Kamerstuk, 21-10-2004
Introductie open methode van coördinatie in de gezondheidszorg
De Voorzitter van de Eerste Kamer
der Staten-Generaal
Postbus 20017
2500 EA DEN HAAG
DBO-CB-U-2521353
21 oktober 2004
Naar aanleiding van uw bovenvermelde brief waarin u uw bezorgdheid
uitspreekt over de introductie van de open methode van coördinatie
(OMC) in de gezondheidszorg en u mij verzoekt u uitgebreid te
informeren, deel ik u het volgende mee.
De Europese Commissie (EC) heeft op 20 april 2004 een mededeling
uitgebracht getiteld "Modernising social protection for the
development of high-quality, accessible and sustainable health care
and long-term care: support for the national strategies using the
"open method of coordination" COM(2004) 304 final.
Uit dit document blijkt dat de EC van oordeel is dat de stelsels voor
gezondheidszorg in de Europese Unie (EU) en het beleid in de lidstaten
onderling steeds meer verstrengeld raken. De toenemende mobiliteit van
patiënten speelt hierbij een belangrijke rol. De gemeenschappelijke
problemen en uitdagingen waarmee de lidstaten op het gebied van
gezondheid en gezondheidszorg worden geconfronteerd, vragen volgens de
EC om versterking van de beleidssamenwerking en -coördinatie in de EU.
Het is onder meer om deze reden dat de EC pleit voor een introductie
van de OMC in de gezondheidszorg. De OMC is een complementair
instrument, op een terrein waarop het subsidiariteitsbeginsel van
toepassing is. Tenslotte is de OMC ook in het gezondheidsartikel van
de nieuwe Grondwet voor Europa opgenomen. Met het opnemen van deze
bepaling zal de OMC (uiteindelijk ook) een verdragsbasis krijgen.
Overigens laat dit de nationale bevoegdheid van lidstaten om hun
zorgstelsel, met in achtneming van het gemeenschapsrecht, naar eigen
inzicht in te richten onverlet. De Europese bevoegdheden t.a.v. de
gezondheidszorg zullen dus zeer beperkt blijven.
De Nederlandse regering staat positief tegenover het gebruik van de
OMC als werkmethode
in de gezondheidszorg. In de aanloop naar de Europese Voorjaarsraad
2004 heeft de
regering dan ook besloten dat de OMC, vooraleerst in lichte vorm,
dient te worden
geïntroduceerd op het gebied van de gezondheidszorg.
Voor wat de onderhandelingsinzet bij dit standpunt betreft is het
belangrijk te signaleren dat er verschillende gremia in de EU werken
aan de introductie van de OMC in de gezondheidszorg. Het Social
Protection Committee (SPC), en het project European Community Health
Indicators (ECHI) waarin de lidstaten gezondheidszorg indicatoren
ontwikkelen spelen hierbij een voortrekkersrol. Ook in de onlangs
opgerichte High Level Group on Health Services and Medical Care staat
het thema op de agenda.
Mijn onderhandelingsinzet is om de lopende processen zoveel mogelijk
te structureren. In de genoemde gremia pleit ik voor het op elkaar
afstemmen van die processen. Iedere lidstaat ziet zich immers
geplaatst voor de uitdaging om de gezondheidszorg zodanig gestalte te
geven dat de geformuleerde doelstellingen inzake toegang, kwaliteit en
betaalbaarheid kunnen worden gerealiseerd. Lidstaten kunnen baat
hebben bij prestatie- of kwaliteitsindicatoren of benchmarksystemen.
De onlangs opgerichte High Level Group on Health Services and Medical
Care kan daarbij een belangrijke rol vervullen. Ik ben voornemens om
de discussie over de OMC in gezondheidszorg in dit gremium te
stroomlijnen.
Ik vertrouw erop u met deze informatie van dienst te zijn geweest.
De Minister van Volksgezondheid,
Welzijn en Sport,
H. Hoogervorst
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport