Prepensioenplannen onuitvoerbaar
Het wetsvoorstel VUT, prepensioen en levensloop is door veel
deskundigen flink onder vuur genomen tijdens een hoorzitting in de
Tweede Kamer die medio oktober plaatsvond. Ook verzekeraars hebben hun
mening gegeven. Ze hebben met name gehamerd op de
uitvoeringsconsequenties van de voorstellen. Volgens een eerste grove
schatting van het Verbond bedragen de nalevingslasten voor
verzekeraars ongeveer 74 miljoen.
Behalve werkgevers had vrijwel iedereen kritiek op de kabinetsplannen.
Volgens veel deskundigen zijn de voorgestelde ingrepen te rigoureus en
zullen ze bovendien niet het gewenste doel bereiken.
Ook het Verbond deelt die mening. Volgens de belangenorganisatie moet
de verhoging van de arbeidsparticipatie van ouderen niet worden
afgedwongen door de fiscale kaders voor het prepensioen te beperken.
Dat werkt averechts. In de levensloopregeling ziet het Verbond
overigens wel goede kansen om de arbeidsparticipatie te verhogen, maar
het voorliggende wetsvoorstel verdient nog wel aandacht. Het Verbond
vindt het met name belangrijk dat de regeling zo eenvoudig mogelijk
wordt gehouden, om op die manier aantrekkelijke levensloopproducten te
kunnen ontwikkelen voor de consument.
Nalevingslasten
Ook verzekeraars, banken en pensioenfondsen konden tijdens de
hoorzitting hun woordje doen over de plannen. De meeste partijen waren
het erover eens dat de jaarlijkse keuze tussen deelname aan spaarloon
of levensloop een belemmering vormt voor het goed van de grond komen
van de levensloopregeling.
Verzekeraars bepleitten dat de levensloopregeling niet zou moeten
worden uitgevoerd door pensioenfondsen, omdat dat in strijd is met het
individuele karakter van levensloop. Bovendien past de regeling niet
binnen de taakafbakening van pensioenfondsen.
Verzekeraars gaven ook aan zich zorgen te maken over de
nalevingslasten van de maatregelen. Volgens een voorzichtige eerste
schatting van het Verbond bedragen de initiële kosten voor
verzekeraars 74 miljoen.
Verder waren alle aanwezige uitvoeringsinstellingen het erover eens
dat de implementatiedatum van 1 januari 2006 volstrekt onhaalbaar is.
Als voorbereiding hebben ze naar schatting minstens drie jaar nodig.
Meer informatie over de Verbondsstandpunten vindt u in het position
paper Langer doorwerken niet afdwingen, maar stimuleren.
Verzekerd!, oktober 2004
Verbond van Verzekeraars