Persbericht 04/211
Ministerie van Sociale Zaken
en Werkgelegenheid Directie
Communicatie
25 oktober 2004
Nr. 04/211
Van Hoof vraagt SER advies over omgang met gevaarlijke stoffen
Staatssecretaris van Hoof van Sociale Zaken en Werkgelegenheid vraagt
de Sociaal-Economische Raad (SER) om advies hoe bedrijven met
gevaarlijke stoffen op de werkplek moeten omgaan. Van Hoof denkt
daarbij aan een systeem waarbij bedrijven zelf aanvaardbare
concentraties van gevaarlijke stoffen vaststellen. De overheid
schrijft nog maar voor een beperkt aantal stoffen met een hoog risico
een norm voor.
Doel van de aanpassing is bedrijven beter om te laten gaan met
gevaarlijke stoffen. Op dit moment wordt door het ministerie voor een
groot aantal stoffen wettelijk voorgeschreven wat de Maximaal
Aanvaarde Concentratie (MAC-waarde) mag zijn. Het gaat om dat niveau
waaraan de werknemer acht uur per dag tijdens het werkzame leven wordt
blootgesteld zonder dat de gezondheid daaronder te lijden heeft.
Bedrijven zijn verplicht ervoor te zorgen dat deze concentraties niet
worden overschreden.
Voor veel situaties blijkt het voor bedrijven moeilijk en duur met een
dergelijke wettelijke grenswaarde om te gaan. Het aantal stoffen
waarvoor de wet een norm voorschrijft wil Van Hoof daarom verminderen.
Er wordt een onderscheid gemaakt tussen laag- en hoogrisico stoffen.
Voor stoffen met een hoog risico blijft een wettelijk voorgeschreven
maximum gelden.
Voor stoffen met een lager risico moeten bedrijven zelf aanvaardbare
concentraties vaststellen. Een bedrijf moet kunnen aantonen dat de
gezondheid van de werknemer die wordt blootgesteld aan de stof
daaronder niet te lijden heeft.
Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid