Brinkhorst ontvangt brandbrief Nederlandse energiebedrijven
25 oct 2004 | Amsterdam | Nuon
De vier grootste Nederlandse energiebedrijven, Nuon, Essent, Eneco en
Delta hebben zich in een gezamenlijke brief op maandag 25 oktober
gekeerd tegen de splitsingsvoorstellen van Minister Brinkhorst van
Economische Zaken.
De brief is mede geschreven naar aanleiding van het Plan van Aanpak
dat het Ministerie op maandag 11 oktober presenteerde.
De bestuursvoorzitters van de vier energiebedrijven, die in totaal
ruim 90 procent van de Nederlandse energiemarkt bestrijken, maken zich
in het licht van het splitsingsvoornemen van de minister van
Economische Zaken grote zorgen over de toekomst van de
voorzieningszekerheid in ons land. Zij spreken hun verontrusting uit
in een gezamenlijke brief.
De kern van de bezwaren is dat de door de minister voorgestelde
gedwongen splitsing niet noodzakelijk is om eerlijke marktconcurrentie
en leveringszekerheid te bereiken. Bovendien brengt het
splitsingsvoorstel ernstige schade toe aan het Nederlandse
industriebeleid en zal de energiesector onherstelbaar verzwakken.
Bovenal zal splitsing de positie van afnemers en klanten van de
energiebedrijven verslechteren.
De brief gaat uitgebreid in op de argumentatie die door het Ministerie
wordt gehanteerd om de splitsingsvoorstellen te rechtvaardigen.
Puntsgewijs wordt deze argumentatie door de vier grootste Nederlandse
energiebedrijven in twijfel getrokken of ter discussie gesteld. In het
vervolg van dit artikel een samenvatting van het Plan van Aanpak van
de Minister van Economische Zaken en de zienswijze van de Nederlandse
energiesector.
Forse kosten
Volgens de minister mogen afnemers van splitsing niet de dupe worden.
Splitsing brengt, aldus de energiebedrijven, echter aantoonbaar forse
kosten met zich mee. Die vertalen zich én in prijsstijgingen voor de
afnemers én in waardeverlies voor de huidige aandeelhouders. "Zij
zullen onvermijdelijk te lijden hebben onder splitsing." De
energiebedrijven bestrijden ook dat `intensief overleg met vele
partijen', zoals de minister stelt, mede bepalend is geweest voor de
aanpak van de minister. "Dit valt moeilijk te rijmen met het feit dat
verreweg de meeste provinciale en gemeentelijke aandeelhouders
verklaard tegenstander zijn van splitsing. Diverse provincies hebben
zich al in moties tegen de splitsing gekeerd."
"De minister gebruikt argumenten die de situatie op de Nederlandse en
Europese energiemarkt geen recht doen. Daardoor wordt een verkeerde
indruk gewekt", zegt Ronald Blom, voorzitter van de Raad van Bestuur
van ENECO, mede namens Essent, Nuon en Delta. Hij verwijst o.m. naar
de bewering van de minister dat de energiebedrijven in
Groot-Brittannië inmiddels volledig zijn gescheiden in een netwerk- en
een leveringsbedrijf. "De minister doet het voorkomen alsof die
splitsing op wettelijke gronden is gebeurd. Dat is onjuist. Bovendien
gaat het maar om enkele bedrijven die een paar jaar geleden vrijwillig
hebben gekozen voor splitsing. Inmiddels wordt er in Groot-Brittannië
weer volop verticaal geïntegreerd."
De energiebedrijven weerleggen op tal van andere punten met harde
feiten de argumenten in de brief van Brinkhorst aan de Tweede Kamer
(van 11 oktober jl.) over zijn `aanpak splitsing energiebedrijven'. Zo
moeten de Nederlandse energiebedrijven naar de mening van de minister
worden gesplitst om `eerlijke concurrentie op de gas- en
elektriciteitsmarkt te bevorderen'. De vier grote energiebedrijven
bestrijden dit met klem. Zij voeren aan dat de baten van splitsing
onvoldoende worden aangetoond, waardoor een onderbouwing van nut en
noodzaak van splitsing ontbreekt.
Flinke achterstand
`Eerlijke concurrentie' wordt niet bereikt door Nederlandse
energiebedrijven in tweeën te knippen: "Hierdoor dreigen wij op flinke
achterstand te worden gezet van onze concurrenten: Europese
energiespelers, die geïntegreerd zijn én blijven." Nederland loopt uit
de pas, volgens de energiebedrijven. Geen enkele andere EU-lidstaat is
van plan een eventuele Nederlandse `Alleingang' te volgen. Dit staat
in schril contrast tot wat de minister beweert.
De vier energiebedrijven vinden het splitsingsvoornemen ook onnodig,
omdat nog maar kort geleden sterk aangescherpte wetgeving van kracht
is geworden die de onafhankelijkheid van de netbeheerder nog meer
waarborgt. De minister doet er goed aan de DTe de gelegenheid te geven
te bewijzen dat het toezicht op de energiemarkt met de nieuwe
maatregelen voldoende effectief is.
Essent, Nuon, ENECO en Delta waarschuwen Brinkhorst dat splitsing de
Nederlandse energiesector sterk zal verzwakken. Splitsing brengt
Nederlandse energiebedrijven in een nadelige positie ten opzichte van
buitenlandse (geïntegreerde) concurrenten. "Splitsing betekent de
uitverkoop van de Nederlandse energiesector aan het buitenland en is
daarmee volledig in strijd met de doelstelling van het industriebeleid
van dezelfde minister: het versterken van de concurrentiepositie van
Nederlandse bedrijven."
Internationale positie versterken
Nederlandse bedrijven moeten kunnen uitblinken en moeten hun
mogelijkheden ten volle kunnen benutten, aldus zijn Industriebrief van
6 oktober jl.. De minister zou daarmee kunnen beginnen door de
energiebedrijven nationale opschaling toe te staan. Dit zou de
internationale positie van landelijke energiespelers sterk kunnen
verbeteren. In een aantal EU-lidstaten is dit al enige tijd beleid. In
dit licht is het splitsingsvoornemen kortzichtig.
In hun brief waarschuwen de vier energiebedrijven voor grote
juridische complicaties door splitsing. Een verbod, zoals de minister
wil, om gelijktijdig direct of indirect aandelen te bezitten van
enerzijds netbeheerders en anderzijds leverings-, handels- en
productiebedrijven van elektriciteit en gas, is in strijd met het
Europees recht. Europese rechtspraak toont aan dat het uitsluiten van
bepaalde partijen een verboden beperking is van het vrij verkeer van
kapitaal.
De bestuursvoorzitters van Essent, Nuon, ENECO en Delta verzoeken
minister Brinkhorst hun kritiek op het splitsingsvoornemen te
betrekken in het Algemeen Overleg met de Tweede Kamer over zijn
beoogde aanpak.
Nuon