Ingezonden persbericht


Stichting Vrienden Marinevliegkamp Valkenburg
Peppelschans 24
2352 BE Leiderdorp

PERSBERICHT

De doofpot van Defensie

VALKENBURG - Minister Kamp van Defensie probeert financiële gegevens over de verkoop van de Orions in de doofpot te stoppen. Die gegevens kunnen bewijzen dat de verkoop van de patrouillevliegtuigen veel minder oplevert dan hij de Kamer heeft voorgehouden. Daar komt bij dat de vervanging van de vliegtuigen niet goed is geregeld en veel duurder uitpakt dan hij eerder voorspelde.

Eind augustus trokken Tweede Kamerleden het verkoopbedrag voor acht P-3C CUP Orion patrouillevliegtuigen aan Duitsland in twijfel. Medio september bleek dat de door de regering gegarandeerde aan de Orion gelijkwaardige alternatieve luchtverkenningscapaciteit voor de Kustwacht NA&A en Kustwacht Nederland niet tijdig beschikbaar komt. De Vaste Kamercommissie voor Defensie vroeg minister Kamp per brief om nadere details te verstrekken over de verkoop van Orions aan Duitsland en, inmiddels ook, Portugal, alsmede over de kosten van de invulling van de leemte die ontstaat bij de Kustwacht na 1 januari 2005. Aanvullende vragen werden gesteld door Kamerleden Van Baalen (op 30 augustus en 17 september) en Kortenhorst (op 17 september).

Op 23 september liet staatssecretaris Van der Knaap de Kamer per brief weten dat de gevraagde gegevens commercieel vertrouwelijk zijn en zich derhalve niet lenen voor openbaarmaking. Wel zegde hij de Kamer een vertrouwelijke brief toe over de voortgang van deze projecten.

De Stichting Vrienden Marinevliegkamp Valkenburg (SVMV) wijst erop dat de verkoopbedragen voor de Orions reeds openbaar zijn, namelijk E 295 miljoen voor acht vliegtuigen inclusief toebehoren en opleidingen voor Duitsland en E 70 miljoen voor vijf vliegtuigen inclusief toebehoren en opleidingen voor Portugal. Al sinds de bekendmaking van deze bedragen noemen wij dit belachelijk lage weggeefprijzen. Nu de Tweede Kamer de bewindslieden op Defensie om exacte specificaties heeft gevraagd en men dus bijna niet anders kan dan a.d.h.v. deze specificaties laten zien dat de verkoopbedragen inderdaad zeer laag zijn, krijgt de gevraagde informatie ineens het stempel "vertrouwelijk" opgedrukt. Hiermee wekt Defensie naar onze mening de indruk dat de werkelijke gegevens in de doofpot worden gestopt. Wij tekenen dan ook bezwaar aan tegen vertrouwelijke beantwoording van de vragen. Daarbij vinden we in elk geval één lid van de Vaste Kamercommissie voor Defensie aan onze zijde: Frans Timmermans (PvdA) liet ons weten zich te verzetten tegen vertrouwelijke afhandeling van deze zaak.

In de bijlage treft u enkele gegevens aan die wij via eigen research hebben achterhaald. Dit zijn de gegevens die Defensie achter gesloten deuren houdt.

Valkenburg, 22 oktober 2004

Informatie voor de pers:
Voor nadere informatie kunt u contact opnemen met Marco Borst, secretaris van de Stichting Vrienden Marinevliegkamp Valkenburg. Telefoon: 06 55 174602 of via e-mail op svmv@planet.nl. Algemene informatie is ook te vinden op onze website: http://svmv.netmenu.nl Bijlage bij persbericht SVMV dd 22 oktober 2004


1. verkoop acht Orions aan Duitsland
In het verkoopbedrag van E 295 miljoen is volgens de Staatssecretaris een bedrag van E 24 miljoen inbegrepen voor opleidingen. Tevens zou de CUP (het moderniseringsprogramma á E 20.8 miljoen per vliegtuig) volledig zijn doorberekend. Dit komt dan neer op een bedrag van E 166.4 miljoen. Er rest dan een tot nu toe niet gespecificeerd bedrag van E 104.6 miljoen.

Duitsland krijgt echter, als de aankoop in november door de Bondsdag wordt goedgekeurd, o.a. meegeleverd:

Reservedelen en -motoren t.w.v. E 45.1 miljoen
Gronduitrusting t.w.v. E 8.0 miljoen
Cockpitsimulator t.w.v. E 13.5 miljoen

Dit lijstje is nog niet eens volledig. Het bedrag dat voor opleidingen wordt doorberekend is zeer waarschijnlijk niet toereikend. De vraag hoeveel (of liever gezegd hoe weinig) Duitsland nu eigenlijk voor de vliegtuigen zelf betaalt is dus zeer relevant. Onze huidige inschatting is dat de werkelijke waarde van het aan Duitsland te verkopen pakket de E 440 miljoen benaderd.


2. verkoop vijf Orions aan Portugal
Tot nu toe zijn de totale verkoopsom (E 70 miljoen) en de prijs per vliegtuig (E 9 miljoen) bekend geworden. Het resterende bedrag van E 25 miljoen omvat de afkoopsom voor CUP modernisering van twee vliegtuigen, een pakket reservedelen en gronduitrusting én opleidingen voor Portugees personeel. Ook deze deal kunnen wij niet anders dan bestempelen als een weggeefprijs.


3. vergelijkbare verkoop-deal
MinDef heeft de verkoopbedragen voor de Nederlandse Orions als "reële bedragen" gepresenteerd en heeft enkele malen aangegeven dat er geen vergelijkbare verkooptransacties bestaan. Inmiddels hebben wij een aantal bedragen boven water weten te halen die betrekking hebben op de aanbieding van de Verenigde Staten m.b.t. Orions voor Taiwan

P-3C nieuwbouw:
USD 300 miljoen (= 249,4 ME) p/st, inclusief kosten herstart produktielijn, spares, support en training (bron: Agence France Presse, juli 2003)

P-3C tweedehands (anno midden jaren '70, gemiddeld 20.000 vlieguren op de klok): USD 133 miljoen (= 110,5 ME) p/st, waarschijnlijk inclusief spares, support en training (bron: Reuters, september 2004, gebaseerd op aanbieding 12 stuks ex-USN P-3Cs aan Taiwan).

Refurbished P-3B (jongste vliegtuig anno 1968, gemiddeld 20.000 vlieguren op de klok): USD 66 miljoen (= 54,8 ME) p/st, waarschijnlijk inclusief spares, support en training (bron: Agence France Presse en Jane's Defence, juli 2003)

Laatste twee van bovengenoemde opties omgerekend naar acht vliegtuigen inclusief spares, support en training (om de vergelijking met de deal met Duitsland aan te gaan):

8 x 110.5 ME = 884 ME
8 x 54.8 ME = 438,4 ME

In bovengenoemde bedragen is geen flight simulator inbegrepen en gaat het om vliegtuigen die ruim 10 tot 15 jaar ouder zijn en tweemaal zoveel vlieguren hebben gemaakt als de MLD P-3C's die voor 295 ME inclusief flight simulator worden verkocht. Bovendien zijn de Nederlandse CUP-Orions kwalitatief en operationeel van een veel hoger niveau...


4. Alternatieve luchtverkenningscapaciteit Kustwacht De minister is er tot nu toe niet in geslaagd gedane toezeggingen hard te maken. Na 1 januari 2005 is er geen vervangende, aan de Orion gelijkwaardige, capaciteit beschikbaar. Sterker nog: de minister grijpt naar noodoplossingen. Van 1 januari t/m 31 maart 2005 zullen Nimrod vliegtuigen van de Britse luchtmacht op de Antillen "Search and Rescue support" leveren. Over waarneming van de andere taken van de Orions (drugsbestrijding, milieu- en visserijcontrole, grensbewaking) zijn met de Britten geen afspraken gemaakt. Toch hangt aan de inzet van Nimrods een prijskaartje van E 9 miljoen; dat komt neer op E 3 miljoen per maand, meer dan het dubbele van de door de minister aangegeven kosten van E 15 miljoen per jaar (E 1.25 miljoen per maand) waarvoor een nog te selecteren marktpartij alle kustwachttaken van de Orion kan overnemen.

Vervolgens moeten er, eveneens op tijdelijke basis, vanaf 1 april 2005 twee Fokker 60 transportvliegtuigen beschikbaar komen voor uitvoering van de kustwachttaken die nu nog door de Orions worden uitgevoerd. Deze vliegtuigen moeten eerst voor E 14 miljoen worden aangepast. Naar verwachting zullen ze anderhalf tot twee jaar worden ingezet, waardoor de totale kosten oplopen tot E 23 miljoen. Hiermee zegt de regering dus in feite dat de definitieve vervangende luchtverkenningscapaciteit voor de Kustwacht NA&A pas medio 2007 beschikbaar komt en dat interim-oplossingen een slordige E 32 miljoen moeten kosten.

Over de eveneens gegarandeerde vervangende luchtverkenningscapaciteit voor de Kustwacht Nederland is nog helemaal niets duidelijk geworden, behalve dat die op zijn vroegst medio 2006 pas beschikbaar komt. Als interimoplossing komt de regering slechts met het "vaker dan nu inzetten van het Dornier 228 Kustwachtvliegtuig", dat overigens nu naast de Orions voor deze taken wordt ingezet.


---- --