en Den Haag, worden verdacht van valsheid in
geschrifte en het aannemen van steekpenningen, dan wel het omkopen van
ambtenaren.
Van de zes zit momenteel niemand vast. Eén van hen, de Rotterdamse
rijschoolhouder, is voortvluchtig. Van twee van hen is de voorlopige
hechtenis opgeheven, dan wel geschorst. Van de andere drie is de
voorlopige hechtenis geschorst tot aan de zitting van maandagmorgen.