ENECO
Essent, Nuon, ENECO en Delta sturen minister Brinkhorst
brandbrief
Splitsing verslechtert positie klant, verzwakt de energiesector
onherstelbaar en schaadt de Nederlandse industrie
Gedwongen splitsing is niet noodzakelijk om eerlijke marktconcurrentie
en leveringszekerheid te bereiken. Het splitsingsvoorstel brengt
ernstige schade toe aan het Nederlandse industriebeleid en zal de
energiesector onherstelbaar verzwakken. Bovenal zal splitsing de
positie van afnemers en klanten van de energiebedrijven
verslechteren.
Dit schrijven de vier grootste Nederlandse energiebedrijven Essent,
Nuon, ENECO en Delta in een brandbrief aan minister Brinkhorst van
Economische Zaken. De bestuursvoorzitters van de vier
energiebedrijven, die in totaal ruim 90 procent van de Nederlandse
energiemarkt bestrijken, maken zich in het licht van het
splitsingsvoornemen van de minister van Economische Zaken grote zorgen
over de toekomst van de voorzieningszekerheid in ons land. Zij spreken
hun verontrusting uit in een gezamenlijke brief.
Substantiële kosten
Volgens de minister mogen afnemers van splitsing niet de dupe worden.
Splitsing brengt, aldus de energiebedrijven, echter aantoonbaar
substantiële kosten met zich mee. Die vertalen zich én in
prijsstijgingen voor de afnemers én in waardeverlies voor de huidige
aandeelhouders. Zij zullen onvermijdelijk te lijden hebben onder
splitsing. De energiebedrijven bestrijden ook dat intensief overleg
met vele partijen, zoals de minister stelt, mede bepalend is geweest
voor de aanpak van de minister. Dit valt moeilijk te rijmen met het
feit dat verreweg de meeste provinciale en gemeentelijke
aandeelhouders verklaard tegenstander zijn van splitsing. Diverse
provincies hebben zich al in moties tegen de splitsing gekeerd.
De minister gebruikt argumenten die de situatie op de Nederlandse en
Europese energiemarkt geen recht doen. Daardoor wordt een verkeerde
indruk gewekt, zegt Ronald Blom, voorzitter van de Raad van Bestuur
van ENECO, mede namens Essent, Nuon en Delta. Hij verwijst o.m. naar
de bewering van de minister dat de energiebedrijven in
Groot-Brittannië inmiddels volledig zijn gescheiden in een netwerk- en
een leveringsbedrijf. De minister doet het voorkomen alsof die
splitsing op wettelijke gronden is gebeurd. Dat is onjuist. Bovendien
gaat het maar om enkele bedrijven die een paar jaar geleden vrijwillig
hebben gekozen voor splitsing. Inmiddels wordt er in Groot-Brittannië
weer volop verticaal geïntegreerd.
De energiebedrijven weerleggen op tal van andere punten met harde
feiten de argumenten in de brief van Brinkhorst aan de Tweede Kamer
(van 11 oktober jl.) over zijn aanpak splitsing energiebedrijven. Zo
moeten de Nederlandse energiebedrijven naar de mening van de minister
worden gesplitst om eerlijke concurrentie op de gas- en
elektriciteitsmarkt te bevorderen. De vier grote energiebedrijven
bestrijden dit met klem. Zij voeren aan dat de baten van splitsing
onvoldoende worden aangetoond, waardoor een onderbouwing van nut en
noodzaak van splitsing ontbreekt.
Flinke achterstand
Eerlijke concurrentie wordt niet bereikt door Nederlandse
energiebedrijven in tweeën te knippen: Hierdoor dreigen wij op flinke
achterstand te worden gezet van onze concurrenten: Europese
energiespelers, die geïntegreerd zijn én blijven. Nederland loopt uit
de pas, volgens de energiebedrijven. Geen enkele andere EU-lidstaat is
van plan een eventuele Nederlandse Alleingang te volgen. Dit staat in
schril contrast tot wat de minister beweert.
De vier energiebedrijven vinden het splitsingsvoornemen ook onnodig,
omdat nog maar kort geleden sterk aangescherpte wetgeving van kracht
is geworden die de onafhankelijkheid van de netbeheerder nog meer
waarborgt. De minister doet er goed aan de DTe de gelegenheid te geven
te bewijzen dat het toezicht op de energiemarkt met de nieuwe
maatregelen voldoende effectief is.
Essent, Nuon, ENECO en Delta waarschuwen Brinkhorst dat splitsing de
Nederlandse energiesector sterk zal verzwakken. Splitsing brengt
Nederlandse energiebedrijven in een nadelige positie ten opzichte van
buitenlandse (geïntegreerde) concurrenten. Splitsing betekent de
uitverkoop van de Nederlandse energiesector aan het buitenland en is
daarmee volledig in strijd met de doelstelling van het industriebeleid
van dezelfde minister: het versterken van de concurrentiepositie van
Nederlandse bedrijven.
Internationale positie versterken
Nederlandse bedrijven moeten kunnen uitblinken en moeten hun
mogelijkheden ten volle kunnen benutten, aldus zijn Industriebrief van
6 oktober jl.. De minister zou daarmee kunnen beginnen door de
energiebedrijven nationale opschaling toe te staan. Dit zou de
internationale positie van landelijke energiespelers sterk kunnen
verbeteren. In een aantal EU-lidstaten is dit al enige tijd beleid. In
dit licht is het splitsingsvoornemen kortzichtig.
In hun brief waarschuwen de vier energiebedrijven voor grote
juridische complicaties door splitsing. Een verbod, zoals de minister
wil, om gelijktijdig direct of indirect aandelen te bezitten van
enerzijds netbeheerders en anderzijds leverings-, handels- en
productiebedrijven van elektriciteit en gas, is in strijd met het
Europees recht. Europese rechtspraak toont aan dat het uitsluiten van
bepaalde partijen een verboden beperking is van het vrij verkeer van
kapitaal.
De bestuursvoorzitters van Essent, Nuon, ENECO en Delta verzoeken
minister Brinkhorst hun kritiek op het splitsingsvoornemen te
betrekken in het Algemeen Overleg met de Tweede Kamer over zijn
beoogde aanpak.
Lees hier de volledige tekst van de brief.