IP/04/1283
Brussel, 22 oktober 2004
Belasting op pensioenen: Commissie maakt zaak België aanhangig bij Hof van
Justitie, verzoekt Italië discriminatie te beëindigen
De Europese Commissie heeft besloten de zaak van België, dat zijn
discriminatoire regels voor pensioenbelasting te traag verandert,
aanhangig te maken bij het Hof van Justitie. Het voornaamste probleem
is dat pensioenbijdragen aan buitenlandse pensioenfondsen in het
Belgische stelsel niet van de belasting aftrekbaar zijn, terwijl
bijdragen aan binnenlandse fondsen dat wel zijn. De Commissie heeft
België op 17 december 2003 formeel verzocht de wet te wijzigen (zie
IP/03/1756). België heeft daarop geantwoord dat het pas in september
2005 aan dit verzoek gehoor zal geven. De Commissie heeft ook Italië
verzocht zijn regelgeving inzake pensioenbelasting te wijzigen. Ook in
Italië zijn pensioenbijdragen die betaald worden aan buitenlandse
fondsen niet aftrekbaar van de belasting, terwijl bijdragen aan
binnenlandse fondsen dat wel zijn. Hieruit blijkt dat de Commissie
vastbesloten is haar mededeling van april 2001 inzake de opheffing van
fiscale barrières voor grensoverschrijdende bedrijfspensioenregelingen
(zie IP/01/575 en MEMO/01/142) te handhaven.
"De Commissie staat erop dat lidstaten snel alle resterende fiscale
discriminatie van bedrijfspensioenregelingen in andere lidstaten
opheffen," aldus Frits Bolkestein, Commissaris Belastingen en interne
markt. "Het Hof van Justitie is altijd zeer duidelijk in zijn
uitspraken over pensioenbelastingkwesties, dus er is geen enkele reden
waarom lidstaten hun pensioenmarkten niet direct zouden openstellen."
België
De Belgische wet bevat vier problemen:
* de fiscale aftrekbaarheid van de pensioenbijdragen is beperkt tot
bijdragen aan Belgische pensioenfondsen
* de overdracht van opgebouwde pensioengelden naar een buitenlands
pensioenfonds wordt speciaal belast in België
* pensioenen die worden uitbetaald aan personen die naar andere
lidstaten verhuizen, worden nog steeds in België belast, ook al
heeft België in zijn bilaterale belastingconventies afstand gedaan
van zijn fiscale rechten over dergelijke pensioenen; en
* België eist dat buitenlandse pensioenfondsen een fiscaal
vertegenwoordiger in België aanstellen voordat zij hun diensten op
het Belgische grondgebied aanbieden.
De Commissie heeft België op 17 december 2003 formeel verzocht zijn
wetgeving te wijzigen. Dit gebeurde in een "met redenen omkleed
advies", de tweede stap in de inbreukprocedure volgens artikel 226 van
het EG-Verdrag. België is bereid de nodige aanpassingen uiterlijk in
september 2005 door te voeren, de invoeringsdatum van de Richtlijn
bedrijfspensioenvoorziening (2003/41/EG). De Commissie vindt deze
belofte te vaag en is van mening dat september 2005 te laat is. De
Commissie heeft eerder dit jaar besloten de zaak van Spanje
betreffende discriminatoire wetgeving inzake pensioenbelasting
aanhangig te maken bij het Hof van Justitie, omdat ook Spanje niet
bereid is zijn wetgeving eerder dan september 2005 te wijzigen.
Italië
De Commissie heeft Italië formeel verzocht zijn belastingwetgeving aan
te passen en bijdragen aan pensioenfondsen in andere lidstaten
dezelfde fiscale behandeling te geven als bijdragen aan binnenlandse
pensioenfondsen. Dit gebeurde in de vorm van een "met redenen omkleed
advies". De Commissie heeft op 5 februari 2003 in de vorm van een
schriftelijke aanmaning (zie IP/03/179) een eerste verzoek om
informatie verstuurd. Een tweede verzoek om informatie aan Italië, van
december 2003, is onbeantwoord gebleven. Als de Commissie binnen twee
maanden geen overtuigend antwoord van Italië ontvangt, kan zij de zaak
aanhangig maken bij het Hof van Justitie.
Beleid van de Commissie inzake de belasting op pensioenen
In haar mededeling van 19 april 2001 heeft de Europese Commissie de
opheffing van de fiscale barrières voor grensoverschrijdende
bedrijfspensioenregelingen een prioriteit genoemd. Ook heeft zij een
alomvattende juridische analyse van de problematiek gepresenteerd. Zij
heeft erop gewezen dat mobiele werknemers in hun recht van vrij
verkeer worden beperkt, als zij geen fiscale aftrek mogen toepassen
voor hun bijdragen aan hun oorspronkelijke (buitenlandse)
pensioenregeling. De fiscale discriminatie belemmert ook
pensioenfondsen om gebruik te maken van hun vrijheid van
dienstverlening in de hele EU. Tot slot weerhoudt de fiscale
discriminatie ondernemingen met vestigingen in verschillende lidstaten
ervan hun arbeidspensioenregelingen samen te brengen in pan-Europese
regeling voor al hun werknemers in de hele Unie. Een dergelijke
centralisatie, expliciet vermeld in de Richtlijn
bedrijfspensioenvoorziening 2003/41 (zie IP/03/669), zou ondernemingen
aanzienlijke schaalvoordelen opleveren en de beheerskosten fors doen
dalen.
De situatie in andere lidstaten
De Commissie heeft inbreukprocedures geopend betreffende de
pensioenbelastingwetgeving van acht lidstaten: België, Denemarken,
Frankrijk, Ierland, Italië, Portugal, Spanje en het Verenigd
Koninkrijk. Voor een complete overzicht van de stand van zaken van
deze procedures, zie:
http://europa.eu.int/comm/taxation_customs/taxation/information_notes/
occ_pensions.htm
Het laatste nieuws over inbreukprocedures met betrekking tot alle
lidstaten kunt u vinden op:
http://europa.eu.int/comm/secretariat_general/sgb/droit_com/index_en.h
tm
European Commission