Opleggen tbs leidt niet altijd tot succesvolle therapie
Promotie Geneeskunde
vrijdag 22 oktober 14.00 uur
Bij zwaardere strafzaken wordt vaak een pro justitia-rapportage aangevraagd. Een onafhankelijk deskundige onderzoekt of er sprake is van psychopathologie en of er een relatie is tussen de ziekte en het ten laste gelegde delict, en maakt een inschatting van de kans op herhaling. Willem Canton constateert dat in 85 procent van deze strafzaken een vorm van therapie wordt geadviseerd, variërend van tbs tot een reclasseringsbehandeling. De helft van deze adviezen leidt echter niet tot behandeling, deels omdat de rechter het advies niet overneemt, deels omdat de veroordeelde niet wil meewerken. Delinquenten die met een behandeling starten, recidiveren minder vaak dan degenen die er niet aan beginnen. De kans op herhaling is het grootst bij brandstichting en geweldsmisdrijven (40 procent) en het laagst bij zedendelicten (10 procent). Voor een succesvolle therapie moet de dader gemotiveerd zijn om zich te laten behandelen, wat volgens Canton haaks staat op de huidige praktijk van het opleggen van een tbs-maatregel.
J.W. Canton: Gerapporteerd& en dan? Promotor is prof. dr. W. van den Brink.
Meer informatie kunt u krijgen bij de afdeling Persvoorlichting, tel. 020 - 525 2695, e-mail:
Universiteit van Amsterdam