Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Directie Voorlichting en Communicatie
Toespraak van de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, H. Hoogervorst, bij de presentatie van het Sociaal Cultureel Rapport. Den Haag 25 oktober 2004.
Dames en heren,
Ik beschouw het als een eer dat u het Sociaal en
Cultureel Rapport 2004 aan mij aanbiedt. Want al woont
het Sociaal Cultureel Planbureau in bij mijn ministerie, de
relatie tussen u en mij is toch niet zo dat ik zonder meer
uw baas ben en andersom trouwens ook niet.
Als ik collega's uit andere landen probeer uit te leggen
wat de positie van het SCP is stuit ik meestal op groot
onbegrip. Ja, het is een onderdeel van het ministerie.
Maar nee, ik heb niets te zeggen over de inhoud van de
rapporten. De conclusies hoeven het regeringsbeleid niet
te ondersteunen. De enige troost is dat ik ook niet
verplicht ben erop te reageren, zoals dat wel het geval is
bij adviescolleges.
Toespraak
Parnassusplein 5 Doorkiesnummer Hebt u 's avonds of in het weekend dringend
Postbus 20350 (070) 340 60 00 een voorlichter nodig, belt u dan met het
2500 EJ DEN HAAG Fax (070) 340.62.92 ministerie, telefoon (070) 340 79 11. Daar
Telefoon (070) 340 79 11 regelt men dat u wordt teruggebeld.
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
- 2 -
Toch doe ik dat vandaag wel, en met plezier. Want ik
vind het Sociaal en Cultureel Rapport al jaren meer dan
de moeite waard.
Paul Schnabel zei het al: het thema van het rapport is
Zicht op de toekomst. En daarbij gaat het er niet om wat
het SCP voorspelt, maar om wat de gemiddelde
Nederlander van de toekomst verwacht.
Die verwachtingen zijn somber.
Er gaapt een diepe kloof tussen wat mensen graag
zouden willen en wat zij verwachten.
Ze willen graag vasthouden aan het huidige stelsel van
sociale zekerheid, maar verwachten dat het allemaal
aanzienlijk soberder wordt.
Ze willen graag uitgebreide zorg voor iedereen, maar
verwachten dat mensen meer afhankelijk worden van hun
familie.
Ze willen graag dat zorg en onderwijs gratis zijn, maar
verwachten een hogere eigen bijdrage. Toespraak
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
- 3 -
Laat ik dan meteen maar beginnen met enige kritiek op de
gestelde vragen. Uit het essay waarmee Paul Schnabel
dit rapport begint blijkt, dat hij daar zelf achteraf ook niet
helemaal tevreden mee is.
Ik denk dat de vragen wat te vrijblijvend waren. En dat
leidt tot dito antwoorden.
Om preciezer te zijn: als je mensen vraagt of ze graag een
wat soberder bestaan willen, dan is het antwoord
natuurlijk nee.
Maar als je mensen gevraagd had of ze bereid zijn tot wat
meer soberheid, als dat voor de toekomst van hun
kinderen nodig is misschien hadden ze dan wel ja
gezegd.
Ik zei al: Paul Schnabel lijkt ook die mening toegedaan. In
zijn essay schrijft hij dan ook dat het kabinet hier een
zware taak wacht: "Na het vertrouwde beloven van
"meer" wordt nu het geloofwaardig verkopen van
"minder" een cruciale en uiteraard heel moeilijke opgave
van de politiek." Toespraak
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
- 4 -
Inderdaad, dat ziet dit Kabinet als een cruciale opgave.
En daar hebben we goede redenen voor.
We bevinden ons, zoals Schnabel, zegt op het breukvlak
van twee eeuwen. Sommige fundamenten van deze
samenleving moeten we opnieuw leggen. Dat is
onontkoombaar. Ze zijn niet bestand tegen het gewicht
van de toekomst, omdat die fundering daar niet op
berekend is.
Onze verzorgingsstaat is opgebouwd in een demografisch
en economisch uitzonderlijke periode. Het Nederland van
de jaren vijftig en zestig was een jonge samenleving die
met sobere inkomens volledige werkgelegenheid en hoge
economische groei wist te realiseren.
Er kwamen sociale voorzieningen waarvan werd
verwacht dat slechts een kleine groep mensen er gebruik
van zou maken. Men dacht niet na over de mogelijkheid
dat de babyboom wel eens zou kunnen worden
opgevolgd door een babybust. Toespraak
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
- 5 -
Bovendien was de vormgeving van de nieuwe
voorzieningen vaak ronduit naïef. De oorspronkelijke
bijstandswet van Marga Klompé bevatte zelfs geen
bepalingen tegen misbruik. Dat mensen wel eens met de
bijstand zouden kunnen frauderen, was in die tijd nog
ondenkbaar.
Veel van die naïviteit is opgeruimd in de grote
saneringsrondes die sinds 1982 zijn ingezet. Maar twintig
jaar na het kabinet Lubbers I hebben we nog steeds te
kampen met de structurele fouten die in die unieke
naoorlogse periode zijn gemaakt.
Neem bijvoorbeeld de AWBZ.
Toen de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten in 1968
werd ingevoerd, was die bedoeld als een vangnet voor
een kleine groep mensen die voor onverzekerbare
ziektekosten kwamen te staan.
Toespraak
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
- 6 -
Maar krap een halve eeuw later is de AWBZ een
voorziening geworden waar ook simpele dingen als
huishoudelijke hulp uit worden betaald. En natuurlijk voor
een veel grotere groep mensen dan in 1968.
Twee weken geleden verscheen een ander rapport van
het SCP, over de toekomstige vraag naar door de AWBZ
gefinancierde zorg.
Uit dat rapport blijkt dat de vraag naar verpleging en
verzorging in de komende zestien jaar met bijna veertig
procent toeneemt. Iedereen kan zien dat die groei de
AWBZ in zijn huidige vorm uit zijn voegen zal doen
barsten.
Dan de arbeidsmarkt.
Om aan die enorme vraag naar zorg tegemoet te komen,
dreigt het beroep van de zorgsector op de arbeidsmarkt
nog veel hoger uit te komen dan het huidige beslag van
13%.
Toespraak
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
- 7 -
Om te zorgen voor voldoende huisartsen, medisch
specialisten, verpleegkundigen en ouderenverzorgers
zouden we op termijn meer dan twintig procent van de
werkende bevolking nodig hebben. Iedereen kan zien dat
dit de arbeidsmarkt zal overbelasten.
Ten slotte het pensioen. Toen het kabinet-Drees in 1957
een pensioenregeling ontwierp voor mensen die 65 jaar
werden, ging men er van uit dat de gemiddelde
werknemer 50 jaar zou werken, om daarna hooguit een
jaar of acht "van Drees te trekken".
Nu werkt de Nederlander gemiddeld 35 jaar, terwijl de
resterende levensverwachting bij het bereiken van de 65-
jarige leeftijd op 15 tot 20 jaar ligt.
Als er binnen enkele jaren grote doorbraken komen in het
kankeronderzoek, zoals velen verwachten, dan zal de
levensverwachting nog verder toenemen. Op zich
natuurlijk een zeer heuglijke zaak. Maar iedereen kan zien
dat in die omstandigheden een effectieve pensioenleeftijd
van 62 jaar of eerder onhoudbaar is. Toespraak
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
- 8 -
Dit kabinet staat dus echt voor een zware taak.
We moeten ons land bestand maken tegen de ingrijpende
ontwikkelingen die ons te wachten staan. En we moeten
draagvlak creëren voor de veranderingen die nodig zijn.
We moeten begrijpelijk zien te maken dat het juist de
solidariteit tussen generaties is waar het ons om gaat.
Er is niemand die demonstreert voor de rechten van de
jongeren van nu. Maar om hun toekomst is het ons te
doen.
We merken dat het niet meevalt om dat goed uit te
leggen. Ongetwijfeld zal de presentatie van het beleid
moeten worden versterkt. Met alle energie die inhoudelijk
in de hervormingsplannen moet worden gestoken, komt
de presentatie wel eens aandacht tekort.
Een complicatie daarbij is overigens het onophoudelijke
en voortijdige uitlekken van al onze plannen.
Toespraak
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
- 9 -
Het fenomeen lekken is in onze coalitiepolitiek van alle
tijden, maar het is de laatste jaren versterkt door de
ongekende proliferatie van de media.
In het Verenigd Koninkrijk is het nog een schandaal als
een onderdeel van de begroting voortijdig naar buiten
komt, in ons land lekt de hele miljoenennota stukjes bij
beetjes uit.
Dat maakt het zeer moeilijk om het beleid op een
samenhangende manier naar buiten te brengen. Ter
geruststelling van de journalisten kan ik mededelen dat
wij ons systeem nooit potdicht zullen krijgen, maar een
versterking van de discipline moet toch mogelijk zijn.
Het komt natuurlijk ook voor dat onze boodschap wel
helder overkomt, maar gewoon in het verkeerde keelgat
schiet.
Het onderzoek van het SCP toont aan dat de meeste
mensen op hun klompen aanvoelen dat het allemaal een
slag soberder moet. Maar het is natuurlijk wel even
slikken als je decennia-lang bent opgevoed met de Toespraak
vanzelfsprekendheid van die voorzieningen.
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
- 10 -
Als je vijftig bent en je had gehoopt over tien jaar te
kunnen stoppen met werken, dan komt de boodschap dat
dat niet door kan gaan rauw op je dak. Het is dan ook
niet verwonderlijk dat er sprake is van grote onzekerheid
onder de Nederlandse bevolking.
Die maatschappelijke onzekerheid stelt niet alleen
bijzondere eisen aan onze presentatie, maar ook aan onze
vastberadenheid. Zwalkend beleid zal die onzekerheid
eerder voeden dan wegnemen.
Tenslotte zijn er natuurlijk ook veel mensen en groepen
die er gewoon belang bij hebben onze boodschap
ongunstig uit te leggen.
Dat zijn de mensen die zeggen dat ons beleid asociaal is
en dat we erop uit zijn de verzorgingsstaat af te breken.
Zij beweren dat verdere hervormingen nergens voor nodig
zijn omdat we al een jaar of 10 voor zouden lopen op
Duitsland.
Ik zou deze mensen willen vragen ons beleid toch eens in
het juiste perspectief te plaatsen. Toespraak
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
- 11 -
Want de veronderstelling dat wij veel meer zouden
hebben hervormd dan onze Oosterburen duidt op
grenzeloze zelfoverschatting. De Duitse arbeidsmarkt is
misschien wat stroever dan de onze, maar de sociale
voorzieningen van onze Oosterburen zijn in menig opzicht
aanzienlijk soberder.
Want na alle maatregelen van dit kabinet zal het nog
steeds zo zijn dat:
· onze bijstandsuitkering tot de hoogste van de wereld
behoort
· de wao en de ww zowel in hoogte als in duur tot de
meest genereuze van Europa behoren
· Nederland het enige land is waar een zieke
werknemer één jaar lang honderd procent loon krijgt
doorbetaald
· de AOW één van de beste basispensioenen van
Europa is
· de AWBZ-zorg voor ouderen en gehandicapten alleen
in Scandinavië geëvenaard wordt Toespraak
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
- 12 -
· en waarin tenslotte het aantal gewerkte uren per jaar
zich onderaan de wereldranglijst bevindt
Nu begrijpt u misschien weer waarom zoveel
buitenlanders zich in dit afbraakland willen vestigen!
Ook is helder dat het een zeer forse inspanning zal vergen
om dit voorzieningenniveau op peil te houden.
Ook na Balkenende II zal de Nederlandse verzorgingsstaat
dus nog tot de absolute wereldtop behoren. Misschien is
dat feit wel een reden van één zeer opmerkelijk cijfer uit
dit rapport.
Want ondanks de kritiek op het beleid die uit het rapport
blijkt, zegt 81% van de Nederlanders "tevreden" tot
"buitengewoon tevreden" te zijn over het eigen leven.
Die tevredenheid kan blijven bestaan als we bereid zijn de
uitdaging van de vergrijzing vastberaden ter hand nemen.
Want als we bereid zijn te hervormen, kunnen we onze
perspectieven aanzienlijk verbeteren. Toespraak
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
- 13 -
Nu werkt van alle mensen tussen de 55 en 65 slechts 39
procent. Als we dat kunnen verhogen naar 60%, is ons
cijfer nog altijd beneden de arbeidsdeelname van
Zweedse ouderen. Maar zelfs dan kan onze economische
groei al met een half procent per jaar toenemen. Het
draagvlak voor pensioenen en sociale voorzieningen kan
zo in een decennium met ruim 5% extra toenemen.
De samenleving met gemeenschapszin waaraan de
Nederlanders de voorkeur geven kan dus ook in de
toekomst blijven bestaan. Maar er zal wel door meer
mensen, harder voor moeten worden gewerkt.
Toespraak
---- --
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport