"Ik weet dat het niet mag, maar een ander doet het ook"

Onderzoek onder ICT-ers van de toekomst toont mentaliteit ten opzichte van illegale software aan

Amsterdam, 21 oktober 2004 ? Uit reacties die de BSA op haar softwarecheck campagne krijgt (www.softwarecheck.nl), blijkt dat educatie op het gebied van goed en legaal softwarebeheer nog steeds hard nodig is. Voorlichting over illegale software dient breed ingezet te worden en daarom richt de BSA zich nu al op de ICT managers en beheerders van de toekomst ? jongeren die later verantwoordelijk gaan worden voor het softwarebeheer in de bedrijven waar ze gaan werken.

In samenwerking met het College voor Techniek van de Mondriaan onderwijsgroep in Delft heeft de BSA een enquête gehouden onder eerste jaar ICT studenten over hun 'download-gedrag' en hun mening over illegale software. Hieruit blijkt 84% van de studenten een paar keer per week thuis files van Internet download, waarvan 79% minstens een paar keer per maand illegale software download. De voornaamste redenen voor het illegaal downloaden zijn de prijs van de software en het feit dat het toch alleen voor eigen (thuis)gebruik is.

Belangrijkste zorg bij het illegaal downloaden vormen de eventuele virussen die worden binnengehaald (55%) en de kwaliteit/functionaliteit van de software (43%). Over het feit dat het illegaal downloaden van software eigenlijk diefstal is, maakt 19% zich zorgen. Een groot deel van de studenten doet dit echter onbezorgd (21%). Van alle ondervraagden had 73% nog nooit van de BSA en haar activiteiten gehoord.

De enquête maakt onderdeel uit van een uitgebreider BSA-project bij de Mondriaan onderwijsgroep waarbij studenten een jongerensite moesten ontwikkelen voor de BSA. De vaardigheden van studenten op het gebied van websites en databases bouwen, communicatie en project management werden met dit project op de proef gesteld.

Docent Bart van Halem legt uit: "Behalve kennis en vaardigheden proberen wij onze ICT studenten ook de juiste beroepshouding mee te geven. Het BSA-project helpt ons hierbij omdat het zich richt op het aanleren van vaardigheden waarover een professionele ICT-beheerder dient te beschikken als ook op het (verder) bewust maken van de noodzaak om in de latere beroepspraktijk legale software te gebruiken."

De drie beste websites zijn door de jonge designers zelf aan de BSA gepresenteerd. Mirjam van Avezaath, woordvoerster voor de BSA, geeft aan dat het resultaat zeer verrassend was. "Iedere site was uniek. Eén sprong er duidelijk uit qua design, de andere was vooral professioneel en doordacht opgezet en de derde was echt voor en door jongeren geschreven, inclusief passende en grappige beelden. Voor ons was het heel leerzaam om te zien hoe jongeren naar een organisatie als de BSA kijken en welke elementen uit onze activiteiten en communicatie zij belangrijk en interessant vinden."

Nadat het project was afgerond werd een tweede enquête gehouden om te kijken of de kennis die de jongeren over de BSA en illegale software hadden opgedaan hun beeld had veranderd en hoe ze als ICT professionals in de dop aankijken tegen het gebruik van illegale software. Nu gaf 65% aan het zinvol te vinden dat de BSA actief is en denkt 56% wel bewuster na als zij aan het downloaden zijn. Maar liefst 94% zal zich op dit moment toch niet aan de regels houden. Een veel gehoord commentaar daarbij: "Ik weet dat het niet mag, maar een ander doet het ook".

Als de studenten straks aan het werk gaan, ziet 43% zichzelf als ICT manager of beheerder en 22% als netwerkbeheerder. Op de vraag wie er volgens hen verantwoordelijk is binnen een bedrijf voor het softwarebeheer, geeft 41% aan dat dit de ICT manager is en 54% dat het de directie van het bedrijf is. Als ze straks aan het werk zijn, is 70% van mening dat alle software waarmee ze werken legaal dient te zijn. 26% Voelt zich daar direct verantwoordelijk voor en
6% zou een melding doen bij de BSA als hun bedrijf illegale software zou gebruiken.

Van alle ondervraagden denkt 35% dat de BSA het probleem van illegaal software bij bedrijven nooit helemaal zal oplossen. Op de vraag wat de BSA moet doen om het gebruik van illegale software door bedrijven terug te dringen zijn de jongeren verdeeld. 48% Gaat voor strengere wetgeving, meer opsporen en het zwaarder straffen van bedrijven die illegale software gebruiken terwijl 67% denkt dat voorlichting, zowel aan bedrijven als aan studenten, het belangrijkst is.

Bart van Halem reageert: "BSA als thema van een project is, zeker voor studenten van deze leeftijd, een onderwerp dat op reacties kan rekenen. Nadenken over hun eigen gedrag en over hun toekomstige werk, kan hun bedrijfshouding verbeteren. Daarnaast hebben de leerlingen het als leuk en leerzaam ervaren. Het is zeker de moeite waard te overwegen een project met dit onderwerp structureel in de opleiding op te nemen."

De BSA gaat ondertussen door met haar softwarecheck campagne waarbij bedrijven worden aangesproken op hun verantwoordelijkheid als het gaat om software asset management. Vanaf dinsdag 26 oktober actief in Den Haag en omgeving.

Voor meer informatie of vragen kunt u contact opnemen met Christel Bruijns of Martijn Bruil van Burson-Marsteller Amsterdam op nummer 020-579 5950.

Christel Bruijns

Burson-Marsteller
Karperstraat 10
1075 KZ Amsterdam
The Netherlands

T: +31 20 579 5963
F: +31 20 579 5995
E: christel_bruijns@nl.bm.com
B-M 24h crisis hotline: +31 20 579 5997

www.burson-marsteller.nl
www.bursonmarsteller.com

At the table: CEO's international challenge
Tuesday 2nd of November, 19.30hrs, Burson-Marsteller organises a CEO panel discussion in close cooperation with Het Financieele Dagblad and De Rode Hoed. Leslie Gaines-Ross (www.ceogo.com), author of the book 'CEO Capital', will share the latest insights into CEO reputation and participate in a discussion between well-known business leaders about managing cultural differences in building CEO and company reputation across borders. We look forward to seeing you there. For more information please contact Ruby Veninga, Burson-Marsteller Amsterdam: +31 20 579 5950.