Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
De Voorzitter van de Tweede Kamer
der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA DEN HAAG
Ons kenmerk Inlichtingen bij Doorkiesnummer Den Haag
MEVA/ABA2523047
Onderwerp Bijlage(n) Uw brief
Arbeidsmarktbrief 1
Doel brief over arbeidsmarkt in zorg en welzijn
Het doel van deze jaarlijkse, mede namens de Staatssecretaris opgestelde,
"arbeidsmarktbrief" is tweeledig. In de eerste plaats ga ik in op het arbeidsmarktbeleid.
Hierbij doe ik mede de toezeggingen gestand die ik zowel in de Eerste Kamer (Beleidsdebat,
22 juni 2004) als in de Tweede Kamer (AO Arbeidsmarktbeleid en Opleidingen Zorgsector,
18 februari 2004) heb gedaan, om u te informeren over mijn ideeën voor en plannen met
het arbeidsmarktbeleid. Het arbeidsmarktbeleid is immers een belangrijk onderdeel van het
zorgbeleid. In de tweede plaats grijp ik de gelegenheid aan u de samenvatting van het
jaarlijkse Integrerend OSA-rapport 2004 aan te bieden. Het bevat een overzicht van de
stand van zaken op de arbeidsmarkt van zorg en welzijn. Het rapport is het resultaat van het
onderzoeksprogramma zorg & welzijn. Tot het programma is opdracht gegeven door sociale
partners, CWI en VWS aan de Organisatie voor Strategisch Arbeidsmarktonderzoek (OSA).
Ontwikkelingen op de arbeidsmarkt
Op dit moment gaat het goed met de arbeidsmarkt van de zorg- en welzijnssector. Het
Integrerend OSA-rapport 2004 laat dat zien. De afgelopen jaren is de situatie op een aantal
punten duidelijk verbeterd. Het aantal vacatures is sinds 2002 flink gedaald. Van spanning
op de arbeidsmarkt is inmiddels nauwelijks sprake meer. De instroom in de opleidingen voor
verpleegkundigen en verzorgenden is sinds 1999 met 25% gegroeid. De werkdruk is
afgenomen, het aantal werknemers met naar hun inzicht voldoende loopbaanmogelijkheden
is toegenomen en het ziekteverzuim is gedaald. Dat laatste is ook het geval met de WAO-
instroom vanuit de zorg. Dit alles wil niet zeggen dat het niet beter kan en moet. Zo ligt het
ziekteverzuim in de zorg nog steeds hoger dan dat in de totale economie.
Het rapport werpt ook een blik in de toekomst. Die blik komt er in zijn algemeenheid op neer
dat na de huidige relatieve windstilte er op de middellange termijn (wederom) zwaar weer op
komst is. Als gevolg van de vergrijzing en de voortschrijdende medische technologie blijft de
vraag naar zorg toenemen. Bij een aantrekkende economie zal de spanning op de
arbeidsmarkt weer stijgen. Op de lange termijn zal deze ontwikkeling zich doorzetten.
Postbus 20350 Bezoekadres: Correspondentie uitsluitend Internetadres:
2500 EJ DEN HAAG Parnassusplein 5 richten aan het postadres www.minvws.nl
Telefoon (070) 340 79 11 2511 VX DEN HAAG met vermelding van de
Fax (070) 340 78 34 datum en het kenmerk van
deze brief
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Blad
2
Kenmerk
MEVA/ABA2523047
Uitgaande van een volumegroei van 2,5% per jaar in zorg en welzijn en van een evenredige
toename van personeel, zouden in 2025 circa 1,8 miljoen personen in zorg en welzijn
werkzaam moeten zijn. De beroepsbevolking zal in die tijd niet of nauwelijks stijgen. In die
verhoudingen zou circa 22% van de beroepsbevolking in het jaar 2025 in zorg en welzijn
moeten werken. Ik acht een dergelijke situatie ongewenst. Als in 2025 bijna een kwart van
de beroepsbevolking in zorg en welzijn werkzaam zou zijn, tast dit de arbeidsmarkt in andere
sectoren aan. Op enigerlei wijze zou dan de wal het schip moeten keren. Het is zaak te
zorgen dat het niet zover komt. Om te voorkomen dat kwaliteit en toegankelijkheid achteruit
gaan, zal een zware inspanning gevraagd worden zowel van het zorgbeleid in het algemeen
als van het arbeidsmarktbeleid daarbinnen. Belangrijk element daarin is de problematiek te
verlichten door meer zorg te verlenen met eenzelfde aantal mensen. Anders gezegd: de
arbeidsproductiviteit zal omhoog moeten. Ik ben ervan overtuigd dat dit mogelijk is.
Rolverdeling arbeidsmarktbeleid
Het zorgveld zal meer en meer geliberaliseerd worden. De eigen verantwoordelijkheid staat
voorop. Zo draagt het veld primair verantwoordelijkheid voor het arbeidsmarktbeleid in zorg
en welzijn. Dat wil niet zeggen dat ik hier geen rol meer in heb. VWS blijft verantwoordelijk
voor de kwaliteit en de toegankelijkheid van de zorg. Goede kwaliteit en toegankelijkheid
bestaan alleen bij de gratie van de beschikbaarheid van voldoende en adequaat geschoold
personeel, dat wil zeggen bij de gratie van een goed functionerende arbeidsmarkt.
Arbeidsmarktbeleid VWS
VWS moet vanuit haar eigen verantwoordelijkheid alert blijven op de ontwikkelingen op de
arbeidsmarkt. Het arbeidsmarktbeleid van VWS kan worden onderverdeeld in drie
aandachtsgebieden:
monitoring van de arbeidsmarkt,
bevorderen van voldoende aanbod en
stimuleren van verhoging van de arbeidsproductiviteit.
Op elk van deze zaken ga ik hieronder apart in.
Monitoring van de arbeidsmarkt
In de behoefte aan cijfers wordt tegemoet gekomen door middel van het
onderzoeksprogramma dat VWS thans samen met het veld uitvoert. Het Integrerend Rapport
is onder meer het resultaat van dit programma. Het loopt dit jaar af. VWS zal dit programma
voortzetten, bij voorkeur weer samen met het veld. Het programma moet voorzien in het
regelmatig leveren van noodzakelijke arbeidsmarktcijfers.
Bevorderen van voldoende aanbod
Gezien de te verwachten structurele krapte op de arbeidsmarkt, is en blijft ook in de
toekomst een voldoende instroom van adequaat opgeleid personeel in de sectoren zorg en
welzijn van belang. In dit kader heb ik een aantal activiteiten in gang gezet.
Het tegengaan van spanningen op de arbeidsmarkt in de zorg en het terugdringen van
wachttijden voor patiënten gebeurt enerzijds door het verruimen van de medische
opleidingscapaciteit en anderzijds door middel van taakherschikking tussen de verschillende
beroepsdomeinen en de inzet van nieuwe beroepen, de physician assistant en de nurse
practitioner. Onder meer is in samenwerking met het ministerie van OCW met ingang van
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Blad
3
Kenmerk
MEVA/ABA2523047
september 2004 een subsidieregeling in het leven geroepen ter bekostiging van de
opleidingen in de beide voornoemde nieuwe beroepen.
Samen met betrokken partijen is het streven van VWS de opleidingen en de
beroepenstructuur in de zorg te vernieuwen. Begin 2004 heb ik de Stuurgroep
Modernisering Opleidingen en Beroepenstructuur in de Gezondheidszorg (MOBG) ingesteld.
Deze Stuurgroep wordt door mij gefaciliteerd.
De MOBG heeft als opdracht te bewerkstelligen dat binnen vijf jaar de zorgopleidingen en de
beroepenstructuur gemoderniseerd zijn tot een samenhangend stelsel met een daarbij
passende besturingsstructuur. Het werkplan van de MOBG zal binnen afzienbare tijd aan de
Tweede Kamer worden aangeboden.
Daarnaast is een opleidingsfonds in voorbereiding, waarvan de kerntaak zal zijn het
doelmatig toekennen van passende vergoedingen volgens het principe van "boter-bij-de-vis"
aan instellingen die voor de zorg opleiden of opleidingen ontwikkelen. Het is het streven dat
dit opleidingsfonds er met ingang van 1 januari 2006 zal zijn.
Stimuleren van verhoging van de arbeidsproductiviteit
Onlosmakelijk verbonden met de verhoging van de arbeidsproductiviteit is de verhoging van
kwaliteit, doelmatigheid en bereidheid tot innoveren. In de brief "Kwaliteit van Zorg" van 4
december 2002 (TK 28439 nr. 2) zijn actiepunten opgenomen. Dat heeft geresulteerd in
diverse landelijke actieprogramma's met betrekking tot "kwaliteit, innovatie en
doelmatigheid" (LAK). Deze actieprogramma's rusten op drie pijlers, namelijk een gericht
ondersteuningsprogramma om te komen tot versnelde invoering van best practices op een
beperkt aantal prioriteiten, op kwaliteitsindicatoren en op benchmarking en
themabijeenkomsten. Sindsdien zijn met het veld een aantal afspraken gemaakt en
convenanten afgesloten met als doel voornoemde drie zaken te verbeteren.
Er zijn recent projecten gestart in de care ("LAK-care") en de GGZ ("LAK-GGZ"). Met de
care-sectoren is ook een convenant afgesloten ("convenant AWBZ 2005-2007"), waarin de
care toezegt zowel in 2005, 2006, als in 2007 een gemiddelde doelmatigheidswinst te
realiseren van 1,25%. Daarbij zijn ook afspraken gemaakt over de onderwerpen "innovatie"
en "ICT".
Het programma "Sneller Beter" voor ziekenhuizen en eerste lijnszorg is al stevig op gang.
Met de Nederlandse Vereniging van Ziekenhuizen is ook een convenant afgesloten
("ziekenhuis-convenant"), waarin de ziekenhuizen onder meer beloven om de productie
jaarlijks met 1% extra te laten stijgen, bovenop de toegestane 2,5% groei.
Binnenkort informeer ik u nader over de voortgang van de acties om de kwaliteit en de
doelmatigheid van de zorg te verbeteren.
Bij het verhogen van kwaliteit en doelmatigheid blijft de verhoging van de
arbeidsproductiviteit vaak buiten beeld als vooropgezet doel. Verhoging van de
arbeidsproductiviteit wordt ook nog te veel geassocieerd met bezuinigingen, verhoging van
de werkdruk en verlaging van de kwaliteit. Ik wil het doelmatiger inzetten van personeel bij
gelijkblijvende kwaliteit en werkdruk ook voor de langere termijn op de kaart zetten. Arbeid
en kapitaal moeten zo ingezet worden dat met eenzelfde aantal mensen meer zorg kan
worden verleend. Er moet een sense of urgency komen. De kwaliteit van de zorg zakt op
den duur in als de productiviteit niet omhoog gaat. Ik wijs in dit verband op de eerder
geschetste ontwikkelingen op de arbeidsmarkt op lange termijn.
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Blad
4
Kenmerk
MEVA/ABA2523047
Ik heb opdracht gegeven tot het maken van een nadere analyse van de problematiek. In dit
verband is van belang dat de Interdepartementale Commissie Marktordening (ICM) aan een
interdepartementale werkgroep de opdracht heeft verstrekt onderzoek te doen naar
"arbeidsproductiviteit en innovatieve kracht in de zorg". Er wordt gekeken naar kansen en
belemmeringen. Deze werkgroep rapporteert medio 2005.
Tot slot
De toegankelijkheid van zorg en welzijn kunnen alleen in stand worden gehouden door een
krachtig samenspel van het arbeidsmarktbeleid van de instellingen en de voortdurende
aandacht voor de productiviteit op de lange termijn. Wat dit betreft heeft VWS samen met
het veld activiteiten met toekomstwaarde ontplooid en verder in gang gezet. In ons land
gaat veel goed in de zorg maar het kan nog beter. Om ook in de toekomst verantwoorde
zorg te kunnen leveren is en blijft het vermogen van de sector om continu te vernieuwen
van essentiële waarde.
De Minister van Volksgezondheid,
Welzijn en Sport,
H. Hoogervorst
---- --
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport