Provincie Limburg

leeg

Luchtkwaliteit Limburg aanzienlijk verbeterd maar nog niet optimaal De luchtkwaliteit in de Provincie Limburg is de afgelopen decennia aanzienlijk verbeterd. Toch is het niet altijd en overal even goed gesteld met de kwaliteit van de lucht. Dit blijkt uit de evaluatie van het luchtbeleid 2004 die Gedeputeerde Staten deze week heeft vastgesteld. GS concluderen dat er meer inzicht in de lokale luchtkwaliteit nodig is en dat een brede aanpak van luchtverontreiniging zeker gewenst is. Vanwege de euregionale ligging van Limburg is het belangrijk dat ook in het buitenland maatregelen worden genomen om de luchtverontreiniging tegen te gaan; Limburg kan het niet alleen!

De Provincie concludeert dat een brede aanpak van luchtverontreiniging nodig is. Vanwege de euregionale ligging van Limburg is het belang dat ook in het buitenland soortgelijke maatregelen genomen worden. Zélf zal de Provincie Limburg op korte termijn ook een aantal nieuwe acties starten. Zo komt er onder andere een luchtkwaliteitskaart die inzicht geeft in de toppers op het gebied van luchtverontreiniging. Ook zal er versneld uitvoering worden gegeven aan het beleid voor energiebesparing en opwekking van duurzame energie.

Om een verdere verbetering van de luchtkwaliteit te realiseren is het nodig dat door verkeer, industrie, landbouw en huishoudens minder vervuilende stoffen worden uitgestoten. Hierin is de afgelopen 15 jaar, met name door de industrie, veel bereikt. De laatste jaren neemt dit echter af. Dit komt doordat de eenvoudigere technische maatregelen al zijn genomen en het nu aankomt op innovatieve, maar vaak ook dure technieken. Ook wordt bij het verkeer de ontwikkeling van schonere motoren grotendeels teniet gedaan door de volumegroei.

De Provincie Limburg meet jaarlijks de luchtkwaliteit. Uit de evaluatie 2004 blijkt dat de luchtkwaliteit de afgelopen decennia aanzienlijk is verbeterd. De reden hiervoor is dat de uitstoot van de meeste luchtverontreinigende stoffen flink is afgenomen. Gemiddeld worden in de jaargemiddelden grenswaarden voor de onderzochte* stoffen niet meer overschreden. Daarmee is de algemene doelstelling om op dit niveau te voldoen aan de wettelijke grenswaarden gerealiseerd.

Het is echter niet altijd en overal even goed gesteld met de kwaliteit van de lucht. Met name fijn stof en stikstof(di)oxide veroorzaken nog meer of minder grootschalige problemen.

Zo is het aantal dagen waarop de daggemiddelde grenswaarde voor fijn stof (24-uurs gemiddelde 50 µg/m3 ) wordt overschreden nog1,3 tot 2 maal zoveel als wettelijk toegestaan (35 keer per jaar vanaf 2005). Overigens is dit een probleem dat zich in heel Nederland en de aangrenzende Euregio voordoet. Lokaal (in steden in situaties met druk verkeer en/of zware industrie) worden ook de jaargemiddelde en de
1-uurgemiddelde grenswaarden voor stikstof(di)oxide nog vaak overschreden. Ook wordt lokaal op tientallen plaatsen de jaargemiddelde grenswaarde voor fijn stof overschreden (jaargemiddelde: 40 µg/m3, 24-uurs gemiddelde 50 µg/m3).

Er zijn nog andere stoffen die bijdragen aan luchtkwaliteit. Denk hierbij aan ozon, waardoor smog kan ontstaan. Smog, een periode met verhoogde luchtverontreiniging, komt steeds minder voor in Limburg, maar in 2003 waren er diverse dagen met matige en enkele uren ernstige smog. Ook de depositie van verzurende (ammoniak uit de landbouw en zwaveldioxide en stikstofoxide uit verkeer, industrie en huishoudens) en verontreinigende stoffen (zoals cadmium en zink uit de industrie) blijkt nog in veel te hoog te zijn zeker in Noord- en Midden- Limburg. Hierdoor worden natuurgebieden, ecosystemen en oppervlaktewater nog te zwaar belast.

Bovenstaande constateringen betekenen dat de doelstelling om op de middellange termijn (2010) een luchtkwaliteit te realiseren waarbij enkel verwaarloosbare risicos voor gezondheid en ecosystemen optreden, niet tijdig gerealiseerd zal worden. Aandacht voor luchtkwaliteit blijft dus steeds nodig, zo stellen GS.

Uit de evaluatie blijkt ook dat het inzicht in de lokale luchtkwaliteit nog (te) beperkt is, terwijl dit inzicht wel belangrijk is voor een goede ruimtelijke planning en vergunningverlening. Het beleid richt zich immers op het voorkómen van blootstelling aan te hoge concentraties van luchtverontreinigende stoffen. Dit kun je bereiken door de uitstoot van deze stoffen te verminderen, maar ook door bijvoorbeeld geen woningen of scholen te bouwen op plekken waar de lucht teveel verontreinigd is. Om goed inzicht hierin te krijgen is de bijdrage van de Limburgse gemeenten onmisbaar. Echter, aandacht voor wettelijk verplichte rapportages over luchtkwaliteit en aandacht voor luchtkwaliteit bij ruimtelijke planvorming heeft geen prioriteit bij gemeenten. Daarom gaat de Provincie een handreiking luchtkwaliteit opstellen en intensiever communiceren met gemeenten over de noodzaak van verplichte rapportages over luchtkwaliteit. Meer aandacht hiervoor is ook belangrijk omdat naar verwachting de Europese Unie in de nabije toekomst de grenswaarden verder zal aanscherpen waardoor zonder maatregelen nog meer knelpunten kunnen ontstaan.


* de onderzochte stoffen zijn: stikstofoxide, zwaveldioxide, fijn stof, ammoniakconcentratie, ozon, lood, cadmium, nikkel, arseen, chroom, koper, zink, kwik en fluoride.


20-10-2004 10:18