geheel in het teken van duurzaamheid. Het bevat bijdragen uit
verschillende hoeken, die per saldo breed zicht geven op de stand van
zaken. Zoals op het terrein van klimaat en energie, economische groei
en duurzaamheid en de mogelijkheden van innovatie en technologische
vernieuwing. Tevens probeert CDV het draagvlak voor scherper en
concreter beleid in kaart te brengen.
Actueel is het blok over duurzame energie. Daarin stelt Sinke (ECN en
Universiteit Utrecht) dat het innoverend energiebeleid van Brinkhorst
een gemiste kans is. Zijn beleid lijdt aan een gebrek aan
langetermijnvisie, daadwerkelijke ambitie en inspiratie. Eenzijdige
aandacht voor liberalisering en marktwerking hebben het zicht op de
nuances en kansen van het energietransitieproces vertroebeld. De
overheid is teveel op de korte termijn gericht en ziet duurzame
energie vooral als kostenpost. Tot verbazing van het buitenland
verliest ons land hierdoor in hoog tempo zijn aanvankelijk goede
positie in deze mondiale economische groeisector en ontwikkelt
duurzame energie zich moeizaam. Juist voor een land dat de mond vol
heeft over de kenniseconomie is een offensief energiebeleid
gewenst. Volgens Perlot (Clingendael) kan de huidige mini-Apocalyps op
het terrein van olie hiervoor heilzaam zijn.
Is waterstof het ei van Columbus? Juist in het licht van eindige
fossiele brandstof bepleit de Amerikaan Rifkin in CDV voor investering
in de opbouw van een waterstofeconomie. In het recent verschenen
rapport van het Wetenschappelijk Instituut Schoon en bereikbaar wordt
bij Rifkin aangesloten. Volgens bijdragen van respectievelijk Den
Hoed, Molenbroek (Ecofys) en Reijnders (VU) is het echter onverstandig
om waterstof als dé oplossing naar voren te schuiven. Inzet op
meerdere sporen is gewenst.
De vraag blijft echter of technologische uitvindingen een waarden en
normendebat over milieubewust gedrag overbodig maken. Sommigen hopen
dat. Verschillende auteurs betogen dat die hoop ijdel is. Zo neemt
Minister Veerman als uitgangspunt voor zijn beleid dat ´consumeren een
morele daad´ is en noemt van der Wal milieubeleid dat niet gericht is
op gedragsverandering symptoombestrijding. De filosoof Verbeek
(Universiteit Twente) pleit in zijn bijdrage voor technologische
beinvloeding van het gedrag van burgers: apparaten kunnen worden
ontworpen om milieuvriendelijk gedrag af te dwingen, maar - nog beter
- om mensen ertoe te overtuigen of te verleiden. .
Is er draagvlak voor een scherper en concreter beleid onder burgers en
bedrijven? In CDV vindt u de voorpublicatie van de
duurzaamheidsverkenning van het RIVM, die op 25 oktober aan Van Geel
zal worden aangeboden (Maas). Het draagvlak onder burgers voor
maatregelen is vrij groot, ook onder CDA-kiezers. Zij blijken daarbij
niet veel heil te zien in een wereldbeeld getypeerd als mondiale
vrijhandel, waarbinnen globalisering, individualisme, markt en
technologische vooruitgang de drijvende krachten zijn. Dat is nu
precies een wereldbeeld dat door beleidsmakers juist steeds meer
onvermijdelijk wordt geacht. Ook binnen het bedrijfsleven is draagvlak
voor duurzaamheid (zie Cramer, EUR en een interview met Van Dieren,
milieudeskundige en lid van de Club van Rome). Volgens van Dieren zou
het CDA onder meer veel steviger moeten inzetten op het benutten van
de eigen deskundigen binnen de partij, systeeminnovaties en
vergroening van het belastingsstelsel. Juist daadwerkelijke inzet op
innovatieve keuzes zijn ook economisch verstandig. Met moraliseren op
individueel niveau kom je er volgens hem niet.
Naast genoemde auteurs bevat het bedragen van Liesbeth Spies (CDA);
Elzinga; De Groot en Veenendaal ( CPB); Van Doorland, Verbeek, Van
Ulden (KNMI), Rooijers (CE); Willems (SHELL),
Biezeveld(milieu-officier van Justitie); Van Ingen, Dagevos, Beckers
(Telos); Zoeteman (Globus); Geldof (Vlaamse partij Groen!); Hogenhuis
en Renkema (OIKOS).
Voor nadere informatie Jan Prij, 070- 342 4877
Voor meer informatie over het partijbrede debat over duurzame
ontwikkeling: www.cda.nl/fontein
CDA